Een zee van verlangen(8)
En nu stond hij hier niet meer tegenover de ouder wordende markies, maar tegenover iemand die opvallend veel op hem leek. Een sombere stemming maakte zich van hem meester toen het tot hem doordrong wie de bezoeker was. Al wilde hij het nog zo graag, hij kon het niet ontkennen, de gelijkenis tussen vader en zoon was té groot. De erfgenaam van de overleden lord was eindelijk naar huis teruggekeerd, misschien om zijn markizaat op te eisen en daarmee ongetwijfeld de hand van Adriana Sutton. Welke man kon zo’n beeldschone vrouw afwijzen… of een bruidsschat die groot genoeg was om het een arme sloeber te doen duizelen?
Onder de indringende, nieuwsgierige blik van de officier, die zijn wenkbrauwen laatdunkend optrok, wilde Roger niets liever dan hem met beledigingen overladen. Al was het maar om zijn eigen toenemende frustratie over de onrechtvaardigheid dat iemand die al rijk was de enorme bruidsschat ten deel zou vallen als hij met lady Adriana trouwde. Maar met de wolfshonden die gereedstonden om aan te vallen, had Roger niet de moed om iets anders te doen dan zich terug te trekken achter een grote plant.
Adriana kon geen logische verklaring vinden voor het gedrag van de honden. Ze vroeg zich af of ze misschien dol waren geworden. Ze haatten buitenstaanders. Zelfs met geregelde bezoekers waren ze niet geneigd vriendschap te sluiten, zoals bewezen werd door hun hardnekkige weigering in Roger iets anders te zien dan een vijand. Toch schenen ze om een ondoorgrondelijke reden gemotiveerd deze geüniformeerde officier te verdedigen. Ze kon alleen maar aannemen dat hij een ver familielid was. Als hij een vreemde was, had ze geen idee wat het doel van zijn bezoek kon zijn.
Het was Samantha die het mysterie oploste toen ze uit een verdoving leek te ontwaken en met een kreet van verrukking op de officier af stormde. ‘Colton! Lieve broer van me, ben je het echt?’
Voor de man de kans kreeg om te antwoorden, had Samantha zelf haar conclusies al getrokken en wierp zich in zijn armen, hem bijna smorend in haar enthousiasme. Deze keer kon hij zijn stok vasthouden toen hij de omhelzing van zijn zus beantwoordde. Het duurde even voor Samantha hem losliet en met een triomfantelijke lach tegen zijn arm leunde. Volkomen onbewust van de woede en wrok waarmee Roger Elston worstelde, en van de emotionele ontreddering van Adriana Sutton, die met knikkende knieën en open mond naar de officier staarde, genoot Samantha hemelse vreugde nu haar broer eindelijk, ten langen leste was thuisgekomen.
Samantha klemde haar handen om zijn stevige armen en probeerde ze vergeefs te schudden. Zonder zich van de wijs te laten brengen, verklaarde ze vrolijk: ‘O, Colton, ik herkende je bijna niet. Je moet enorm gegroeid zijn in al die jaren dat je weg was! Ik had nooit kunnen denken dat je net zo lang zou worden als papa. Je ziet er zo… zo… volwassen uit, of moet ik, meer naar waarheid, zeggen zo knap en gedistingeerd?’
Adriana’s mond, die wijdopen had gestaan, klapte dicht. Ze kon niets anders doen dan staren naar de nieuwe markies van Randwulf, een man aan wie ze op haar zevende jaar beloofd was. Ze zocht in zijn gezicht naar een gelijkenis met de jongen die ze vroeger gekend had. Jaren geleden hadden hun respectieve ouders alles in het werk gesteld om hem te overtuigen van het verstandige en weldoordachte van het contract dat zijn vader had voorgesteld, maar James Colton Wyndham was met zijn zestien jaren onverzettelijk in zijn weigering om het te accepteren. Hij was vertrokken en had zich niet meer laten zien. Tot vandaag. Adriana zou graag hebben gezien dat hij als volwassene zo afzichtelijk was geweest als een wrattenzwijn. In plaats daarvan werd ze getroffen door de veranderingen die zich in hem hadden voltrokken sinds hij afscheid had genomen van Randwulf Manor. Als jongen had Colton keer op keer bewezen dat hij er een eigen mening en wil op nahield, en na al die jaren was Adriana gaan geloven, net als zijn zus, dat hij nooit meer zou terugkomen. Nu was hij tweeëndertig en geen jongen meer, maar in elk opzicht een man.
Het was een simpel feit dat Colton Wyndham als volwassen man veel knapper was dan hij als jongen was geweest. Hij was langer, sterker, knapper en mannelijker. Hij had het knappe, aristocratische uiterlijk dat elk meisje aan zijn voeten zou brengen. Geen wonder dat ze vroeger verliefd op hem was geweest. Hij was haar prins, haar witte ridder. En nu was hij thuis, gereed om het markizaat over te nemen. Hoewel ze vermoedde dat hij nog op de hoogte gesteld moest worden van de voorwaarden die zijn vader voor hem had vastgelegd, vroeg ze zich af of hij zich zou neerleggen bij de eisen van het contract of ze zonder meer van de hand zou wijzen, zoals hij jaren geleden had gedaan. De onzekerheid gaf haar een vreemd, onrustig gevoel, en ze vroeg zich af wat haar meer in verwarring zou brengen: de voltrekking van het huwelijk of de verwachte afwijzing.