Reading Online Novel

Maxime(136)



'Nee, ze laat er nooit iets over los. Ik moet het ook zelf kopen.' 'Lieve help,' zei Gerry verbijsterd. Lily Amberville was tenslotte de eigenares van het bedrijf, je zou toch denken dat ze voorpublicaties van alle tijdschriften zou krijgen. Het leek wel of ze even weinig van haar eigen bedrijf wist als Gerry van de proefuitzendingen voor het volgende seizoen. Leonard wilde haar daar nooit naar laten kijken, omdat ze maar niet kon afleren ze te vergelijken met de 'Meesterwerken der Toneelkunst'. Maar ja, ubc was niet van haar.

Het duurde niet lang of het kleine straalvliegtuig landde op het vliegveldje dat tussen de bossen was aangelegd. De passagiers stapten uit en trokken hun dikke jassen dichter om zich heen. Het was winderig, helder en nog erg guur in dit deel van Noord- Ontario. Ze werden opgewacht door een lange roodharige jongeman met een splinternieuwe jeep. Hij kwam verlegen naderbij . 'Meneer Amberville?' zei hij met een vragende blik naar de twee mannen.

'Dat ben ik,' antwoordde Cutter. 'Jij bent zeker Bob Davies. Je lijkt op je vader.'

'Ja meneer Cutter. Prettig met u kennis te maken.' 'Dit is mevrouw Amberville en dit zijn onze gasten, de heer en mevrouw Wilder. Bob is bezig praktijkervaring op te doen, Leonard. Zijn vader was hier vroeger opzichter, maar hij is vorig jaar met pensioen gegaan en in Florida gaan wonen. Jij bent pas afgestudeerd, hè Bob? Hoe is het met je vader?' 'Prima, meneer. Dank u. Stapt u allemaal maar vast in de jeep, dan zal ik de bagage inladen. Het is een half uurtje rijden naar het gastenhuis.'

Leonard Wilder stapte met tegenzin in de gesloten jeep. Hij wilde zich verlustigen in de aanblik van de hoge, donkergroene bomen die, net als de zee, stadsmensen diep ontzag inboezemden. Dit onderdeel van Amberville Publications zou zijn privélandgoed worden, nam hij zich voor. Als hij hier weer kwam, zou het als gastheer zijn, niet als gast. Hij zou Gerry het gastenhuis opnieuw laten inrichten, dan zou ze misschien eens ophouden met haar gezeur dat ze proefuitzendingen nooit mocht zien. Ze snapte niet dat ze bofte dat ze die niet hóefde te zien.





Op dezelfde zaterdag dat Lily en Cutter in Canada waren, gingen Toby en India in New York naar de première van een toneelstuk dat was geschreven door Sam Shepard, India's tegenspeler in haar laatste film. Ze hadden Angelica en Maxi meegevraagd, maar Maxi had voor die avond al een afspraak met Julie, die telkens een geweldige deining op kantoor veroorzaakte omdat ze zich in haar hoofd had gezet dat een blad dat verkondigde dat vrouwen prima waren zoals ze waren, geen moderedactrice nodig had maar een inwonend landloopster. Toen ze dus een kaart over bleken te hebben, mocht Angelica een vriendinnetje meenemen op voorwaarde dat het meisje zich passend kleedde voor een gala-avond op Broadway, die niet alleen drommen nieuwsgierigen zou trekken maar ook hele horden fotografen.

India was zich op het laatste nippertje aan het verkleden. Ze had een aantal japonnen met grote bloemmotieven gekocht, die dat voorjaar dé grote mode waren en die er op het hangertje beeldig uitzagen maar de draagster in een wandelende Engelse sofa veranderden. 'Dubbele rozen komen aan je lijf niet zo voordelig uit als op kussens,' zei ze hardop tegen zichzelf, terwijl ze de gewraakte jurk verwisselde voor een Nijlgroene satijnen avondpyjama met een brede, lichtroze sjerp, en een helderroze satijnen regenmantel die je zo te zien niet moest aantrekken als er regen op komst was.

'Er wordt gebeld, dat zal Angelica's vriendinnetje zijn,' zei Toby.

'Hoe zie ik eruit?' vroeg India.

'Kom eens dichterbij. Ja - als de hemel op het moment tussen zonsondergang en zonsopgang op midzomeravond in Noorwegen.'

'Hoe weet je dat?'

'Aan het geluid van de stof, aan de kleur die ik door een heel klein tunneltje zie, aan het geluid van je bewegingen, aan je geur, de klank van je stem. O ja, als we naar beneden gaan, probeer dan bij het zien van Angelica's gast niet het eerste te zeggen dat in je hoofd opkomt.'

'Toby, doe niet zo geheimzinnig. Je hebt haar stem zeker al gehoord, hè?'

'Precies, deze jongen heeft een superscherp gehoor. Kom, anders komen we nog te laat.' Ze gingen met hun tweeën naar de zitkamer, waar Angelica op hen wachtte. 'O, wat een beeldige rozen, Angelica,' zei India werktuiglijk. Het was waar, ook al was het het eerste dat ze in haar verbazing wist te zeggen. Angelica zag er in de kussenovertrekken uit als een tuin in vroege bloei.

'Dank u, petemoei,' zei Angelica vormelijk. 'Mag ik even voorstellen, Henry Eagleson, een schoolvriend. Mijn peettante, India West, en mijn oom Toby.' 'Hoe maakt u het,' zei de jonge man. 'Basketbal,' zei India verbijsterd. 'Jij speelt vast basketbal.' 'Hij is de langste jongen van de derde klas, petemoei,' zei Angelica met iets triomfantelijks in haar stem.

'Middenspeler?' vroeg Toby.

'Inderdaad. Maar als ik niet meer groei, moet ik stoppen.' 'Hou oud ben je?' durfde India eindelijk te vragen. 'Veertien, mevrouw.'