Reading Online Novel

Dazzle(184)



'Dat is onmogelijk.' Zelfs terwijl ze de woorden zei, werd het gevoel van angst in haar steeds groter. Ze werd koud toen ze de vormfout begon te begrijpen, de afschuwelijke verborgen vormfout, begaan bij het opstellen van de documenten.

'Wij verwachten niet dat u dit zonder meer van ons aanneemt,' zei Jimmy Rosemont die duidelijk ongeduldig begon te worden. 'We verknoeien onze tijd om te proberen u ergens van te overtuigen waarvan alleen uw advocaten u de juistheid kunnen bijbrengen. Bel hen op en vraag hun of wij gelijk hebben, of niet.'

'Dat zal ik zeker doen, meneer Rosemont, maakt u zich niet bezorgd ! Eén ding dat zij me zeiden was, dat er tientallen verschillende manieren bestaan waarop ik de zaak kan rekken en kan voorkomen dat het land kan worden verkocht, zelfs als zou blijken dat het verbond niet wettig is - en dat geloof ik absoluut niet.'

'En daar hebt u volkomen gelijk in,' zei sir John. 'Ik schat dat u met de hulp van knappe advocaten deze zaak twintig of dertig jaar kunt vertragen. Maar uiteindelijk verliest u. Dan verknoeit u uw hele leven aan een hopeloze strijd. En hoe moet u uw advocaten voor zo'n lang gevecht betalen?'

'Dat is mijn zaak!' Jazz deed dat punt af alsof het van geen belang was, maar haar paniek groeide en dreigde haar te overweldigen.

'Dat is inderdaad uw zaak, en een probleem, mevrouw Kilkullen, zelfs voor een heel rijke vrouw. Maar mijn vrienden in Hongkong beschikken over onuitputtelijke reserves: zij kunnen eeuwig doorgaan met procederen, ze zullen het nooit opgeven, want zij zien de geschiedenis op lange termijn - dat heb ik u al eens eerder verteld. Maar uw leven... tja, ik zou het vreselijk vinden te moeten aanzien hoe een charmante jonge vrouw als u zo haar leven bederft.'

'Ik neem een hypotheek op mijn deel van het land om alles te betalen,' zei Jazz uitdagend. 'God weet dat het heel veel waard is.'

'Dan verliest u niet alleen de strijd op den duur,' zei Jimmy Rosemont minachtend, 'maar ook uw deel van de erfenis.'

'Denk niet dat u alleen met mij te maken hebt,' riep Jazz woedend uit. 'In Californië zijn tal van goed georganiseerde milieugroepen die u zullen bestrijden.'

'Die worden we wel de baas,' zei sir John met een rustige overtuiging die voortkwam uit de wetenschap dat Liddy Kilkullen de gouverneur in haar zak had. Het was heel verstandig van Jimmy geweest die zaak met haar te regelen. 'En als het nodig is, geven we hun iets. Een paar honderd hectare hier, en een paar honderd daar. U zou verbaasd zijn als u wist hoe zij - ik geloof dat ze zichzelf "groenen" noemen - naar rede luisteren als ze maar een klein brokje van het geheel krijgen.'

En geen hulp van de regering, dacht sir John zelfvoldaan, een regering van een staat die al eerder, tijdens een ander bewind, de eens zo machtige kustcommissie alle tanden had uitgetrokken.

'Laten we maar gaan, John. Ik verwacht een telefoontje.' De mannen stonden op. Ze wierpen even een blik op het verwrongen en toch nog vastbesloten gezicht van Jazz en besloten haar geen hand te geven. Ze draaiden zich om en liepen naar de voordeur.

Verstomd zakte Jazz op de bureaustoel neer. Ze had het gevoel dat haar hart was verscheurd door een kracht die ze niet de baas kon worden. Vitale delen werden uit haar getrokken en de sappen werden eruit geperst. Plotseling kreeg ze nog een laatste en wanhopig idee, sprong op en holde naar de voordeur.

'Sir John! Wanneer de Chinezen horen dat er een verbond bestaat, wat zullen ze dan denken ? Ik weet dat ze heel erg bijgelovig zijn. Zou het geen onheil brengen om te gaan bouwen op land dat door een verbond wordt beschermd?'

'Leuk geprobeerd,' zei Jimmy Rosemont met een stem die het midden hield tussen een lach en een snauw.

'U heeft gelijk, mevrouw Kilkullen,' zei sir John hoffelijk. 'Maar mijn vrienden zijn bijgeloviger als het erop aankomt hun kapitaal kwijt te raken dan op het gebied van de voorspelling van onheil. Ze zullen het best willen riskeren, meer dan bereid zijn - verrukt zelfs. Er bestaat geen betere kuur tegen bijgeloof dan anderhalf miljard communisten die tegen je voordeur aanduwen.'





21


'Voor de tiende keer, Fernie,' zei Valerie terwijl ze naar de Haciënda Valencia reden, 'ik weet niet waarom Jazz ons vroeg te komen, maar we konden niet weigeren. Ze zei dat het heel belangrijk is. Jimmy heeft me verteld dat ze absoluut zal moeten verkopen, maar ook dat ze de zaak heel lang kan rekken als ze wil.'

'Je hebt vermoedelijk wel gelijk,' gromde Fernanda, 'maar waarom heb je haar niet gevraagd naar ons in het hotel te komen wanneer het ons uitkwam ? Georgina en ik wilden vandaag naar Beverly Hills om te winkelen.'

'Doen jullie nooit iets anders dan winkelen?'

'Weet jij andere dingen die je hier kunt doen?' mompelde Fernanda.

Goddank dat er zoiets als winkelen bestond. Als twee vrouwen samen gingen winkelen, vermoedde niemand dat ze een hotelkamer hadden gereserveerd zodat ze de hele middag samen konden zijn. En als ze zonder pakjes thuiskwamen, was dat ook niets bijzonders. Ze was nu zo rijk, dat ze wekenlang kon winkelen zonder ooit iets naar haar zin te vinden. Het was enig om zo moeilijk te zijn en niets goed genoeg te vinden.