Zonovergoten Romance & Italiaans Geluk(73)
Opnieuw kreeg Irena de indruk dat Vincenzo een vooraanstaand persoon was.
‘Dank u wel, pastoor Rinaldo.’
‘Bent u gedoopt, signorina Spiros?’
Ze knikte. ‘In Athene.’
‘Bene. ’s Middags om twee uur. Komt dat jullie uit?’
Vragend keek Vincenzo haar aan. Ze knikte. ‘Perfect.’
‘Als jullie dan tien minuten eerder willen komen om de huwelijksakte te ondertekenen?’
‘We zullen er zijn.’
De manier waarop Vincenzo naar haar keek, maakte dat haar knieën ineens van stopverf leken.
Met zijn hand om haar elleboog loodste hij haar de kerk uit. Toen ze vanuit het donkere interieur opeens weer in het verblindende licht stonden, knipperden ze met hun ogen.
Op hun gemak staken ze de straat over naar het restaurant, waar de toeristen in de rij stonden om naar binnen te kunnen gaan. Maar toen Vincenzo zijn opwachting maakte, werd hij meteen door de chef welkom geheten. De man bracht hen naar een tafel op het terras waar al een ober wachtte om al hun wensen te vervullen.
‘Je hebt nog iemands hart veroverd,’ fluisterde Vincenzo haar in het oor toen de jongeman met hun bestellingen was weggesneld.
‘Denk je?’ vroeg ze plagerig.
‘Ik weet het wel zeker. Ben je vergeten dat ik ook zo naar je keek toen je die eerste keer onverwachts in mijn kantoor stond?’
Ze moest toegeven dat het een schokkend moment was geweest. Destijds had ze haar best gedaan om haar gevoelens te negeren, maar het was blijkbaar niet gelukt. Anders zou ze nu niet naast hem zitten en hadden ze zojuist niet gesproken met de pastoor die hen zou trouwen. ‘Ik voel me gevleid, maar volgens mij heeft de aandacht van die obers meer met jou te maken. Wie ben je, Vincenzo? Ik zou graag meer willen weten van de man die op het punt staat mijn echtgenoot te worden.’
Hij trok een wenkbrauw op. ‘Je weet beter dan wie ook wie ik ben. Ik heb je al verteld dat mijn familie me heeft onterfd. Dus je zult misschien niet verbaasd opkijken als je bij het tekenen van ons boterbriefje ziet dat mijn achternaam eigenlijk Valsecchi is.’
De naam kwam haar vaag bekend voor, maar ze kon hem niet thuisbrengen. ‘Fijn dat ik het weet.’
Hij schonk haar de glimlach waartegen ze tijdens haar eerste reis naar Italië niet bestand was geweest. ‘Di niente. Ik kan het niet maken dat mijn zwangere bruid op onze huwelijksdag met iemand trouwt wiens echte naam ze niet kent.’ Hij dronk zijn laatste restje van zijn koffie op. ‘Oké. Ik vind dat je lang genoeg met die salade gespeeld hebt. Je wangen zien rood van de warmte. Ik stel voor dat we terug naar huis gaan. Terwijl jij een dutje doet, rijd ik naar de fabriek voor een korte vergadering met mijn personeel.’
Een dutje, dat klinkt goed, dacht ze slaperig.
Nadat hij had afgerekend, loodste hij haar naar de straat. Hand in hand liepen ze het korte stukje naar de auto.
Hij is een demonstratieve, lichamelijk ingestelde man die me vaak aanraakt, dacht ze glimlachend. Toen hij haar thuisgebracht had, en aanstalten maakte weer weg te rijden, wenste ze plotseling dat hij bij haar zou blijven.
Nadat hij was weggereden, besloot ze slechts even te gaan liggen. Maar toen de telefoon ging en ze opnam, ontdekte ze verbaasd dat er een uur voorbij was gegaan. De pillen die de dokter haar had voorgeschreven tegen de ochtendmisselijkheid, werkten vast al, want haar misselijkheid was weg. Slaperig was ze nog wel. ‘Deline?’
‘Ik heb net de tweeling in hun bedjes gelegd, dus we kunnen ongestoord praten. Wat is er allemaal gebeurd?’
Irena stond op van het bed, en liep naar het terras waar tientallen potten met planten en bloemen in alle kleuren van de regenboog prijkten. Ze leunde tegen de balustrade en vestigde haar blik op het adembenemende uitzicht. ‘Er is zoveel gebeurd dat ik niet weet waar ik moet beginnen, maar om het even kort samen te vatten: Vincenzo en ik gaan aanstaande donderdag trouwen.’
Het verwonderde haar niet dat er aan de andere kant van de lijn een diepe stilte viel.
‘Ben je echt van plan om hiermee door te gaan?’ bracht Deline uiteindelijk uit.
‘Ja. We hebben zojuist met de pastoor gepraat die ons gaat trouwen.’
‘Jullie gaan in de kerk trouwen?’
‘Dat wil Dino graag.’
‘Wie is Dino?.
Irena beet zo hard op haar onderlip dat die begon te bloeden. ‘Dino is Vincenzo’s aanbiddelijke zesjarige zoontje.’
‘Wát zeg je?’
‘Ik weet dat het je overvalt. Bij mij heeft het ook even geduurd voordat ik het had verwerkt. Ik zal bij het begin beginnen.’ Ze vertelde haar vriendin het hele verhaal.
‘O Irena… en je hebt ook nog met zijn ex te maken gekregen. Ik benijd je niet.’
‘Ik ben er zelf ook niet kapot van. Ik dacht dat ik van Andreas hield, maar Vincenzo kwam, zag en overwon. Ik vind hem met de minuut onweerstaanbaarder.’