Reading Online Novel

Zonovergoten Romance & Italiaans Geluk(80)



Dino liep tussen hen in. Ze hadden hem allebei een hand gegeven en liepen hetzelfde korte stukje naar de kerk dat ze eerder hadden afgelegd. Toeristen bleven staan om hen te feliciteren en foto’s van hen te maken.

Telkens als Irena naar Vincenzo keek, stokte de adem haar in de keel. Hij zag er onweerstaanbaar uit. Net zo onweerstaanbaar als zijn evenbeeld dat met een stralende glimlach tussen hen in liep.

Al gauw hadden de plaatselijke bewoners twee rijen gevormd langs de kant van de straat. De mensen juichten hen toe en klapten voor hen.

Het was een heel aparte ervaring om voor je eigen huwelijksplechtigheid naar de kerk te lopen terwijl je omringd werd door mensen die bloemblaadjes voor je voeten strooiden, dacht ze verdwaasd. Toen de kerk in zicht kwam, werden de rijen langs de kant van de weg nog dikker. Hoewel ze in het begin dacht dat dit elke bruidspaar overkwam dat in dit kerkje ging trouwen, kon ze op een gegeven moment het ontzag waarmee Vincenzo bejegend werd, niet meer negeren.

Ze besefte dat er nog iets was waarvan ze geen weet had. Ze had het hem willen vragen, maar het was te laat. Hij had de kerkdeur al opengedaan en hij liet Dino’s hand los om de mantilla over haar hoofd te laten zakken.

‘Heb ik je al verteld hoe squisita je bent?’ vroeg hij hees. Langzaam leidde hij haar door het middenpad naar het altaar, waar aan weerskanten twee stoelen klaar stonden. Ze namen plaats.

Na enkele minuten kwam pastoor Rinaldo aanlopen. Toen hij naar hen toe kwam, stonden ze op.

‘Jullie zijn laat.’

In een stortvloed van Italiaans legde Vincenzo hem de reden van hun oponthoud uit.

De pastoor af hem een knipoog en klopte even op zijn schouder. ‘Dat soort dingen kunnen gebeuren. Ik begrijp het. Ik stel voor om de huwelijksakte na de plechtigheid te ondertekenen. Goed?’

‘SI. GRAZIE.’

‘Dino? Ga maar bij je vader staan. Signorina Spiros gaat aan de andere kant naast hem staan. Vincenzo? Als je Irena’s hand wilt nemen, kunnen we beginnen.’

Ze voelde zijn hand om de hare, een vertrouwd gevoel dat haar hart verwarmde. De pastoor voerde de plechtigheid uit in het Engels.

Het was waarschijnlijk de kortste huwelijksdienst die ooit gehouden was, dacht Irena. Daar had Vincenzo natuurlijk de hand in gehad.

Alles verliep vlekkeloos. Ze reageerden op het juiste moment op de vragen van de pastoor.

Ten slotte zei hij: ‘Ik verklaar jullie nu tot man en vrouw. Amen.’ Hij glimlachte tegen Dino en zei iets in het Italiaans dat ze niet verstond. Ze zag dat haar nieuwe stiefzoon begon te grinniken.

‘Si,’ zei hij enthousiast.

Vincenzo draaide zich om. ‘Pastoor Rinaldo heeft Dino net gevraagd of hij vindt dat ik de bruid nu moet kussen.’ Glimlachend boog hij zich naar haar toe om haar een kus te geven die zo teder was dat ze er tranen van in haar ogen kreeg.

Omdat ze ontoerd was, hoorde ze ternauwernood wat de pastoor verder nog tegen hen zei.

‘Papa…’ Dino trok aan de mouw van zijn vaders jasje.

Toen ze opkeek, zag ze dat hij Vincenzo een gouden ring gaf.

‘Deze ring is vroeger van mijn moeder geweest.’ Vincenzo keek haar aan. ‘Ze heeft me verteld dat ik hem moest bewaren voor de vrouw met wie ik ooit zou trouwen.’ Met die woorden schoof hij de ring aan haar vinger.

Blijkbaar had hij niet van Mila gehouden, ging het door haar heen. In elk geval niet zoveel om haar zijn moeders ring te geven.

‘Irena?’

Met een ruk hief ze haar hoofd.

‘Pastoor Rinaldo vraagt ons hem te volgen naar de hal om de huwelijksakte te tekenen.’

‘Natuurlijk.’

Dino sprintte voor hen uit naar de uitgang van de kerk. De getuigen tekenden eerst en toen was het haar beurt. Ze moest Liapis invullen achter Spiros.

Vincenzo tekende als laatste.

Ze wachtte tot hij klaar was, maar het duurde zo lang dat ze na een tijdje onwillekeurig een blik op het papier wierp. Haar ogen werden groot van verbazing om wat hij had opgeschreven.



Guilio Fortunato Coletti Vincenzo Antonello Gspare Valsecchi.



Nadat hij had getekend, maakte de vrouwelijke getuige een lichte buiging voor Irena. ‘Congratulazioni, duchessa,’ mompelde ze.

Ze wist niet of ze de vrouw goed had verstaan, maar toen ze om zich heen keek om het haar te vragen, waren zij en de mannelijke getuige al weggeglipt. ‘Vincenzo?’ Ze pakte zijn arm.

Hij hief zijn hoofd. ‘Si, Signora Valsecchi? Je hebt een prachtige naam.’

Ze smolt bij het zien van het verlangen in zijn ogen. ‘De getuige sprak me zojuist aan met: “Duchess”.’

Hij boog zich over een ander document dat hij ook moest tekenen. ‘Geen aandacht aan schenken. Het is een titel die al jaren niet meer gebruikt wordt, maar sommige mensen willen hem graag gebruiken om zich belangrijk te voelen.’

Maar ze liet zich niet afschepen. ‘Ben je een hertog?’