Nanny Slaat Terug(46)
‘Het spijt me heel erg,’ zeg ik snel.
‘Dat hoeft niet.’ Ze pakt haar kop-en-schotel van de tafel. ‘Het is iets wat ze van hun vader hebben geleerd, denk ik. Bedriegen.’
Mijn gezicht gloeit. ‘Ik denk dat de jongens u nog meer stress wilden besparen, gezien de omstandigheden.’
Ze kijkt me even aan en accepteert dan de elegante draai die ik eraan geef. Ik adem nerveus in. Ze glimlacht. ‘Dat is heel vriendelijk van ze,’ zegt ze.
‘Het zijn fantastische jongens en ik ben dolblij dat Stilton is aangenomen,’ zeg ik ernstig, hoewel het moment waarop ze een kop gloeiend hete earl grey in mijn gezicht slingert steeds dichterbij lijkt te komen.
‘Je herinnert je Grayer natuurlijk nog wel.’ Ik deins iets achteruit bij die erkenning van het feit dat we elkaar twee weken geleden hebben gezien, met mijn handen klaar om oma’s tas te pakken en als schild te gebruiken. ‘Maar Stilton…’ vervolgt ze met een ingekeerde glimlach, ‘dat is mijn fijne verrassing.’
‘Hij is fantastisch. En Grayer gaat heel goed met hem om.’
‘Ik heb een paar miskramen gehad nadat Grayer op St. Bernard’s was begonnen.’ Ze snuft.
‘Wat akelig voor u,’ zeg ik, overdonderd door de toenemende intimiteit. ‘Ik moet er niet aan denken. Dat moet vreselijk zijn geweest.’
‘Het was… pijnlijk. Uiteindelijk zeiden ze dat mijn eitjes domweg te oud waren.’ Ze lacht even bij het woordje ‘oud’, zoals sommige mensen de namen van ziektes fluisteren. ‘We hebben een fantastische eiceldonor gevonden, echt fantastisch.’ Voor het eerst sinds mijn komst lichten haar matte ogen op. ‘Gepromoveerd, speelt viool, een schat van een meid. Dat hebben we dus een paar jaar geprobeerd, maar toen zeiden ze weer dat mijn baarmoeder “op non-actief was gesteld”.’ Weer dat lachje, nu bij wat ik opvat als een eufemisme voor de overgang. ‘Maar we waren zo gehecht geraakt aan de donor, het was echt zo’n verrukkelijk meisje, dat we een surrogaatmoeder hebben gevonden om het kind te dragen. Tegen die tijd stond Mr. X zo onder druk, want hij ging bij de bank weg en zette zijn eigen hedgefonds op, dat we besloten dat het makkelijker was om een spermadonor te nemen. En voilà, daar was mijn schatje dan. Het is echt een lieverd, hè?’
Ik zet het allemaal even op een rijtje. ‘Ja. Ik heb zijn kamer gezien. Zijn passie voor het hooggerechtshof is indrukwekkend.’ Ik lach. Mrs. X glimlacht niet-begrijpend. ‘Grayer lijkt een bijzonder goede invloed op hem te hebben. Ik weet nog hoe leuk wij het samen hebben gehad,’ waag ik me voorzichtig in het troebele diepe.
‘Hm.’ Ze maakt het geluid met haar gesloten lippen, waar een glimlachje om speelt. Ze knikt even in zichzelf, met haar ogen op het tapijt gericht.
‘We hebben zoveel lol gehad samen…’
‘Ja,’ onderbreekt ze me gedecideerd. ‘Je hebt een paar keer op hem gepast.’
‘Ik, eh…’ Mijn adem stokt in mijn keel en we kijken elkaar aan. Dan wordt haar gezicht opeens mild. ‘Maar hij vond jou het leukst, dat weet ik nog wel.’
Er wordt aan de deur gebeld.
‘Het was heel gezellig.’ Mrs. X veegt nog een paar denkbeeldige kruimels van haar schoot. ‘Ik ben heel blij dat we dit gesprekje hebben gehad. Zou jij even open willen doen? Ik heb de kracht niet om op te staan.’
‘Natuurlijk.’ Ik sta op. Dus… we hebben vastgesteld dat ik hier heb gewerkt… zo’n beetje. En dat Grayer en ik een hechte band hadden… relatief gezien. En verder gaan we niet… waarschijnlijk. Ik loop naar de hal en open de zware voordeur voor twee in Chanel geklede dames van in de vijftig. Als Lewis Carroll en Tom Wolfe samen hadden geschreven, hadden hun Twiedeldie en Twiedeldom er zo uitgezien. Identieke blonde, geföhnde kapsels, identieke bouclé pakjes, het ene lichtblauw, het andere roze, identieke zwarte Kelly-tassen, identieke zwarte ballerina’s en op elkaar lijkende, aristocratische trekken, vermoedelijk geconserveerd door dezelfde smaakvolle dermatoloog.
‘Bunny? Saz? Kom binnen,’ roept Mrs. X zo zwakjes alsof de lucht opeens ijl is geworden.
De twee dames omzeilen me en haasten zich de kamer in om Mrs. X op haar bleke wang te zoenen. ‘Schat, hoe ís het?’ zeggen ze allebei met een welhaast zuidelijk temperament terwijl ze op de bank tegenover de hare gaan zitten. ‘Ben je helemaal alléén?’ Een van de twee leunt medelijdend naar voren.
‘Ik overleef het wel,’ zegt Mrs. X met een kranig glimlachje.
‘Het spijt ons ontzettend dat we niet eerder zijn gekomen…’
‘Niet eerder…’
‘We zitten tot over onze óren in dat benefietgala…’