Reading Online Novel

De Vuurdoop(169)



Tommy wrong zich door het verkeer van Stockholm met zijn Buick. Hij rekende in zijn hoofd uit hoe rijk hij indirect was. Hij kwam uit op een bedrag van zes nullen met twee cijfers ervoor. Twee betrekkelijk hoge cijfers. Dat was veel voor een jongen die eind jaren vijftig geboren was in de wijk Johanneshov, die stiekem Robin Hoodsigaretten had gerookt, naar Jerry Williams had geluisterd en Het Fantoom en Biggles geweldig had gevonden.

***

*

***

Ze neuriede zacht voor hem, waste hem, kamde zijn haar en trok hem elke dag schone kleren aan. Ze las hem voor uit het boek waarin hij voor het ongeluk aan het lezen was geweest. Ze had het naast zijn bed gevonden met een bladwijzer erin.

De deur naar Alberts ziekenkamer stond op een kier. Jens bleef staan en keek naar binnen. De aanblik van de moeder naast haar bewusteloze zoon was elke keer weer even triest. Hij had een spel kaarten in zijn hand dat hij beneden in de kiosk had gekocht, hij had bedacht dat Sophie en hij een potje konden kaarten om de tijd te doden. Maar nu hij hier stond, was het net of er een muur voor hem was opgetrokken, een onzichtbare muur die het hem onmogelijk maakte om de kamer binnen te gaan. Die het hem onmogelijk maakte om deel uit te maken van haar en Alberts leven. Die het hem onmogelijk maakte om zijn angsten voor eens en voor altijd te trotseren en de warmte binnen te stappen.

Ze zat te lezen, ze schoof een lok uit haar gezicht. Ze was zo mooi wanneer ze niet wist dat er iemand naar haar keek...

Jens draaide zich om en liep weg over de gang.

***

*

***

De sfeer was gedempt en gespannen. De mannen piekerden. Ze zaten in dezelfde kamer als altijd, de vergaderkamer, Björn Gunnarssons persoonlijke rookhok. Björn Gunnarsson, Tommy’s baas, nam een flinke hijs van zijn pijp voordat hij de doodse stilte doorbrak: ‘Wat weten we, Tommy?’

Tommy had onderuitgezakt op zijn stoel gezeten, met zijn blik op het tafelblad. Een paar seconden lang hield hij zijn ogen op een onzichtbaar punt gevestigd voordat hij opkeek.

‘Lars Vinge was labiel. Gunilla was bang voor hem. Dat had ze me tussen neus en lippen door verteld. Op dat moment schonk ik daar niet veel aandacht aan. Maar hij was kennelijk eigenwijs en voelde zich te goed voor de taken die hij toebedeeld kreeg. Hij belde haar, stuurde mailtjes, was agressief en dreigend. Bovendien zijn zijn moeder en zijn vriendin onlangs kort na elkaar overleden. Dat lijkt hem nog verder uit zijn evenwicht te hebben gebracht...’

Gunnarsson luisterde en rookte. Tommy ging verder.

‘Vinge was naar een afkickcentrum gegaan, waar hij na enkele dagen al wegliep. We hebben een geregistreerd telefoontje van hem naar Gunilla op de avond van zijn thuiskomst. Misschien belde hij haar om hulp te vragen, ik weet het niet. Hoe dan ook, kennelijk is ze de ochtend daarop naar zijn huis gegaan. Hij heeft haar doodgeschoten en daarna de hand aan zichzelf geslagen. Alles wijst erop dat hij dat heeft gedaan onder invloed van sterke medicijnen...’

‘Wat voor medicijnen?’

‘Zware medicijnen die je alleen op recept kunt krijgen... Hij was high, hij was eraan verslaafd. Hij had kennelijk een geschiedenis op dat gebied. Ik weet er niet zo veel van, maar volgens Gunilla was het weer geëscaleerd en niet meer in de hand te houden. Dat kan met zijn moeder en zijn vriendin te maken hebben gehad.’

‘En de onderzoeken?’ Gunnarsson lurkte aan zijn pijp.

Tommy veegde onzichtbare slaap uit zijn oog.

‘Op dit punt wordt het wat eigenaardig. Op bureau Brahegatan lag vrijwel niets. Alleen een paar observatieverslagen, een paar foto’s en ander onderzoeksmateriaal.’

‘Hoe komt dat?’

Tommy wachtte even en keek op.

‘Ik weet het niet.’

‘Wat denk je?’

Tommy leek gespannen, alsof wat hij ging zeggen hem fysiek pijn deed.

‘Nou?’ vroeg Gunnarsson met de tabakspijp stevig tussen zijn tanden.

‘Misschien hadden Gunilla en Erik niets, misschien waren ze nog nergens... In elk geval niet zo ver als ze wilde doen blijken.’

Dat laatste zei hij op een verontschuldigende toon, alsof het hem tegen de borst stuitte om kwaad te spreken van de doden.

‘Waarom denk je dat?’ Gunnarssons stem was hees.

‘Je weet dat zij met deze werkwijze bij ons is gekomen. We hebben het klakkeloos geslikt en haar carte blanche gegeven. Misschien schaamde ze zich toen het niet ging zoals ze had gehoopt. Of ze wilde ook in het vervolg financiële ondersteuning krijgen en wist dat dat er niet in zat als ze geen vorderingen kon laten zien.’

Tommy haalde zijn schouders op. ‘Maar dat weet ik niet,’ zei hij.

Gunnarsson zuchtte diep. Hij klopte de pijp uit boven zijn handpalm en gooide de gebruikte tabak in de prullenmand naast zich.

‘En de moorden in restaurant Trasten?’ vroeg hij.

‘Daar werkt Antonia Miller aan. Ik heb haar alles gegeven wat ik van Gunilla had, het weinige wat er was dus. We mogen hopen dat het technisch onderzoek ons daar verder helpt.’