Reading Online Novel

Een zee van verlangen(7)



Pas toen ze een eindje verderop was, durfde Adriana zich weer naar hem om te keren. Ze deed het uitdagend, zwaaide haar rok nog een keer om zich heen voor ze hem losliet en hief hooghartig haar kin op om blijk te geven van haar ongenoegen.

Hij grinnikte vrolijk terwijl hij haar aanstaarde. Ze was al heel vaak met geile blikken bekeken als ze met haar tante van vaderskant door de straten van Bath liep of met haar zuster in Londen, maar dit was iets heel anders. Bij het zien van de blik in zijn grijze ogen vroeg ze zich onwillekeurig af of die ook maar enigszins anders zou zijn als ze spiernaakt voor hem stond. Ze kon bijna zweren dat hij naar haar keek alsof hij iets met haar van plan was en al bezig was de delen van haar lichaam af te tekenen waarmee hij met zijn verleiding zou beginnen.

Wat een lef! dacht ze kwaad en gordde zich aan om hem met woorden te geselen.

‘Sir, ik moet protesteren!’

Een paar seconden verstreken voordat het tot Adriana doordrong dat niet zij die woorden had gesproken, maar Roger Elston. Verbluft keek ze om zich heen en zag dat hij met een van woede vertrokken gezicht naar hen toe kwam. Hij had zijn vuisten gebald en de knokkels zagen wit. Hij leek een confrontatie met de man uit te lokken, zo nodig met hem op de vuist te gaan.

De wolfshonden waren naast de voeten van de onbekende op de grond neergeploft, maar toen ze zich bewust werden van Rogers nadering, sprongen ze luid blaffend overeind. Er viel een plotselinge stilte in de hal. Met fel glinsterende ogen en dreigend ontblote tanden lieten de honden duidelijk blijken dat ze zouden aanvallen als Roger nog één stap dichterbij kwam. Het gevaar was groot genoeg om hem struikelend tot staan te brengen. Roger had nooit enig teken van zwakte bespeurd bij een van de honden bij zijn vorige bezoeken aan Randwulf Manor, al waren Aris en Leo al achttien jaar oud. Helaas kon hij ook nu niets daarvan merken. De uitstekende conditie van beide dieren had hem dankbaar gemaakt voor de veel te zeldzame keren dat ze om een of andere reden werden achtergelaten als de familie met hun vele vrienden ging paardrijden. Maar veel vaker werd het paar tot zijn grote spijt aangemoedigd om met hun paarden mee te rennen. In de meeste gevallen waren ze ver vooruit gehold om het struikgewas of het heuvelachtige terrein te verkennen, in een gretig verlangen hun klauwen te zetten in grotere dieren of kleinere te verslinden, afhankelijk van wat ze tegenkwamen.

Roger had hetzelfde gevaar onder ogen gezien toen hij Adriana de eerste keer naar Randwulf Manor was gevolgd. De honden waren op hem afgestormd, zó wild blaffend dat Adriana gedwongen was geweest tussenbeide te komen om te verhinderen dat ze hem in stukken zouden scheuren. Bij latere gelegenheden had hij haar de honden met zacht berispende woorden zien kalmeren, wat voldoende reden was om aan te nemen dat de reusachtige dieren haar net zo adoreerden als de leden van de familie Wyndham. Haar nabijheid versterkte meestal zijn zelfvertrouwen, maar op dit moment staarde ze met opengesperde ogen naar het tweetal, alsof ze niet kon geloven dat ze op hem af zouden springen om een volkomen vreemde te verdedigen. Behalve dat hij geen vreemde was.

Maanden geleden was Roger wreed herinnerd aan zijn lage afkomst. Dat was gebeurd spoedig nadat hij was gearriveerd in zijn streven om bij Adriana te zijn. Hij was niet de enige die met dat doel was gekomen. Een stuk of twaalf andere aanbidders waren even doortastend als hij. Later hadden ze zich verzameld in de salon van de Wyndhams, waar Roger, tijdens hun tête-à-tête met Samantha, haar ouders en andere kennissen, zich steeds meer bewust werd van de indrukwekkende rij portretten aan de muren, een bewijs van het zeer knappe en gedistingeerde geslacht van de Wyndhams. In een poging niet alleen zijn nieuwsgierigheid te bevredigen naar de adel in het algemeen, maar specifiek naar de bloedverwanten van zijn gastheer, had Roger aandachtig elke gelijkenis bestudeerd. Eén portret in het bijzonder, een groot olieverfschilderij van Sedgwick Wyndham zelf, die statig naast dezelfde haard stond waarboven het portret nu hing, had het meest de aandacht getrokken en veel bijgedragen tot Rogers ongerustheid. Het portret, dat al bijna twintig jaar oud was, bewees niet alleen het opvallend knappe uiterlijk van lord Sedgwick toen hij een jaar of veertig was, maar ook de jeugdige fitheid van het paar wolfshonden.

Niemand die de markies had leren kennen, kon het talent van de schilder ontkennen. Hij had zijn model met ongelooflijke nauwkeurigheid geschilderd. Zelfs nu nog, vele jaren later, werden de mensen gefascineerd door de mooie, glanzende donkere ogen die vanaf het doek naar hen leken te fonkelen. Het fijnbesneden gezicht was zo opvallend knap dat een doorsnee man die ernaar keek zich in vergelijking daarmee gemakkelijk onbeduidend kon voelen.

Het was of die heldere grijze ogen het vermogen had de geheimen van iemands hart te doorgronden en, nog verontrustender, zich te focussen op zijn eigen innerlijk. Roger had die ervaring vergeleken met het turen naar het ingewikkelde mechanisme van je eigen karakter. Daarna had hij lord Randwulf gehaat om wat hij over zichzelf ontdekt had, niet in het minst over het ontmoedigende vooruitzicht van zijn eigen aspiraties. Adriana behoorde tot de adel, was de dochter van een graaf, en ze voelde zich op haar gemak te midden van de welgestelde landadel. Niettemin had Roger, zich bewust van het lot dat hem te wachten stond als hij haar niet voor zich zou kunnen winnen, de remmingen van zijn nederige geboorte van zich afgezet, in zijn toenemende verlangen haar de zijne te kunnen noemen.