Dazzle(161)
Het was zondagavond laat. Na hun reddingswerk in het archief hadden zij en Casey hun heldhaftige werk gevierd met eten, wijn en liefde voor de open haard. Af en toe renden ze tussendoor heen en weer om uit Casey's slaapkamer en het archief de volle emmers te gaan leeggooien. Het was een vermoeiende dag geweest en Casey sliep weer, dit keer in haar bed. Jazz bekeek hem vol aandacht. Was er een fundamenteel verschil tussen de seksen waardoor een man onmiddellijk na het vrijen in slaap viel, of ook als dat veelvuldig gebeurde op een regenachtige dag waarbij ze aldoor moesten waken tegen overstromingen? Waarom bleef een vrouw wakker en luisterde naar de minder wordende regen en had ze een gevoel als een oververmoeid kind na alle opwinding voor Kerstmis? Ze wilde ook wel slapen, maar kon het niet, omdat ze aan alle nieuwe wonderen in haar leven moest denken. Ze had het gevoel dat ze een hele nacht was opgebleven.
Misschien een saai boek? Ze keek de kamer rond en zag veel boeken, maar niet één ervan was gekocht omdat het waarschijnlijk wel saai zou zijn. Ze had al een rustgevend bad genomen. Ze had geprobeerd van honderd naar nul te tellen. Ze had geprobeerd zich voor te stellen dat ze in een lift stond en naar de nummers van de etages keek. Ze had geprobeerd zich voor te stellen dat ze in een reuzenrad zat dat langzaam achteruitdraaide, maar geen van de gebruikelijke trucs hielp.
Jazz gleed het bed uit, pakte Amilia's map en kroop weer onder het donzen dekbed. Ze dacht aan de brief van haar betovergrootmoeder en dacht dat ze haar slapeloosheid misschien kon tegengaan door met haar halfvergeten Spaans van de middelbare school te proberen de brief in het Engels te vertalen. Dan zouden haar hersens het van pure verveling laten afweten en ze zou in slaap wegglijden, zoals ze zo graag wilde.
Een klein uur later zaten haar ogen halfdicht en haar notities waren vrijwel onleesbaar. De brief was begonnen met een hartelijk maar ook conventioneel welkom heten van de nieuwe bruid, Amilia Moncada y Rivera, door haar toekomstige schoonmoeder, Juanita Isabella Valencia Kilkullen. De twee vrouwen waren blijkbaar achternichten en dat had Jazz nooit geweten. Jazz werd suffer en haar vertaling werd meer en meer raden. De op een na laatste alinea was zo moeilijk te vertalen geweest, dat, toen alles op papier stond, ze de zichzelf opgelegde taak opgaf nadat ze nog eens had overgelezen wat ze had neergekrabbeld.
Nu je................je familie en een Kilkullen-echtgenote wordt, zul je meer vernemen over een ..................verbond (?) dat mijn familie, de Valencia's, afsloten op deplek(?) met de heilige ...................paters vele (?) jaren geleden. Ik voel ............................ dat je even trots zult zijn als ik (?) om te ontdekken dat de Kilkullens ...................... niet Spaans, zijn als God (?) als.... de Valencia's. Zij (?) stemden in het verbond toe toen mijn ........................ echtgenoot ........................ mijn vaders ranch en zij respecteren het met dezelfde ................... als de Valencia's.
Er waren bijna meer puntjes dan letters, en de nodige vraagtekens, dacht Jazz, draaide het licht uit en duwde het notitieblok weg, met de brief erin opgevouwen. Voordat het blok papier op de grond lag, was ze al in slaap gevallen.
Haar verkoopster bij Bergdorf was heel tactvol, bepeinsde Liddy Kilkullen, maar haar tact was niet opgewassen tegen haar verbazing toen een klant die nog nooit iets had gekocht dat niet in de uitverkoop was, regelrecht naar de nieuwe voorraad strandkleding liep die net was binnengekomen. Ze had de vrouw gevraagd het een en ander naar de paskamer te brengen. De verkoopster had haar zelfs gewaarschuwd, jawel, dat deze kleren pas waren binnengekomen en pas over maanden zouden worden afgeprijsd.
Natuurlijk was ze vriendelijk tegen het onnozele, geschrokken mens geweest, bedacht Liddy terwijl ze zich uitstrekte op de chaiselongue in Fernanda's logeerkamer en aan een kopje thee nipte. Ze had gedaan alsof ze de domme opmerking niet had gehoord, had vaag iets gemompeld over een binnengelopen geldschip, en was aan het kopen geslagen. Ze had niet één keer naar een prijskaartje gekeken. Als het flatteerde, kocht ze het: kleren voor de ochtend, middag en avond, tien keer zoveel kleren als ze ooit eerder in één keer had gekocht. Alle nieuwe strandkleding, kleren die ze nodig zou hebben als ze naar Californië vloog om haar dochters in de gaten te houden.
Eigenlijk had ze die kleren niet onmiddellijk nódig, dat was waar. Californië in de winter bood geen strandweer. Een pakje met een blouse en een warme mantel voor 's avonds zou beter geschikt zijn. Ze wist heel goed, dat ze haar expeditie had benut om eens zonder uit te kijken en na te denken kleren in te slaan en het mocht vooral niet iets zijn dat nu, na Kerstmis, in de uitverkoop zou komen.
Het was de enige manier om haar geluk te vieren, en ze móest het vieren, anders barstte ze nog. Als ze van zoetigheid had gehouden, had ze zóveel gegeten, dat ze een leveraanval had gekregen. Als ze had gedronken, was ze nu absoluut dronken geweest. Als ze om lekker eten had gegeven, zou ze twintig pond zijn aangekomen sinds ze die overeenkomst met Jimmy Rosemont had gesloten. Maar haar levenslange gewoonten maakten dat ze nooit trek had in voedsel, drank of zoetigheid, en ze wilde geen juwelen kopen voordat ze een compleet nieuwe garderobe had aangeschaft.