Reading Online Novel

Nanny Slaat Terug(44)



‘O, zo ver komt het vast niet,’ zeg ik. Ik zie dat Grace zich in veiligheid heeft gebracht onder de tafel, beschermd door stoelpoten en buiten puppybereik.

‘Jij hebt toch drie verdiepingen?’

‘Met de kelder erbij. Maar we hebben maar één bruikbare badkamer, het is een grote puinhoop en we moeten huurders nemen…’

‘Wij kunnen je huurders worden,’ stelt ze voor. Ik schiet in de stress.

‘Maar we hebben die ruimte nodig voor kinderen!’

‘O, Nan,’ roept ze uit, en er trekt een brede glimlach over haar gespannen gezicht. ‘Dat heb je nooit eerder gezegd!’ Ze legt haar handen op mijn schouders. ‘Kinderen! Ben je in verwachting?’

‘Nee, nee, maar…’

‘Zijn jullie het aan het proberen?’

‘Nou…’

Ze trekt me in een omhelzing. ‘Dat is het heerlijkste nieuws wat ik deze ochtend heb gehoord. Nee, het hele jaar.’

Ik verslap met mijn armen nog om haar heen. ‘Zo heerlijk voelt het niet.’

‘Wat bedoel je?’ Ze houdt me op armlengte en neemt me onderzoekend op.

‘Ik bedoel dat als ik een baby in een kinderwagen zie, ik niet de neiging heb het kind in mijn zak te stoppen of wat broedse vrouwen ook maar beweren. Integendeel.’

‘En Ryan?’

‘O, het lijdt geen twijfel wat Ryan wil.’ Ik loop om haar heen de gang in om het pakje te halen. ‘Bewijsstuk A.’ Ik maak het pakje open en laar zien wat erin zit: een kleurige, gebreide handschoen met op elke vinger een dierenkop.

‘Ooh,’ zwijmelt mam. Ze neemt de handschoen van me over en trekt hem aan. ‘Wat snoezig!’ Ze laat de dieren naar haar gezicht bewegen.

‘Op het briefje stond: ‘“Ik vraag je alleen de (hand)schoen te passen.”’

‘Wat is het toch een fantastische vent.’ Ze schuift de handschoen van haar hand en legt hem op het werkblad. We kijken er allebei naar, maar ieder met een heel andere gezichtsuitdrukking. Mam werpt een blik op mij, pakt de handschoen en geeft hem aan me terug. ‘Nou, je bent er dus nog niet aan toe, meer niet.’

‘Denk je?’

‘Zeker weten.’ Ze pakt een beker en schenkt zich koffie in uit de kan.

‘Kun je dat ook tegen hém zeggen?’ Ik glij langs de koelkast op het koele linoleum en trek de puppy’s op mijn schoot. ‘Mijn moeder moet een briefje voor me schrijven. Ik ben er nog niet aan toe om moeder te worden.’

‘Dat kun je hem zelf wel vertellen, Nan.’

‘Ik heb mijn best gedaan.’ Ik leg de hondjes kop aan staart tussen mijn uitgestrekte benen.

‘Heb je zin in eieren?’ Ze kijkt me peinzend aan. ‘Ik heb wel zin om naar McDonald’s te gaan.’

‘Ik woon op een steenworp afstand van elk fastfoodrestaurant van Amerika. Ik kom hier juist voor Zabar’s.’

‘Je weet hoe ik tijdens een crisis altijd snak naar een Sausage McMuffin.’

‘Dus dat is het?’ Ik wrijf over de roze hondenbuikjes.

‘Ga eens opzij.’

Ik til een bil op, waarbij ik probeer de hondjes niet wakker te maken, en mam trekt de koelkastdeur achter me net ver genoeg open om eieren en worst te kunnen pakken. ‘Ik moet eraan toe zijn?’

‘Ja. Wil jij ook wat?’

‘Nee. En als ik er nou nooit aan toe kom?’

Ze bukt zich om een koekenpan uit een kastje te pakken en denkt er even over na. ‘Dan,’ zegt ze met een verdrietige berusting in haar stem, ‘dan zul je wel geen kinderen krijgen, denk ik.’

‘Dus we zitten allemaal te wachten of ik een gevoel krijg of niet? Dat is toch verschrikkelijk?’

‘Dat is een revolutie, Nan. Dat is jóúw recht, waar ik voor heb gevochten. Wat wil je dat ik zeg?’ Ze kijkt naar me en ik zie dat er zoveel is wat ze niet zegt, probeert niet te zeggen, dat ik haar vraag zorgvuldig afweeg.

‘Ik denk…’ Ik kijk naar de binnenstebuiten geklapte oren en lodderoogjes van de puppy’s. ‘Ik wil horen dat ik me eens over dat verlammende idee heen moet zetten dat een goede moeder er honderd procent klaar voor is. En ik wil horen dat als het kind er eenmaal is, alles als bij toverslag op zijn plaats valt.’

‘Niet waar.’ Ze schudt haar hoofd. De blauwe vlammetjes springen aan onder de oude Le Creuset-koekenpan.

‘Wel waar. Ik wil horen dat het allemaal goed komt.’

‘Ja, natuurlijk komt het allemaal goed, maar misschien zonder kinderen.’

Ik kijk naar haar op. Ik probeer mijn verdriet om haar gelatenheid te onderdrukken en de dankbaarheid te voelen die zij bij me hoopt te wekken door de beslissing aan mij over te laten, maar dan schrikken de hondjes van een knarsend geluid van boven. Grace springt op en begint te blaffen.