Het Pantserhart(305)
Toen ze vertrokken, had Kinzonzi voor de eerste keer in maanden een behoorlijke maaltijd gehad en had hij een baret op zijn hoofd gekregen die volgens de commandant zijn uniform was. Twee maanden later kreeg hij zijn eigen kalasjnikov en had hij voor de eerste keer een mens doodgeschoten. Een moeder die weigerde om haar wollen dekens aan de pdla te geven. Hij was twaalf jaar toen hij in de rij soldaten stond die een jong meisje verkrachtten, niet ver van de plaats waar hij was gerekruteerd. Toen het zijn beurt was, besefte hij ineens dat het meisje zijn eigen zusje kon zijn, de leeftijd klopte. Maar toen hij naar haar gezicht keek, realiseerde hij zich dat hij niet meer wist hoe ze eruitzagen. Moeder, vader, zijn broers en zussen. Ze waren weg, uitgewist.
Toen hij vier maanden later samen met twee kameraden de armen van de commandant afhakte zodat hij dood zou bloeden, was dat niet uit wraak of haat, maar omdat het cff, Congo Freedom Front, had beloofd hen beter te betalen. Vijf jaar had hij geleefd van wat de strooptochten van de cff in de jungle van Noord-Kivu opleverden, maar ze moesten de hele tijd oppassen voor andere guerrilla’s en de dorpen waar ze doorheen trokken waren al zo leeggeplunderd dat ze nauwelijks eten hadden. De cff had een poosje onderhandeld met het regeringsleger om de wapens neer te leggen in ruil voor amnestie en inlijving. Maar ze konden het niet eens worden over de soldij.
Puur van de honger en wanhoop had de cff een groep mijnwerkers die coltan wonnen aangevallen, hoewel ze wisten dat de mijnbouwers zowel over betere wapens als over betere soldaten beschikten. Kinzonzi had nooit het idee gehad dat hij lang zou leven of dat hij op een andere manier zou doodgaan dan in een gevecht. Daarom had hij niet eens met zijn ogen geknipperd toen hij bij bewustzijn kwam en in een geweerloop van een blanke man staarde en een taal hoorde die hij niet verstond. Kinzonzi had slechts geknikt dat hij zich overgaf. Twee maanden later waren zijn wonden genezen en was het mijnbouwbedrijf zijn nieuwe werkgever.
De blanke man was Tony geweest. Mister Tony betaalde goed, maar toonde geen genade als hij ook maar een spoortje van niet-loyaal gedrag zag. Hij sprak met hen en was de beste baas die Kinzonzi ooit had gehad. Kinzonzi zou echter geen seconde twijfelen om hem neer te schieten als hij daar voordeel bij zou hebben. Maar hij had daar geen voordeel van.
‘Schiet op,’ zei Kinzonzi tegen Oudry, die zijn pistool laadde. Hij wist dat het even kon duren voor de metalen bal in de mond van de blanke politieman hem zou doden, daarom wilde hij hem direct bij binnenkomst doodschieten zodat ze konden vertrekken naar de Nyiragongo, waar mister Tony en die dame op hen wachtten.
Een man die op een stoel voor de naburige winkel zat te roken, stond vloekend op en verdween in het donker.
Kinzonzi keek naar de deurklink. De eerste keer dat hij hier was hadden ze Van Boorst opgehaald. Dat was ook de eerste keer dat hij die legendarische Alma zag. Al het geld van Van Boorst was opgegaan aan Singapore Sling, bescherming en Alma, die niet goedkoop was in de kost. Toen had Van Boorst in zijn wanhoop de laatste blunder van zijn leven begaan: hij dreigde mister Tony dat hij naar de politie zou gaan met alles wat hij wist als hij niet betaalde. De Belg had er eerder verslagen dan verrast uitgezien toen ze kwamen en had snel zijn glas leeggedronken. Ze hadden hem in hapklare brokken gesneden en aan de paradoxaal dikke varkens gevoerd die bij het vluchtelingenkamp rondliepen. Mister Tony had Alma overgenomen. Alma met haar heupen, gouden tand en die geile, slaperige blik, die Kinzonzi nog een reden had gegeven om een kogel door mister Tony’s hoofd te schieten. Als hij daar voordeel bij had gehad.
Kinzonzi duwde de deurklink naar beneden. En trok hard aan de deur. Die zwaaide open, maar werd halverwege gestopt door een dunne staaldraad die aan de binnenkant vastzat aan de deur. Op het moment dat de draad strak werd getrokken, klonk er een duidelijke klik en het geluid van metaal tegen metaal, als het geluid van een bajonet die tegen een zwaard ketst. De deur zakte piepend weer terug.
Kinzonzi stapte naar binnen, trok Oudry met zich mee en smeet de deur weer dicht. De bittere geur van braaksel prikte in hun neus.