Verbaasd keek ze op. ‘Ja.’
‘Je hebt dus een goede reden om… hulp te zoeken. Waar woon je?’
Ze begreep niet goed waarom hij zulke dingen vroeg. ‘In een pension. Ik ben uit mijn studio gezet.’
Zandros wist niet goed wat hij zich moest voorstellen bij een pension, maar hij wist dat een studio een eenkamerwoning was. Zou ze misschien zoveel zijn afgevallen omdat… De gedachte gaf hem koude rillingen. ‘Lijd je honger?’
Ze knikte; het was uren geleden dat ze ontbeten had. ‘Ga je niets vragen over de baby?’
Het woord raakte hem als een emmer koud water. ‘Ik dacht dat we dat verhaal achter ons hadden gelaten. Daar bereik je echt niets mee.’
‘Waarom ben je ervan overtuigd dat ik lieg? Moet ik soms een advocaat in de arm nemen om je tot luisteren te dwingen?’
Onwillekeurig knipperde hij. Hij had inderdaad nog geen moment geloofd dat ze de waarheid sprak.
‘Je wílt het gewoon niet weten, hè?’ ging ze verder, ‘maar ondertussen breng ik wel je kinderen groot!’
‘Mijn kinderen?’ herhaalde hij niet-begrijpend. ‘Ben je soms gek geworden?’
‘Een tweeling. Kun je je voorstellen hoe moeilijk ik het heb gehad?’ Ze had een brok in haar keel. ‘Hoe denk je dat ik me voel nu ik je om geld moet vragen?’
Een tweeling! Het woord was aangekomen als een klap in zijn gezicht. Niet veel mensen wisten dat hij zelf de helft van een tweeling was; zijn broertje was dood geboren. ‘Bedoel je dat je bent bevallen van een tweeling?’
‘Wat kan het jou schelen? Vraag maar of hij stopt, dan stap ik uit. Ik heb er helemaal genoeg van!’
‘Geef me je adres.’ Hij wachtte even en vroeg op een heel andere toon: ‘Hoe oud is de tweeling?’
Luisterde hij eindelijk? ‘Bijna tien maanden, natuurlijk.’
Sprak ze dan toch de waarheid? ‘En jij beweert dat ik er de vader van ben?’
De walging in zijn stem sprak boekdelen, besefte Katie. Hij vond het niets. ‘Waarom denk je anders dat ik hier zit? O ja, om je voor te gek te houden, niet waar? Sorry, zo zit ik niet in elkaar. Jij bent de vader, geen twijfel mogelijk.’
‘Zonder DNA-test acht ik niets bewezen,’ waarschuwde hij.
Hoe durfde hij? Ze had hem duidelijk laten weten dat hij haar eerste minnaar was geweest, al had hij dat niet serieus genomen. Toch wist ze dat ze niets beters van hem kon verwachten. Ze had heus wel geweten dat hij geen rode loper voor haar zou uitrollen en haar mét de kinderen in zijn hart zou sluiten. Hun affaire had zich in het geheim afgespeeld, en achteraf had hij er zorgvuldig voor gezorgd dat ze elkaar nooit meer zagen. Hij had geen gevoelens voor haar gekoesterd; ze was gewoon een uitspatting geweest. En nu was ze een soort zwerfkat die probeerde hem een nachtmerrie aan te smeren.
De limousine stopte. Plotseling legde Zandros een onverwachte hand op die van haar en beloofde: ‘Als het echt mijn kinderen zijn, zweer ik je dat ik jullie op alle mogelijke manieren zal steunen. Op welk nummer kan ik je mobiel bereiken?’
‘Ik heb geen mobieltje.’
Hij haalde een visitekaartje uit zijn zak en schreef er iets op. ‘Dit is mijn privénummer.’
Ha, het privénummer waar ze anderhalf jaar tevoren niet goed genoeg voor was geweest! Het liefst had ze het kaartje verfrommeld en in zijn gezicht gegooid, maar toen dacht ze aan haar zoons, stak het in haar tas en stapte uit.
Zandros keek haar na. Ze bewoog zich nog steeds met de gratie van een danseres, zag hij. En helaas werd hem weer eens geen gratie verleend. Hij mocht een van de meest geslaagde zakenmensen ter wereld zijn, zijn privéleven was net zo’n grote puinhoop als altijd. Hij zou de prijs moeten betalen voor zijn onvoorzichtigheid. Eigen schuld, dikke bult.
Hoe groot was de kans dat hij echt de vader was? Hij dacht terug aan haar ongekunstelde eerlijkheid. Ze had nergens omheen gedraaid; raffinement was haar vreemd. Het was erg verfrissend geweest. Tot ze die fatale vier woorden in haar mond had genomen. De woorden die hem voor altijd aan Ianthe zouden doen denken.
Ik hou van je.
Waarom had hij Katie laten uitstappen? Hoe langer hij erover nadacht, hoe meer hij ervan overtuigd raakte dat ze de waarheid sprak. Er zat niets anders op dan haar weer te zien. Verdorie, en ze had niet eens een mobieltje!
‘U hebt afspraken, baas,’ merkte Cyrus verontschuldigend op.
Maar Zandros negeerde hem. Impulsief liet hij zich naar Harrods rijden en kocht daar een enorme mand en een van alle snufjes voorzien mobieltje in Katies lievelingskleur. Daarna belde hij zijn advocaat, die hem aanried zo min mogelijk ruchtbaarheid aan de zaak te geven tot de uitslag van de DNA-test binnen was. Onder ruchtbaarheid vielen ook persoonlijke bezoekjes en cadeautjes; het enige wat dat zou opleveren, was ongewenste publiciteit. Niet alleen voor hemzelf en zijn bedrijven was dat slecht, maar hij moest ook rekening houden met de gevorderde leeftijd en het zwakke gestel van zijn grootouders.