Dazzle(186)
Valerie sloeg de oprit naar de Haciënda Valencia in en reed langzaam door de laan met reusachtige bomen naar het huis toe. Voor de voordeur stond ze stil. Jazz kwam naar buiten hollen om hen te begroeten en slaagde erin het vreemde gevoel weg te drukken dat hen allen overviel nu ze het ouderlijk huis betraden dat nu van Jazz was. Ze bood hun snel verfrissingen aan, of iets te drinken.
'Nee, dank je, we hebben net geluncht,' zei Valerie. 'Waar wilde je ons over spreken?' Met opzet deed ze nogal bruusk.
'Het is eigenlijk meer een praatje dan een formeel gesprek.'
'Wat bedoel je daarmee?' vroeg Fernanda die onmiddellijk argwaan kreeg. Ze vond dat Jazz overal toe in staat was en dacht eraan hoe zij Casey Nelson had ingepikt, net als nu de haciënda. Hoewel Fernanda geen enkel recht had, noch op de man, noch op het huis, toch kon ze het niet hebben als een ander haar te slim af was.
'Ik heb een voorstel,' zei Jazz. 'Ik wil graag dat jullie beiden met me gaan paardrijden en luisteren naar wat ik je te vertellen heb. Als het allemaal niets voor jullie betekent, dan zal ik alles tekenen wat jullie me voorleggen en kan iedereen naar huis. Jullie rijspullen zijn nog hier, in jullie oude kamers.'
'Paardrijden! Wat is dat voor een idioot idee?' vroeg Valerie ernstig. Ze was op haar hoede als Jazz zo roekeloos en dapper deed, zoals nu, ofschoon je aan haar ogen kon zien dat ze dodelijk vermoeid was.
'Helemaal niet. Ik wil alleen graag wat gaan rondrijden en jullie het een en ander laten zien en toelichten. Luister eens, jullie weten dat ik uiteindelijk zal moeten doen wat jullie willen. Ik heb geen keus en het enige dat ik van jullie vraag is: geef me nu hierin mijn zin en ik vraag verder niets meer.'
Valerie dacht snel na. Jimmy Rosemont had haar verzekerd dat er niets belangrijks was besproken toen Jazz hem en sir John een paar dagen geleden te spreken had gevraagd. Storm in een glas water, had hij gezegd. Toch had ze het gevoel dat het misschien wel goed was Jazz in dit merkwaardige plan van haar tegemoet te komen. Tenslotte waren ze alle drie bij de verkoop betrokken. Bovendien was wat lichaamsbeweging wel goed voor haar. In Central Park kon je al jaren niet meer veilig paardrijden.
'Goed dan, Jazz. Kom, Fernie, ga mee ons verkleden.'
Terwijl ze hun spijkerbroeken en laarzen aantrokken, ijsbeerde Jazz nerveus rondom de fontein op de patio. Na de zware regenval van de laatste dagen was de hemel diepblauw en hier en daar trilden regendruppels waarin de zon werd gebroken waardoor er vonken uit leken te spatten. De laatste nog niet gesnoeide rozen vertoonden roze en witte blaadjes en de stammen van de oude bomen langs de cipressenlaantjes waren bijna zwart van het vocht.
De afgelopen week had Steve Johnson samen met zijn ploeg van onroerend-goedjuristen alle documenten bestudeerd en ze warén helaas tot dezelfde conclusies gekomen als Rosemont en Maddox. Ze zou de rest van haar leven kunnen besteden aan een strijd tegen de landverkoop, maar het verbond was uiteindelijk onwettig.
Deze beslissing van haar eigen advocaten was er de reden van dat Jazz zich helemaal van alles en iedereen had afgesloten. Ze was zo verrukt over haar triomf geweest, dat ze zich nu gedupeerd vond; ze was gek geweest dat ze er zo van overtuigd was geweest dat ze het pleit had gewonnen. Ze was erg boos, maar ook zó verdrietig dat ze maar niet met zichzelf in het reine kon komen. Ze weigerde zelfs met Casey over de zaak te praten. De afgelopen regendagen had ze stilletjes in en om de haciënda gelopen als een verslagen gevangene terwijl Casey en Joe Winter voor alle kwesties zorgden die met de ranch hadden te maken.
Jazz had het gevoel dat Casey een heel eind van haar afstond. Hij had het nieuws van hun nederlaag stoïcijns opgevat, bijna alsof hij het had verwacht. Maar hij kon er natuurlijk in zijn diepste innerlijk niet zo van streek over zijn als zij. Hij had haar haar zin gegeven, al vanaf het ogenblik dat zij de brief had vertaald. Er bestond ook geen reden waarom hij het zich zo zou aantrekken. Dit was maar een periode in zijn leven. De haciënda was nooit zijn tehuis geweest en Mike Kilkullen niet zijn vader; zijn leven was niet verweven met dit heerlijke land. Waarom had ze hem eigenlijk zo vertrouwd?
Het leek of er een hoge ondoordringbare muur tussen hen was opgetrokken en Jazz wilde er nu liever niet aan denken. Een huwelijk met Casey kwam haar even onwaarschijnlijk voor als dat op de avond van hun kennismaking zou zijn geweest, maar ze had niet de fut dit probleem nu onder ogen te zien. Als hij probeerde met haar te praten, wimpelde ze hem koeltjes af en toonde haar tegenzin, haar onverschilligheid. Het zou niet eerlijk zijn hem ook als een vijand te beschouwen, maar zijn liefde - of het gevoel waarvan hij beweerde dat het liefde was - was alleen nog maar een herinnering voor haar.
Gisteren, midden op de dag, was de regen opgehouden en het was gaan waaien. Toch was het warm genoeg om haar zeilboot te voorschijn te halen, dacht Jazz, die troost op zee wilde zoeken. Maar de wind had haar steeds weer in de richting van het land gedreven. Ze had de majestueuze Portola Peak gezien en ze kreeg een steek in haar hart als ze aan de Schildwachtrotsen dacht die door een bulldozer zouden worden platgewalst. De hele berg zou worden verminkt en zó glad gemaakt, dat er een aantal flatgebouwen op konden worden neergezet.