Reading Online Novel

Zonovergoten Romance & Italiaans Geluk(77)



Irena kneep bemoedigend in Vincenzo’s arm. ‘Ik weet zeker dat jullie twee een hoop te bespreken hebben, dus ik ga ervandoor.’

Voordat ze echter kon wegglippen, drukte Vincenzo nog een kus op haar rode, ietwat gezwollen lippen. ‘Het duurt niet lang,’ fluisterde hij.

Ze knikte. ‘Leuk je ontmoet te hebben, Fabbio.’

Toen ze weg was, leunde Vincenzo met zijn handen in zijn zakken tegen de deur. ‘Wat kom je doen? Je ziet dat ik andere dingen aan mijn hoofd heb.’

Fabbio’s wangen werden nog een tintje roder. ‘Mila is er net achter gekomen dat je Dino donderdag twee weken wilt meenemen. Naar het buitenland nog wel.’

‘Klopt helemaal.’

‘Dat is in strijd met de voorwaarden van de omgangsregeling.’

‘Je weet heel goed dat die regels door mijn aanstaande huwelijk vanaf donderdag niet meer zullen gelden. De enige reden dat je vanavond ben gekomen, is dat je met eigen ogen het bewijs daarvan wilde zien. Nu je mijn verloofde uitgebreid hebt opgenomen, verzoek ik je vriendelijk om op te krassen.’

Fabbio’s woede was bijna tastbaar. ‘Denk maar niet dat je er zo vanaf komt.’

‘Dat hangt van pa af.’

‘Hij is ziek.’

‘Hij is ziek als dat hem goed uitkomt.’

‘Accideni a te!’

‘Je kunt me helemaal stijf schelden, het laat me koud.’

Zijn stiefbroer haalde zwaar adem. ‘De hele familie heeft zich tegen je gekeerd.’

‘Dat is geen nieuws.’

‘Het gaat je niet lukken!’

‘Rustig aan, Fabbio. Je doet het bijna in je broek van angst. Dat zie ik aan je gezicht.’

‘Over angst gesproken. Je bent zelf ook een angsthaas. Anders zou je dit niet allemaal stiekem hebben gedaan.’

‘Vind je het gek dat ik haar zo lang mogelijk uit de buurt van de wolven houd? Jullie popelen van ongeduld om haar te verscheuren, maar dat zal ik niet toestaan. Irena is het belangrijkste in mijn leven dat ik heb.’ Hij richtte zich op en haalde zijn handen uit zijn broekzakken. Buona notte, Fabbio.’

Zodra hij de deur achter zijn stiefbroer gesloten had, kwam Irena teruglopen. ‘Vind je het geen tijd om me het een en ander over je familie te vertellen?’

Hij trok een wenkbrauw op. ‘Mijn moeder is zeven jaar geleden overleden. Afgezien van haar heb ik mijn leven lang met de rest van mijn familie overhoop gelegen.’

Ze liep naar hem toe. Onderzoekend keek ze hem aan. ‘Je maakt geen grap.’ De pijn in haar blik vertelde hoe erg ze het voor hem vond.

‘Ik heb je een keer gezegd dat we elkaars tegenpolen zijn. Jij hebt een liefhebbende familie om je heen. Ik hou van mijn vader omdat hij mijn vader is, maar verder mag ik noch hem, noch mijn autoritaire grootvader, noch mijn ooms, noch mijn neven vanaf het moment dat ze op hun vaders zijn gaan lijken.’

‘O jee. dat klinkt heftig.’

‘Ja, ik weet het. Je denkt zeker dat ik een monster ben.’

‘Nee.’ Even dacht ze na. ‘Zijn er geen vrouwen in je familie?’

‘Ja, een heleboel,’ gaf hij met een vreugdeloos lachje toe.

‘Maar die kunnen natuurlijk niet op tegen al die mannen,’ concludeerde ze met dat zeldzame vermogen van haar om meteen de kern van de zaak te doorzien. ‘Hoe vaak ziet Dino hen?’

‘Mila brengt veel tijd met hen door, dus mijn zoon noodgedwongen ook. Mijn vader is dol op hem.’

‘Dat kan ik me voorstellen. Ik ben ook dol op hem, al heb ik hem nog maar één keer gezien. Heeft Dino dezelfde gevoelens als jij?’

‘Dat weet ik niet precies.’

‘Hoe kan dat? Hij vertelt je toch alles?’

Vincenzo schudde zijn hoofd. ‘Hij houdt bepaalde dingen voor zichzelf.’

‘Misschien voelt hij zich schuldig. Ik heb gemerkt dat hij af en toe nogal stil is.’

‘Waarom zeg je dat?’

‘Omdat hij volgens mij weet hoe jij je voelt en omdat hij je niet wil kwetsen of ongelukkig wil maken. Of je in de problemen wil brengen,’ voegde ze er haastig aan toe. ‘Je plan om met me te trouwen lijkt wel een soort lont in het kruitvat.’

‘Laat die zorg maar aan mij over. Mijn familie heeft niets meer met jou of mij te maken. Ons leven met onze kinderen gaat alleen onszelf aan.’

‘Ik hou van Dino alsof hij mijn eigen kind is. Onze eigen kinderen… dat zou ik zo graag willen.’

Bedoelde ze dat ze van hem hield door hem te laten merken dat ze Dino accepteerde, vroeg hij zich af. Het zat haar ontzettend dwars dat ze niet wist wie de vader van haar baby was. ‘Op een goede dag zullen we nog een baby krijgen.’

‘Ik ben zo bang dat ik een miskraam krijg na die test. Dat ik een van die tweehonderd vrouwen zal zijn.’

Hij pakte haar hand en hield hem tegen zijn borst. ‘Nee, ik weet zeker dat er niets zal gebeuren. Ik zeg dat van die andere baby omdat ik zo graag een kind met je wil. Ons kind. Een kind dat zijn ouderlijk huis nooit zal hoeven te verlaten. Weet je dat ik nooit van Mila heb gehouden? Onze vaders wilden graag dat we zouden trouwen en mijn moeder was ervan overtuigd dat Mila een goede vrouw voor me zou zijn. En dat ze ervoor zou zorgen dat ik mijn wilde haren zou kwijtraken.’