Hoofdstuk 1
Margaret Mary Shepherd was nooit het type vrouw geweest dat door mannen met hun ogen werd uitgekleed. Jason Garrett mocht dat van haar echter best doen. Zijn donkere krullen en broeierige blik intrigeerden haar meteen mateloos.
Maggie stond in de deuropening van zijn penthouse en hoorde een kind jammeren. Ze wist precies wanneer het aantal decibellen omhoog zou gaan. De man kromp ineen en kreeg een enigszins panische blik in zijn ogen. Haar verschijning had nu beslist geen prioriteit voor hem.
‘Ik hoop van harte dat u Ms. Shepherd van De Nanny’s bent,’ zei hij.
‘Dat klopt.’
‘Gelukkig.’ Hij hield de deur uitnodigend open. ‘Ginger Davis had beloofd dat u er binnen een uur zou zijn.’
‘Ze zei dat het een noodgeval was, Mr. Garrett.’
Hij haalde zijn vingers door zijn haar, zo te zien niet voor de eerste keer. Omdat hij zo lang was, moest ze naar hem opkijken. Zijn gekreukte witte overhemd met opgerolde mouwen en losgetrokken stropdas maakten hem des te aantrekkelijker.
‘Ik heb een nanny nodig.’ Het klonk wanhopig. ‘Ginger heeft me verzekerd dat baby’s uw specialiteit –’
Een woedend babygehuil klonk op. ‘Wat een timing. Uw zoon, neem ik aan?’
‘Mijn zoon, ja.’
‘Ik ga wel even –’
‘Wacht!’ Hij keek in de richting waar het gehuil vandaan kwam. ‘Volgens uw werkgever bent u de beste, maar ik wil daar graag bewijs van zien.’
Maggie had hem het liefst verteld wat hij kon doen met zijn bewijs nu de baby zo huilde. ‘Daarom hebt u ons toch gebeld? Het bureau heeft een goede naam opgebouwd. Achtergrond en diploma’s van het personeel worden grondig gecheckt. Geruststelling hoort bij de service.’
‘Ik heb nog geen kans gehad om Ginger Davis en De Nanny’s na te trekken. Maar ik neem niet Ginger&Co in dienst, ú bent degene die voor mijn zoon zal zorgen. De huidige omstandigheden nopen mij –’
‘Wat zijn die omstandigheden dan, Mr. Garrett?’
‘Ik heb drie nanny’s gehad sinds de geboorte van mijn zoon, en hij is pas een maand oud. Ik heb iemand nodig die voor hem kan zorgen, iemand die ik vertrouw.’
Het gehuil op de achtergrond werd steeds harder, zodat Maggie het niet meer uithield. ‘Luister, Mr. Garrett, ik weet niet waarom u zoveel moeite hebt een kindermeisje te behouden, maar het sollicitatiegesprek zal even moeten wachten.’ Resoluut liep ze in de richting van het gehuil.
‘Wacht eens even –’
‘Niet zolang de baby zo aan het huilen is.’ Ze haastte zich door de gang. Ondertussen merkte ze wel iets op van het luxueuze interieur. Die Mr. Garrett was vast schatrijk. Dat maakte echter niets uit voor het kleine kind dat duidelijk van streek was. Ze vond de babykamer en liep snel naar de wieg. De baby was rood aangelopen, en het gehuil was veranderd in wanhopig gesnik. Zijn handjes en voetjes vlogen driftig alle kanten uit en zijn mondje trilde op de manier waarop baby’s dat zo aandoenlijk kunnen doen.
Zonder aarzeling pakte ze hem op. ‘Och, mijn lieve schatje toch,’ zei ze op sussende toon. Ze drukte het ventje tegen haar borst en wreef zijn ruggetje, zodat hij zich veilig voelde. ‘Het komt allemaal goed, dat beloof ik je.’ Ze hield hem stevig vast en wiegde hem heen en weer. Zodra hij voldoende gekalmeerd was, pakte ze hem in de kromming van haar elleboog en greep zijn handjes, die ze met haar duim streelde. Het huilen was inmiddels een stuk minder geworden.
‘Ik weet het, lieverd. Ik begrijp je wel. Je hebt een verschrikkelijk leven. Maar dat gaat veranderen.’ Ze keek op naar Jason, die haar met broeierige blik opnam.
‘Ik was nog niet uitgepraat met u.’ Hij was er kennelijk niet aan gewend de controle te verliezen.
‘Ik wel, tot dit meneertje zeker weet dat er aandacht aan hem wordt besteed.’ Ze knuffelde het jongetje. Naar hem glimlachend vroeg ze: ‘Hoe heet hij?’
‘Brady.’ Hij kwam dichterbij. ‘Brady Hunter Garrett.’ Glimlachend streelde hij voorzichtig met een vinger over het donkere dons op het hoofdje.
Tot op dat moment was hij een en al sombere terughoudendheid geweest, maar zoals hij nu naar zijn zoon keek, zo teder en liefdevol, voelde ze dat haar hart een buiteling maakte. ‘Dat is een mooie, krachtige naam.’ Ze bleef de knuistjes strelen. ‘Aangenaam kennis te maken, Brady Hunter Garrett.’
‘Neemt u altijd zo het heft in handen?’ vroeg Jason.
‘Bent u altijd zo lang van stof?’
‘Wat bedoelt u daarmee?’ De boze blik was terug.
‘Brady’s behoeften komen voor de uwe.’
‘Pas als ik weet dat hij veilig is,’ snauwde Jason.
‘Nu snap ik waarom hier al zoveel nanny’s gekomen en gegaan zijn.’