Hoofdstuk 1
Geamuseerd keek Alexandros Christakis toe terwijl zijn opa om de gestroomlijnde Ascari KZ1 heen liep. Hij kon Pelias’ opwinding over dit ultieme stukje jongensspeelgoed, een superauto die na een productie van vijftig stuks voorgoed uit de roulatie zou worden genomen, bijna voelen.
‘Een auto van een kwart miljoen…’ Pelias, die sterk en gezond was ondanks zijn rijpe leeftijd van vijfenzeventig jaar, schudde zijn hoofd en grinnikte. ‘Het is je reinste waanzin, maar ik ben allang blij dat je weer belangstelling toont voor dit soort dingen!’
Zandros negeerde de suggestieve lading van die opmerking. Zijn uitdrukking was ondoordringbaar, zijn legendarische gereserveerdheid hing als een scherm rondom hem.
De roddelbladen verwezen zonder uitzondering naar zijn knappe uiterlijk wanneer ze iets te schrijven hadden over de miljardair die aan het hoofd van de multinationale CTK Bank stond, maar Zandros had geen tijd voor het soort ongein waar die bladen zich voor leenden. De strakke trekken van zijn adembenemend symmetrische lichtbruine gezicht mochten hem overal waar hij ging bewonderende blikken van de prachtigste vrouwen opleveren, maar zijn duistere blik, katachtige jukbeenderen, hoekige kaaklijn en de koppige trek rond zijn sensuele lippen lieten er geen twijfel over bestaan dat hij geen type was voor oppervlakkige spelletjes.
‘Je bent eenendertig… jong nog,’ zei Pelias Christakis voorzichtig. Hij had veel respect voor zijn briljante kleinzoon, en zorgde er daardoor meestal voor zich niet op te dringen. ‘Ik begrijp natuurlijk dat je het verlies nooit zult vergeten, maar het is tijd om de draad van je leven weer op te pakken.’
Wat was de oude man toch naïef! ‘Dat heb ik allang gedaan,’ mompelde Zandros.
‘Sinds Ianthes dood heb je je alleen maar begraven in je werk! Je verdient geld als water met al die deals, maar hoeveel geld kan één man ooit opmaken? Hoeveel huizen kan één man bewonen?’ Pelias Christakis zwaaide expressief naar het prachtige landhuis Dove Hall achter hem, dat slechts een van de vele huizen van zijn kleinzoon was. ‘Je bent al rijker dan de meeste mensen ooit zouden durven dromen.’
‘Ik dacht dat het familiemotto zei dat er maar één weg is, en die leidt omhoog.’ Zandros was opgevoed om een ware leider te worden, een alfamannetje dat geen tegenspraak duldt of rivalen accepteert. Hij was een winnaar, een ambitieuze vechter die geen enkele uitdaging uit de weg ging. Elk aspect van zijn opvoeding was erop gericht geweest ervoor te zorgen dat hij niet werd zoals zijn vader, een eeuwige flierefluiter die het zwarte schaap van de familie was geweest.
‘Ik ben trots op je, zo trots als een pauw,’ zei zijn opa vlug, ‘maar het leven heeft meer te bieden dan de volgende fusie of overname. Gezelschap klinkt misschien ouderwets –’
‘Natuurlijk zijn er vrouwen in mijn leven.’ Zandros kneep zijn sensuele lippen samen, alsof alleen zijn respect voor zijn grootvader hem ervan weerhield iets cru’s te zeggen. ‘Is dat wat je bedoelt?’
Pelias trok een spijtig gezicht. ‘Ik zou veel liever horen dat je het langer dan een week met een vrouw uithield!’
Zandros wist waar hij op aanstuurde. ‘Ik ben niet op zoek naar een serieuze relatie,’ zei hij met een verveelde zucht. ‘Ik ben niet van plan om ooit te hertrouwen.’
‘Had ik het over trouwen dan?’
Zandros trapte er niet in. Hij was zich volop bewust van de verantwoordelijkheid die op zijn schouders rustte. Hij was ten slotte de enige telg van de familie, en de traditionele Griekse cultuur hechtte veel waarde aan het voortzetten van de familienaam. Zijn waarden waren echter niet die van de oudere generatie. Voor hem was oprechtheid belangrijker dan een nieuwe twijg aan de stamboom. Kinderen waren de grootste droom, of zelfs obsessie, van zijn vrouw zaliger geweest. Nu Ianthe er niet meer was, zag hij er het nut niet van in om te blijven doen of hij ook kinderen wilde.
‘Ik wil geen andere vrouw en ook geen kinderen,’ erkende hij toonloos. ‘Het spijt me als dat een teleurstelling is, maar zo ben ik nu eenmaal en dat gaat niet veranderen.’
Pelias Christakis verbleekte. Zijn natuurlijke expressiviteit maakte plaats voor terneergeslagenheid.
Zandros slaakte een zucht. Hij had het gevoel alsof hij zijn grootvaders geloof in de kerstman van hem had afgenomen. Tja, dat moest dan maar. Ooit moest de waarheid toch gezegd worden.
Katie was een echte uitverkoopexpert geworden. Ze griste en graaide tussen de handen van haar rivalen door om even later een schattig broekpakje omhoog te houden. ‘Hoeveel kost dit?’
Te veel. Voor haar.
Verslagen legde ze het setje terug. Gelukkig had ze geleerd dat outfits niet het belangrijkste waren. Zolang ze maar een warm dak boven haar hoofd had en genoeg eten om te overleven, waren kleertjes van minder belang. Even later rekende ze een spotgoedkoop tweedehands truitje en een spijkerbroekje af. Deze zouden nog wel meegaan tot de tweeling eruit gegroeid was, wist ze.