De Vuurdoop(167)
‘Wat een ellende,’ zei hij zacht.
Lars was geneigd het met hem eens te zijn.
‘Maar we gaan dit oplossen,’ zei Tommy knipogend en hij klopte lichtjes met zijn handpalm op zijn been. Hij stond op en ging naar de wc.
Lars zat daar in zijn eentje, hij geeuwde en rekte zich uit.
Toen Tommy terugkwam, liep hij achter Lars langs. Lars begreep er niks van toen hij een harde klap in zijn nek kreeg. Hij begreep er nog minder van toen Tommy zijn beide handen vastpakte, ze op zijn rug draaide en hem uit de fauteuil op de grond trok. Lars kwam met zijn gezicht hard op de vloer terecht met Tommy’s lichaam boven op zich. Hij probeerde zich te verzetten, maar Tommy was in het voordeel. Tommy was taai en sterk, Lars had een kater van de pillen. Het was een ongelijke strijd. Lars protesteerde verward, Tommy zei dat hij zijn bek moest houden en trok een paar handboeien uit het foedraal aan zijn riem en klikte die om Lars’ polsen.
‘Wat doe je, verdomme, wat maak je me nou? Tommy?’
Tommy verdween weer uit de woonkamer. Lars lag plat op zijn buik.
‘Tommy!’ riep hij. Geen reactie. Lars luisterde, hoorde dat Tommy de voordeur opendeed en dat die weer dichtviel. Was hij weggegaan?’
‘Tommy? Niet weggaan!’
Lars lag met zijn armen geboeid achter zijn rug en probeerde na te denken. Hij liet zijn wang op de koude vloer rusten.
‘Tommy!’ riep hij even later, hij voelde zijn eigen adem die teruggekaatst werd door het parket.
Lars hoorde zachte geluiden in de keuken, het klonk alsof er twee mensen stonden te fluisteren...
‘Tommy, toe nou! Kunnen we niet praten?’ Lars’ stem was zwak. Hij lag met zijn gezicht op de grond. Hoeveel tijd er verstreek wist hij niet, maar opeens dacht hij dat hij iemand in de hal zag. Het was Tommy niet, het waren de contouren van een vrouw. Hij kneep zijn ogen tot spleetjes en zag wie het was: Gunilla... Ze stond daar in de deuropening van de woonkamer, tegen de deurpost geleund, met haar handtas over haar schouder.
Er begon hem iets te dagen, iets wat hij bijna niet durfde te denken. Zijn ademhaling werd opeens hard en zwaar. Hij zuchtte een paar keer luid en hoestte toen zijn keel van angst werd dichtgesnoerd.
‘Wat doe je hier?’ wist hij uit te brengen.
Tommy wrong zich langs Gunilla heen het vertrek in. In zijn hand een automatisch pistool met op de loop een lange geluiddemper. Lars probeerde zijn doodsangst weg te hoesten, plaste weer in zijn broek en probeerde rechtop te gaan zitten, maar dat lukte niet met zijn handen achter zijn rug. Het bleef bij schokkerige bewegingen op de gladde, harde vloer; hij leek wel een zeehond op het land. Hij probeerde Tommy tot rede te brengen, maar de angst maakte zijn woorden zwak en onverstaanbaar. Hij probeerde iets tegen Gunilla te zeggen, probeerde duidelijk te maken dat dit overdreven was... dat hij nu niet dood hoefde, dat het in geen verhouding stond tot wat hij had gedaan. Maar ze leek niet te horen of te begrijpen wat hij wilde zeggen.
Tommy ging achter Lars staan, trok hem overeind tot zitten, zette de geluiddemper een centimeter van zijn rechterslaap en zocht Gunilla’s blik. Ze knikte. Lars probeerde weer iets te zeggen. Het bleef bij een sissend geluid dat rook naar panische en hartverscheurende angst.
Tommy haalde de trekker over, plop, bam – het geluid van een harde plof. De kogel ging recht door Lars’ hoofd en sloeg verderop in de muur van de woonkamer in. Een dun straaltje bloed spoot uit Lars’ linkerslaap. Gunilla staarde ernaar. Lars zakte in elkaar. Tommy stapte voorzichtig achteruit en werkte toen snel. Hij ging op zijn hurken zitten, maakte de handboeien los en veegde de vloer schoon waar hij had gestaan.
***
Gunilla voelde het tegenovergestelde van wat ze had verwacht. Ze had gedacht dat ze het fijn zou vinden om hem te zien sterven, een opluchting, een weldadig gevoel na wat hij Erik had aangedaan. Maar dat was niet zo. Ze voelde zich alleen maar leeg en bedroefd. Ze had Tommy gevraagd om Lars op precies deze manier om te brengen, zodat zij het laatste zou zijn wat hij zag. Zodat hij op dat moment zou begrijpen dat hij nooit van haar kon winnen, dat zulke dingen voorbestemd waren. Misschien had hij het begrepen, misschien niet, maar haar gevoel was toch anders dan ze had verwacht. Dat er op zo’n treurige manier een einde moest komen aan Lars’ ellendige, zielige leven had iets tragisch. Ze had genoeg van alles wat met dood te maken had.
‘Bedankt, Tommy,’ zei ze zacht.
Hij keek haar aan.
‘Hoe voel je je?’
Ze antwoordde niet. Tommy stond op met de handboeien in zijn ene en het pistool in zijn andere hand en keek haar aan.
‘Ik mis Erik,’ zei ze zacht.
Tommy zuchtte. Ze keken elkaar lang in de ogen. Hij hief het pistool. Hij hoefde niet te richten, hij haalde gewoon de trekker over. Weer maakte het wapen dat harde, korte, puffende geluid en door de terugslag zwaaide de geluiddemper met een hoek van vijftien graden omhoog. De kogel trof de rechterkant van Gunilla’s voorhoofd.