Reading Online Novel

De Orsini broers 03(49)







Hoofdstuk 12





Wat een magische avond was het geweest. De volgende dag was echter alles anders, inclusief Falco. Hij leek… afwezig. Een ander woord kon ze er niet voor verzinnen. Hij was er wel, maar niet echt. De lange wandelingen over het strand waren verleden tijd. Geen zorgeloos plezier meer. Er was iets, maar wat?

Deze ommekeer was wel erg plotseling tot stand gekomen. De vorige avond was hij zo geweldig geweest, zo teder. Hij had haar vastgehouden, gestreeld en getroost, tot ze in slaap was gevallen. Vroeg in de morgen had ze gemerkt dat hij opstond. Eerst had ze gedacht dat hij naar het toilet zou gaan, maar ze hoorde al snel dat hij zich aan het aankleden was.

Bijna had ze hem gezegd terug in bed te komen, maar omdat hij zo voorzichtig deed, bleef ze stil. Toen hij de kamer verliet zonder een lichte kus op haar lippen te drukken, begon ze echter te twijfelen. Was hij haar anders gaan zien, nu ze hem haar verhaal had verteld?

Ach, nee, dat was belachelijk, zo was hij niet. Elle kleedde zich aan en ging naar hem op zoek, maar waar in huis ze ook zocht, hij was er niet. Even later zag ze hem op het strand, waar hij het ene na het andere telefoontje pleegde. Toen hij klaar was, deed hij zijn T-shirt uit om zich vervolgens honderd keer op te drukken. Daarna leefde hij zich uit in een of andere combinatie van kickboksen, kungfu en taekwondo.

Na een tijdje begon zijn lichaam te glimmen van het zweet. Het lichaam dat ze zo intiem had leren kennen. En toch leek ook zijn lichaam anders. Nog even prachtig, natuurlijk, maar nu zag ze dat het ook als wapen kon worden gebruikt. Uiteindelijk besloot ze binnen op hem te wachten.

‘Hoi,’ zei ze zo luchtig mogelijk, toen hij eindelijk terugkwam. ‘Wat was je aan het doen?’

‘Ik heb de boel laten versloffen,’ antwoordde hij. ‘Nu haal ik dat in.’

Geen kus, geen glimlach, alleen die koele woorden terwijl hij doorliep naar de douche.

Vier dagen later was Falco’s ochtendritueel nog intensiever geworden. Hij leek met zijn telefoon te zijn versmolten en leek alleen nog maar het hoogstnodige tegen haar te zeggen. Het moeilijkste was nog dat ze niet meer tegelijk naar bed gingen. Sinds ze minnaars waren geworden, hadden ze dat altijd gedaan. Nu niet meer.

‘Ga maar,’ zei Falco als het laat werd. ‘Ik kom zo.’

Dan viel ze alleen in slaap, of ze bleef wakker, maar dat maakte geen verschil. Als hij eindelijk in bed kwam, raakte hij haar niet aan. Toch werd ze midden in de nacht dan wakker van zijn harde lichaam tegen het hare, de warmte van zijn adem en de aanrakingen van zijn handen, waarna hij bijna woest bezit van haar nam. Zonder woorden, zonder fluisteringen. Alleen met die opwinding die het lichamelijk contact teweegbracht. En hoe vroeg ze ’s ochtends ook wakker werd, hij was weg.

Eerst huilde ze. Niet waar hij bij was, dat nooit. Haar hart verlangde naar de man die ze als Falco Orsini had leren kennen. Daarna maakten haar tranen plaats voor woede. Waarom zou ze zwelgen in zelfmedelijden? Als ze zich daar jaren geleden aan had overgegeven, was Elle Bissette er nu niet geweest.

Elle Bissette was ontstaan uit vastberadenheid, moed en woede. Woede die gericht was op haar stiefvader, maar ook op zichzelf, omdat ze haar leven niet oppakte. Woede was een sterke en veilige emotie. En op de vierde dag werd ze erdoor verteerd. Als Falco het moeilijk vond de waarheid over haar te accepteren, waarom had hij er dan op gestaan alles over haar te weten te komen? Waarom had hij haar getroost nadat ze alles had verteld? Nu hij de tijd had gehad om erover na te denken, had hij misschien spijt dat hij de liefde had bedreven met een vrouw die een verleden had.

Dacht hij echt dat hij ’s nachts seks met haar kon hebben en haar kon afwijzen als het weer licht was?

Kwaad keek Elle uit het raam. Buiten stond Falco weer die rare oosterse toeren uit te halen. ‘Nu is het wel genoeg,’ zei ze met opeengeklemde kaken, en ze liep naar buiten en struinde op hem af.

Hij leek haar niet te horen en bleef trappende bewegingen om zich heen maken.

Ze snoof; hij zag er belachelijk uit. Alleen… was dat niet zo. Zijn bewegingen waren soepel en mannelijk, en bijna wierp ze zichzelf in zijn armen om hem te zeggen dat ze niet boos of geïrriteerd was, maar dat ze pijn leed, omdat hij bezig was haar hart te breken.

‘Wat wil je?’

Geschokt knipperde ze met haar ogen.

Met zijn handen op zijn heupen, stond hij haar strak aan te kijken. ‘Elle, als je iets op je lever hebt, zeg het dan. Ik ben bezig.’

Elle vernauwde haar ogen, en zonder het zich te realiseren, nam ze dezelfde lichaamshouding aan als hij. ‘Ik wil weten wat er aan de hand is.’

‘Ik ben aan het trainen, dat is er aan de hand.’

‘Je weet best wat ik bedoel. Waar was je deze week?’

Hij staarde haar aan. Even dacht ze in zijn blik te zien dat hij begreep wat ze bedoelde, maar op dat moment greep hij zijn handdoek en wreef ermee over zijn gezicht.