‘Dat betekent dat u medelijden met me hebt.’
‘Nee, ik –’
‘Dat geeft niet, hoor. Ik vind dat ik mazzel heb gehad. Iedereen is goed voor me geweest. Ik had een dak boven mijn hoofd, een bed om in te slapen en mensen die om me gaven. Ik ben gezond en doe werk dat ik heerlijk vind. Het had zo anders kunnen lopen. Gelukkig gaf iemand genoeg om me om me aan de nonnen te geven.’
Trots keek ze hem aan. Geen enkel teken dat hij haar intimideerde. Hij wist niet wat hij daarvan vond. Gezien zijn recente ervaringen met nanny’s had hij een gezonde dosis terughoudendheid prettiger gevonden.
In eerste instantie had hij haar wat gewoontjes gevonden, hoewel haar grote donkerblauwe ogen iets erg boeiends hadden. Haar bruine haar droeg ze in een lange paardenstaart. Om de een of andere reden wilde hij het graag los zien, misschien dat ze er dan wat minder als veertienjarige babysitter zou uitzien. Toen ze naar zijn zoon had geglimlacht, was haar mond opeens intrigerend geweest. En de tedere blik in haar ogen voor de baby maakte haar mooi. Niet superopwindend of razend knap, maar wel een leuk plaatje. ‘Ben je wel eens nieuwsgierig naar je ouders?’
‘Dat is zonde van de energie.’
‘Ben je dan niet nieuwsgierig?’ Hij vroeg zich immers ook af of Brady straks vragen over zijn moeder zou hebben. Jason was niet van plan hem ooit die akelige waarheid te vertellen. Maggie wist niets en hij vroeg zich af of ze dat vervelend vond. ‘Vraag je je ooit af waar ze zijn? Wat voor mensen het zijn? Waarom je bent zoals je bent?’
Zwijgend keek ze hem aan. Toen stond ze op. ‘Als dit uw manier is om te zeggen dat ik niet geschikt ben als nanny…’
Hij stond ook op en merkte voor het eerst op hoe klein ze eigenlijk was. ‘Ik wilde niet indiscreet zijn. Maar als vader heb ik wel het recht om te weten aan welke vrouw ik de zorg voor mijn zoon toevertrouw.’
‘Als u me niet vertrouwt, heb ik liever dat u dat gewoon zegt.’
‘Ik heb niets gevonden om mijn mening te herzien.’
‘Mooi. Als u het dan niet erg vindt, ga ik mijn spulletjes uitpakken.’
‘Heb je nog even? Ik heb nog een paar vragen.’
Ze aarzelde en nam toen weer plaats.
‘Wanneer had je voor het eerst in de gaten dat je een babyfluisteraar bent?’ Hij liep om het bureau heen en leunde op de hoek ervan. ‘Pure nieuwsgierigheid.’
‘Ik had altijd kinderen om me heen. In het tehuis moest iedereen een handje helpen. Mijn eerste bijbaantje tijdens mijn opleiding was bij een familie met vier kinderen.’ Ze perste haar lippen eventjes op elkaar. ‘Baby’s vond ik leuker dan grotere kinderen.’
Jason vroeg zich af wat ze minder leuk vond en wat ze na haar opleiding had gedaan. In de informatie stond alleen dat ze het klooster in was gegaan, maar dat ze de gelofte niet had afgelegd. ‘Waarom wilde je non worden?’
‘Ik bewonderde de vrouwen die me hadden opgevoed en wilde net zo zijn. Ik wilde iets teruggeven, omdat ik zelf zo geholpen ben.’ Ze keek oprecht en onschuldig, maar kon de schaduwen niet verbergen.
‘Er zijn heel veel andere altruïstische beroepen waar je dan uit kunt kiezen.’
‘Ik wist wat ik achterliet.’
Dus ze had vriendjes gehad en wilde toch het klooster in. Misschien juist wel daarom? ‘Maar je vond niet wat je zocht bij de nonnen?’ Hij wist dat hij over een grens ging, maar hij was oprecht nieuwsgierig.
Ze slaakte een zucht en dacht lang na. ‘Nee, het was meer dat ik niet uit het nonnenhout ben gesneden.’
Onwillekeurig glimlachte hij. ‘O?’
‘Als je voor de gelofte staat, ga je nadenken. Ik had te veel twijfels.’
‘Over?’
‘Mezelf. Ik wist gewoon niet zeker of ik de gevraagde opoffering en al die toewijding kon volhouden.’
‘Aha.’
‘Trouwens, wat verwacht u eigenlijk van me?’
‘Dat je voor Brady zorgt. Voor alle andere zaken heb ik ander personeel. Laat Linda maar weten als je iets nodig hebt.’
‘Goed. Maar dat bedoelde ik niet. Ik merk dat u zich nog niet zo op uw gemak voelt met Brady. Wilt u dat ik u leer hoe u met hem moet omgaan?’
‘Dat is je taak, ja.’
‘Ik bedoel het niet vervelend, maar dit is anders.’
‘Hoezo?’
‘U bent een alleenstaande vader.’
‘En? Is dat een probleem? Zoals ik al zei: als ik voor mijn zoon kon zorgen, zou ik het zo doen. Maar ik heb een groot bedrijf.’
‘Dat begrijp ik. Krijgen mensen die voor u werken vrije tijd?’
‘Natuurlijk, maar –’
‘Ik wil één dag per week vrij. Zaterdag tot zondagmiddag. Als het goed is, staat dat in het contract. Kunt u de baby die dag aan?’ Ze keek hem strak aan en toen hij aarzelde, vervolgde ze: ‘Sinds ik voor De Nanny’s werk, is dat nooit een probleem geweest. Maar ik heb altijd met stellen gewerkt.’