Reading Online Novel

De Orsini broers 03(53)





De politie kwam, gevolgd door een forensisch onderzoeksteam en een aantal rechercheurs. De hoofdrechercheur nam Falco’s verklaring af, maakte notities, en porde met de punt van zijn schoen in het lichaam van Willy Joe.

‘Een kwaadaardige zak,’ zei zijn partner. ‘We hebben hem nagetrokken nadat we een telefoontje van het plaatselijke team hadden gekregen.’

Falco knikte. Het Spoedeisende Hulpteam had zijn wonden schoongemaakt. Ze moesten nog worden gehecht, maar dat kon wachten.

‘Dus je was hier op vakantie toen deze hufter ineens kwam opdagen?’

Opnieuw knikte Falco. ‘Hij dacht vast dat er niemand was en dat hij het huis kon plunderen.’

‘Niet zijn normale werkwijze,’ zei de eerste rechercheur. ‘Hij is jaren geleden gearresteerd omdat hij een kind had verkracht, en daar heeft hij ook voor gezeten.’

‘Tja,’ reageerde Falco, ‘misschien wilde hij nu eens iets anders proberen.’

‘En je was hier alleen. Groot huis, voor een man alleen.’

Falco dwong zichzelf te glimlachen. ‘Ik heb een paar dagen wel iemand bij me gehad,’ zei hij, in de wetenschap dat als ze zijn verhaal natrokken, niemand hen meer informatie kon geven dan dat er een vrouw bij hem was geweest.

De tweede rechercheur schraapte zijn keel. ‘De hoofdinspecteur zegt dat hij je jaren geleden heeft gekend, Orsini. Of in ieder geval dat hij van je heeft gehoord. In het Midden-Oosten. Je was volgens hem bij wat akelige dingen betrokken. Hij zei dat het maar goed was dat Johnson dit huis had gekozen, omdat hij ieder ander die hem had geprobeerd tegen te houden, zeker gedood had.’

In een nonchalant gebaar haalde Falco zijn schouders op. ‘Een geluk bij een ongeluk.’

De rechercheurs keken elkaar aan. ‘Ja,’ zei de hoofdrechercheur met een vlugge glimlach, ‘dat moet het wel zijn geweest, een geluk bij een ongeluk.’



Elle las het in de krant. Ze wist al dat Falco’s missie was geslaagd, omdat zijn vriend Jack een telefoontje van hem had gekregen, had geglimlacht en haar vervolgens had gezegd dat ze vrij was om te gaan en staan waar ze wilde. Meer dan dat had hij niet willen loslaten.

Het artikel bestond uit slechts een paar regels. Een ex-gedetineerde had ingebroken in een huis op Maui en de man die er tijdens zijn vakantie verbleef, aangevallen. De inbreker was hierbij om het leven gekomen. Er werden geen namen genoemd. Het was een duidelijk geval van zelfverdediging geweest, had de politie gezegd, maar het was aan het Openbaar Ministerie om dit te beoordelen.

Met trillende handen liet ze de krant zakken. Haar plaaggeest was dood. Haar minnaar had hem vermoord. De man van wie ze hield, want dat deed ze en dat zou ze ook altijd blijven doen, ook al hield hij niet van haar, had zijn leven en zelfs zijn vrijheid voor haar geriskeerd. En wat had zij gedaan? Ze was gevlucht.

Natuurlijk was hij degene geweest die haar had gedwongen te vertrekken, maar ze had het hazenpad kunnen kiezen toen ze met zijn vriend op het vliegveld was aangekomen. Wat kon die man beginnen? Had hij haar handen dan vastgebonden en haar gillend en schoppend naar het vliegtuig gesleept? Heus niet.

Ze had zich door Falco laten wegjagen omdat ze de gedachte niet kon verdragen dat hij niet van haar hield en dat ook nooit zou doen, dat ze een klus voor hem was, meer niet. Maar al het andere dan?

Hij had haar uit een leven vol duisternis getrokken en haar laten zien dat seks fijn kon zijn. Hij was haar held en had haar demon uit haar leven gejaagd. En zij had hem achtergelaten.

Wat als het Openbaar Ministerie niet tot dezelfde conclusie kwam als de politie? Wat als hij beschuldigd werd van het toebrengen van lichamelijk letsel, doodslag of moord?

Tranen welden op in haar ogen. Haar hele leven, inclusief de afgelopen paar maanden, had ze alleen aan zichzelf gedacht. Nu was het tijd om ook eens aan een ander te denken. Aan die ene man van wie ze altijd zou houden. Haar held. Haar Falco.



Falco zat in zijn kantoor in Manhattan. Op zijn bureau lag een stapel papier, en hij wist dat hij vreselijk veel e-mails had. Die ochtend had hij een vergadering afgezegd, en hij had ook bepaald geen zin in de bijeenkomst die voor diezelfde middag gepland stond. Hij leunde voorover en drukte op de knop op zijn intercom.

‘Ja, Mr. Orsini?’

Falco zuchtte. Al minstens tien keer had hij zijn nieuwe persoonlijke assistente gezegd dat ze hem Falco moest noemen. ‘Wil je mijn afspraak van drie uur annuleren? Verzet hem maar naar volgende week.’

Alsof de situatie volgende week anders zou zijn. Het zou nooit meer anders worden, dacht hij, achteroverleunend in zijn stoel. Er was nog maar één ding waar hij aan kon denken, en dat was Elle. Hij miste haar. Elke ochtend wanneer hij wakker werd, dacht hij meteen aan haar. Het laatste waaraan hij dacht voordat hij ’s avonds in slaap viel, was Elle. En ’s nachts droomde hij van haar.