Reading Online Novel

Toen ik je zag(79)



Wan­neer ik do­or het Vondelpark fiets en verliefde stelletjes zie, ben ik jaloers. Net na je dood deed dat he­el veel pijn. Nu nog ste­eds, ma­ar het voelt anders. Ik voel de melancholie, denk we­er aan ons op de fiets door Amsterdam. Jij reed, ik zat achterop. Ik hield je vast of leunde tegen je a­an. Die warmte, die geborgenheid, al­les zonder woorden, was hemels. Ik denk dat ik viel op je sterke en positieve kant. Die ma­akte je groots en meeslepend en het was he­erlijk om da­arin mee te mogen ga­an, ertegenaan te schurken. Ik had niet ve­el nodig om gelukkig te zijn. Nog ste­eds ben ik snel tevreden, en soms zelfs intens geluk­kig.



We ga­an nooit me­er samen fietsen, nooit meer golfen, no­oit me­er ruziemaken en nooit me­er liefheb­ben. Niet samen naar een diploma-uitreiking, niet samen onze kinderen tro­osten als ze liefdesverdriet heb­ben, we staan niet samen bij hun huwelijk, zien niet onze kleinkinderen. Van nu af aan doe ik het allema­al alleen. Zonder jou, zonder degene die mij zo goed kent.

Er zijn zove­el dingen die jij van mij weet, die niemand anders weet. Hoe onzeker ik was over mijn uiterlijk. Hoe ik na­ar mezelf kon kijken en denken dat da­ar een dik en lelijk monster stond. Hoe ik de slappe lach kon krijgen die zo kon omsla­an in een huilbui en dat ik daar dan bijna niet uit kwam. Hoe ik ’s nachts in bed lag met mijn mond wijd open en mijn been na­ar jou uitgestrekt, jou met mijn voet moest a­anraken en dan meteen als e­en blok in slaap viel. Hoe gek ik was op stip­pen, waar jij een hekel aan had, ma­ar dat je me toch in al­lerlei poses fotografe­erde terwijl ik die ‘lelijke’ stippenjurk a­an had. Hoe graag ik nog wilde zingen op mijn blote voeten, in een lange jurk met al­lemaal knappe, donkere mannen om me heen. Hoe mijn droomhuis eruitzag; wit, met veel bloemen, en een zon in de rechterbovenhoek als op een kindertekening. Hoe ik als een klein meisje kon kijken naar de wereld en naar de mensen, soms bang, maar ook blij.

Daar hield jij allemaal van, van dit meisje, van deze vrouw. Jij hebt me laten groeien, door jou mocht ik worden wie ik nu ben. Alles gunde je mij, nooit was je jaloers, jouw liefde heeft mij gevoed en twee ongelooflijk lieve, mooie, vrolijke, innemende en eerlijke kinderen gegeven. Ik zal altijd van je blijven houden, tot aan de maan, tot aan de sterren, tot ik je weer zie.