De Vuurdoop(163)
‘Ik heb informatie,’ zei Lars.
‘Waarover?’
‘Over Gunilla.’
De frons in het voorhoofd bleef waar hij zat.
‘O?’
‘Gunilla doet geen onderzoeken, het is allemaal nep,’ zei hij zacht.
Tommy keek hem vorsend aan.
‘Hoe kom je daar zo bij?’
‘Ik heb de afgelopen maanden voor haar gewerkt.’
Tommy keek Lars grimmig aan.
‘Vind jij dat vier doden in Vasastan geen onderzoek zijn?’
‘Er is een onderzoek gestart in verband met die moorden, maar daar heeft ze zich nooit voor geïnteresseerd.’
‘Wat bedoel je?’ vroeg Tommy.
Lars wilde hem het hele beeld schetsen.
‘Het begon met het afluisteren van die verpleegkundige.’
Tommy had nog steeds die geërgerde frons op zijn voorhoofd.
‘Welke verpleegkundige?’
Lars was gespannen. ‘Wacht even, laat me uitpraten... Hector Guzman lag in het ziekenhuis, Gunilla was daar, ze vatte belangstelling op voor een verpleegkundige op de afdeling, die kennelijk een soort relatie met Guzman was begonnen. Hoe dan ook, we luisterden die verpleegkundige thuis af, Anders Ask en ik.’
Tommy luisterde, zijn rimpel van ergernis ging langzamerhand over in een rimpel van nieuwsgierigheid.
‘Ik moest die verpleegkundige observeren; Gunilla was ervan overtuigd dat zij en Hector een relatie zouden krijgen, en dat was ook zo. Ze had gelijk, zoals gewoonlijk, maar het afluisteren en observeren leverde niets op.’
Tommy wilde iets zeggen, maar Lars praatte verder.
‘De tijd verstreek, Gunilla raakte steeds meer gestrest toen bleek dat er geen nuttige informatie naar voren kwam. Ze haalde er de een of andere gorilla bij, een gewezen me’er die bij de politie van Arlanda werkte, Hasse Berglund. Dat werd haar wapen, samen met Erik en Anders. Toen haar frustratie groeide, reageerde ze op een merkwaardige manier.’
‘Hoe dan?’ Tommy’s stem was zacht.
Lars keek spiedend rond door het park.
‘Ze pakte de zoon van de verpleegkundige.’
Tommy kon het niet volgen.
‘Hasse en Erik haalden hem op voor verhoor, een zogenaamd verhoor. Ze hadden een verhaal bedacht dat de zoon een meisje had aangerand, verkracht...’
Tommy wist niet wat hij ervan moest denken.
‘Zo wilden ze haar in hun macht krijgen... Ik geloof dat ze haar hebben aangeboden de problemen van haar zoon te laten verdwijnen als zij in ruil daarvoor Hector verlinkte.’
Tommy dacht na.
‘En heeft ze dat gedaan?’
Lars haalde zijn schouders op.
‘Ik weet het niet... volgens mij niet, ik geloof niet dat ze iets wist.’
Tommy sloeg op zijn rechterdijbeen.
‘Oké. Dit klinkt niet best, Lars, als het waar is wat je zegt. Gunilla is altijd iemand geweest van de onconventionele methodes, maar nu is ze te ver gegaan, dat is duidelijk. Ik zal met haar praten. Bedankt dat je contact met me hebt opgenomen.’
Tommy stond op en stak zijn hand uit.
‘Dit blijft onder ons, oké?’
Lars keek naar Tommy’s hand.
‘Ga zitten, ik begin nog maar net.’
***
Lars vertelde Tommy Jansson alles wat hij wist, van begin tot eind. Het relaas duurde twintig minuten.
Tommy gaapte hem aan. Zijn gezicht was veranderd.
‘Sodeju...’ fluisterde hij.
Nu streek hij niet over zijn snor, maar krabde met zijn hand aan zijn stoppelige wangen.
‘Godsamme...’
Hij hield zijn blik op Lars gericht. ‘En je hebt alles op band, zeg je?’
‘Ik heb opnames waarop ze over de moord op Sara praat, waar Anders Ask en Hasse Berglund bij zijn. De moord op Patricia Nordström wordt ook genoemd. En er zitten ook gesprekken bij over hoe ze de zoon van de verpleegkundige erin hebben geluisd, hoe ze hem hebben aangereden, over de niet-gesanctioneerde observatie, over haar hele manier van werken. Er zijn aantekeningen en een boekhouding van miljoenen die zij, haar broer en Anders Ask hebben gestolen uit zaken waar ze in de loop der jaren aan hebben gewerkt.’
Tommy vloekte voor de tiende keer binnensmonds.
‘En die jongen? Ligt die nog in het ziekenhuis?’
Lars knikte.
‘Hij is er slecht aan toe.’
Tommy zuchtte en probeerde de puzzel in elkaar te krijgen.
‘Wat ga je doen?’ vroeg Lars.
Die vraag leek Tommy Jansson niet lekker te zitten, alsof hij die liever niet wilde horen.
‘Ik weet het niet... Ik het weet het op dit moment niet,’ zei hij zacht.
‘Volgens mij weet je het wel.’
Hij keek Lars aan.
‘O ja?’
‘Ze is een moordenares, een crimineel... en rechercheur. Jij bent haar chef, zij is dus jouw verantwoordelijkheid.’
‘Wat is je punt?’
‘Dat je twee mogelijkheden hebt.’
‘En dat zijn?’
Lars liet een bejaard echtpaar passeren.