Verslaafd aan jou(138)
Ik wierp mijn hoofd in mijn nek en gilde het uit van woede. Ik had het helemaal met iedereen gehad. En omdat ik niet tegen de geluidsinstallatie op kon boksen, trok ik een van mijn pumps uit en smeet die ernaartoe. De cd sloeg over waardoor het kwartetje in mijn huiskamer zich opeens bewust werd van mijn aanwezigheid. Ik strompelde naar de installatie en zette het geluid af, toen keerde ik me naar hen om.
‘Als de sodemieter mijn huis uit,’ beet ik hen toe. ‘En snel een beetje.’
‘Wie is dat nu weer?’ vroeg de roodharige vrouw onderop. ‘Is dat je vrouw?’
Er stond even een zweem van gêne en schuld op Cary’s gezicht te lezen, maar toen glimlachte hij brutaal. ‘Mijn huisgenote. Kom erbij, meisje, hoe meer zielen, hoe meer vreugd.’
‘Cary Taylor,’ waarschuwde ik hem, ‘je kunt maar beter uitkijken, ik heb een erg slechte avond achter de rug.’
De donkerharige man liet Cary los, kwam overeind en slenterde op me af. Toen hij dichterbij kwam, zag ik dat zijn bruine ogen onnatuurlijk verwijd waren en dat de slagader in zijn nek heftig klopte. ‘Daar weet ik wel wat voor,’ bood hij met een verlekkerde grijns aan.
‘Waag het niet dichterbij te komen.’ Ik ging anders staan zodat ik hem indien nodig van me af kon slaan.
‘Laat haar met rust, Ian,’ snauwde Cary, die overeind kwam.
‘Kom dan, meisje,’ vleide Ian. Het irriteerde me mateloos dat hij Cary’s koosnaam voor mij gebruikte. ‘Je kunt wel wat lol gebruiken. Ik kan je daarbij wel helpen.’
Het ene moment stond hij pal voor mijn neus, het volgende knalde hij met een kreet van pijn tegen de bank. Gideon kwam kokend van woede tussen mij en de anderen staan. ‘Doe dat in je eigen kamer, Cary,’ beet hij hem toe. ‘Of ga ergens anders naartoe.’
Ian lag te jammeren op de bank en probeerde het bloed dat uit zijn neus spoot met beide handen te stelpen.
Cary griste zijn spijkerbroek van de grond. ‘Je bent mijn moeder niet hoor, Eva.’
Ik stapte om Gideon heen. ‘Had je je lesje nu nog niet geleerd nadat je het met Trey hebt verknald, stomme lul die je bent?’
‘Trey heeft hier niets mee te maken!’
‘Wie is Trey nu weer?’ vroeg de nepblondine terwijl ze opkrabbelde. Toen ze Gideon eens goed bekeek, stak ze meteen haar borst vooruit en haar billen naar achteren. Ze had eerlijk gezegd best een mooi figuur.
Haar moeite werd beloond met een blik die zo afkeurend, laatdunkend en geringschattend was dat ze uiteindelijk zo netjes was om te blozen en zich bedekte met een nauwsluitend goudkleurig jurkje dat ze van de grond raapte. En omdat ik een rotbui had, zei ik: ‘Trek het je niet aan, hij heeft nu eenmaal liever brunettes.’
Gideon wierp me een dodelijke blik toe. Ik had hem nog nooit zo woest gezien. Hij stond letterlijk te trillen van woede.
Ik schrok ervan en deinsde achteruit. Hij vloekte luid en ging met zijn handen door zijn haar.
Ik had het opeens helemaal gehad met de mannen in mijn leven en draaide me afgepeigerd om. ‘Zorg dat ze weggaan, Cary.’
Ik liep de gang op en trapte onderweg mijn andere pump uit. Binnen een minuut had ik mijn jurk uitgetrokken, had ik de badkamer bereikt en stapte ik onder de douche. Ik bleef uit de straal totdat het water warm genoeg was en ging er toen onder staan. Ik was te moe om lang te blijven staan en liet me op de grond zakken, waar ik mijn armen om mijn benen sloeg en met mijn ogen dicht het water op me neer liet komen.
‘Eva.’
Ik kromp ineen toen ik Gideon hoorde, en maakte mezelf nog kleiner.
‘Verdomme nog aan toe!’ viel hij uit. ‘Je bent de enige die me zo pisnijdig kan krijgen.’
Ik gluurde naar hem tussen de slierten nat haar door. Hij liep heen en weer in de badkamer, zonder colbert en met zijn overhemd uit zijn broek. ‘Ga naar huis, Gideon.’
Hij bleef staan en keek me vol ongeloof aan. ‘Ik laat je hier echt niet alleen achter. Cary is volkomen doorgeslagen! Het scheelde maar een haartje of die gore klootzak had je te grazen genomen.’
‘Dat zou Cary echt niet laten gebeuren, hoor. Cary en jij zijn me nu even te veel.’ Ik wilde het liefst alleen zijn.
‘Dan houd je het maar op mij alleen.’
Ik streek ongeduldig het haar uit mijn gezicht. ‘O, dus jij hebt voorrang, vind je?’