Reading Online Novel

Zonovergoten Romance & Italiaans Geluk(83)



Hij had twee weken lang kunnen nadenken over de mogelijkheid dat de baby niet van hem was. Nog steeds kostte het hem moeite om de gedachte te accepteren. Het zou niet meevallen om het kind af te staan aan de biologische vader, vooral omdat hij met Dino hetzelfde had moeten doormaken. Toch gold zijn eerste zorg de gezondheid van Irena en de baby.

Wanneer hij zich voorstelde dat hij de vader van het kind was, werd hij vervuld van een diepe blijdschap die hem bijna te veel werd. Hij zuchtte diep. Over twee weken zouden ze de waarheid weten. Die zouden ze moeten aanvaarden. Hoewel Irena in het bijzijn van Dino niets liet merken, voelde hij dat haar onrust en angst met de dag groter werden. Glimlachend liep hij naar haar toe om een kus in haar hals te drukken, een van haar vele heerlijke plekjes.

‘Vincenzo…’ Verrast deed ze haar ogen open.

‘We staan op het punt om te vertrekken. Zal ik je helpen?’ Hij maakte de veiligheidsriem voor haar vast, ging tegenover haar zitten en bevestigde zijn eigen gordel.

‘Hoe is het gegaan? Was Dino blij om weer thuis te zijn?’

‘Ik weet zeker dat hij blij was om zijn moeder weer te zien, maar Leo was er ook. Dat maakte het een stuk minder prettig voor hem.’

‘Nu jullie twee weken dag en nacht samen zijn geweest, zal het niet meevallen om weer gescheiden van elkaar te zijn. Gelukkig zie je hem aanstaande woensdag weer.’

Hij boog zich naar haar toe om haar opnieuw te kussen, dankbaar dat ze hem begreep.

Nadat ze waren opgestegen en ze hun riemen weer losgemaakt hadden, stond hij op. ‘Zal ik een drankje voor je halen?’

‘Nee, dank je. Ik heb al een glas mineraalwater gedronken toen je weg was.’

Hij ging op zoek naar een kop koffie. Bij zijn terugkeer keek ze hem onderzoekend aan.

‘Hoe deed Mila tegen je?’ Het was duidelijk dat ze zich er zorgen over had gemaakt.

‘Ze was zo mak als en lammetje.’

Irena schudde haar hoofd. ‘Ze weet dat ik haar in Dino’s ogen nooit zal kunnen vervangen. Zij is zijn moeder. Ik zal hoogstens een goede vriendin voor hem kunnen zijn.’

‘De kwestie ligt gecompliceerder.’

‘Wat bedoel je?’

‘Zolang Dino ons enige kind was, heeft Mila zich nooit ongerust hoeven te maken dat de titel van mijn vader Dino’s neus voorbij zou gaan.’

‘Maar je hebt me toch verteld dat die titels niet meer gebruikt worden?’

‘Klopt. Toch is het voor haar en haar familie nog steeds belangrijk. Al was het alleen maar als symbool. Dat las ik vanavond in haar ogen. Bij de gedachte dat de baby toch van jou en mij zal blijken te zijn, krijgt ze bijna een rolberoerte, omdat dat zal betekenen dat Dino niet meer als enige aanspraak kan maken op de titel en het geld.’

Irena zuchtte. ‘Gaat het om een groot bedrag?’

Hij perste zijn lippen op elkaar, haalde daarna even adem en antwoordde toen: ‘Ja.’

‘Wat doet de familie Valsecchi eigenlijk?’

‘Veel. Ze beleggen, ze zitten in de scheepvaart, in transport, de export, noem maar op. Nu mijn grootvader is overleden, is mijn vader, Guilio, de directeur. Hij is ook de oudste van het hele stel.’

‘Heb je een grote familie?’

‘Dat valt wel mee. Behalve mijn vader bestaat de directie uit twee broers van hem, mijn oom Carlo en mijn oom Tullio. Hun vijf zoons, de broer van mijn ex-vrouw en mijn stiefbroer Fabbio, die je al hebt ontmoet, brengen verslag aan hun uit. Elk van hen is vicepresident van de verschillende afdelingen van het bedrijf.’

‘En wat is jouw positie?’

‘Dat is een lang verhaal. Ik was zesentwintig toen mijn moeder stierf. Je weet al dat ze graag wilde dat ik met Mila zou trouwen, dus ik verloofde me met haar. Maar ik stelde geen trouwdatum vast, omdat ik meer tijd nodig had. Je snapt natuurlijk wel dat ik onze bruiloft nooit had uitgesteld als ik het gevoel had gehad dat het helemaal goed zat tussen ons.’ Hij zette zijn lege koffiekopje op het bijzettafeltje.

‘Binnen een halfjaar was mijn vader hertrouwd met een weduwe van adel uit Genua. Ze had een zoon, Fabbio, een vrijgezel van zevenentwintig. Hij viel op Mila. Als haar ambities niet zo groot waren geweest, zou ze waarschijnlijk gelukkig met hem geworden zijn. Mijn vader zag wat er gebeurde. Ongeveer in die periode vertelde hij ons dat hij volgens de artsen kanker had. Ik weet niet of hij dat verhaal had verzonnen om me te manipuleren, maar het werkte wel, want ik gaf toe aan de druk die op me werd uitgeoefend en trouwde met Mila. Toen ze in verwachting was, moest mijn vader naar het ziekenhuis omdat hij prostaatkanker bleek te hebben. Op dat moment voelde ik me schuldig, omdat ik aan zijn eerlijkheid had getwijfeld.’

Hij wendde zijn blik van haar af en keek naar buiten. ‘Omdat hij dacht dat hij niet lang meer te leven had, benoemde hij me tot directeur. Tot dan toe was ik zijn assistent geweest. Hij droeg ook zijn titel aan me over. Natuurlijk was de rest van de familie niet blij met deze veranderingen. Ze lieten het er niet bij zitten en namen een advocaat in de arm. Opeens stonden broers en neven lijnrecht tegenover elkaar. Om de gemoederen tot bedaren te brengen, weigerde ik de titel aan te nemen. Dat maakte niet alleen mijn vader woedend, maar ook Mila en haar familie. Ze gingen me behandelen als een paria. Na verloop van tijd genas mijn vader. Hij sprak echter geen woord meer tegen me.’