Reading Online Novel

Slaven van de Klau(28)



'Schiet toch op!'

'Het is de donkere ster Noir - de wereld waarvan u ten onrechte gelooft dat hij om de witte zon draait.'

'Maar dat doet hij toch!' Thifer begreep er niets van. 'Je kunt hem in oppositie zien en hij-' Zacht ging hij verder: '-wordt iedere vierentachtig dagen verduisterd.'

'De donkere ster volgt een heel bijzondere baan,' zei Ridolph. 'Een baan in de vorm van een acht - rond Blanche, oversteken, rond Rouge. Deze baan laat hem op slechts enkele duizenden kilometers van Jexjeka passeren. En dat is dichtbij genoeg dat zijn zwaartekracht het oppervlak van Jexjeka schoonveegt.'

'Onzin,' snauwde Thifer. 'Onmogelijk. Als hij dichtbij genoeg kwam om het zwaartekrachtveld van Jexjeka te neutraliseren, dan zou hij de hele planeet meetrekken.'

Magnus Ridolph schudde zijn hoofd. 'Jexjeka is vijftienduizend kilometer in doorsnede. Aan het oppervlak is de zwaartekracht van Noir sterker dan die van Rouge plus die van Jexjeka. In het midden van de planeet, zeven en een half duizend kilometer verder, is de gravitatie van Rouge dominant en Jexjeka blijft zijn baan volgen, al gaat het wel met schommelingen.

Het jaar van Jexjeka is tweeëntachtig dagen. De cyclus van Noir is vierentachtig dagen, zodat hij Jexjeka ieder jaar op een andere plek in zijn baan passeert. Over tien of vijftien jaar moet Jexjeka zover opgeschoven zijn dat wanneer Noir achter Rouge zwaait, het effect geen gevaar meer oplevert.'

Thifer trommelde gefronst op de tafel. Hij keek Ridolph aan. 'Wat is er met jou gebeurd?'

'Eerst kreeg ik een vreemd licht gevoel, dat verbazend snel erger werd. Noir naderde en passeerde heel snel. Toen was het alsof ik met mijn hoofd naar voren omlaag viel. Dat klopte ook - ik viel weg van Jexjeka, in de richting van Noir. De straalpijpen van de springer, die tegen Jexjeka gericht waren, hielpen nog een handje mee.

Het duurde wel een halve minuut voordat ik doorkreeg wat er gebeurde. En toen was ik al in de ruimte en ik viel naar een grote zwarte bol.'

'Waarom kunnen wij hem niet zien?' vroeg Thifer scherp. 'Waarom is hij niet zichtbaar, zoals een maan?'

Magnus Ridolph dacht hierover na. 'Noir bestaat waarschijnlijk uit koud sterrenmateriaal - in elkaar grijpende protonen, ongelooflijk zwaar, omringd door een huls van samengeperst gas dat het meeste opvallende licht absorbeert.' 'Nou,' bromde Thifer, 'het zou kunnen. Ga verder met je verhaal.'

'Veel meer is er niet te vertellen. Ik draaide de springer om en zette alle straalpijpen op maximaal vermogen. Dat was nog maar net genoeg om voetje voor voetje terug te vliegen naar Jexjeka. Het kostte me twee dagen.'

'Dus alle andere verdwenen mannen zullen wel dood zijn?'

'Ik zie niet hoe zij het overleefd zouden moeten hebben.'

Het was stil in de kamer. Toen sloeg Thifer op de tafel met een vuist als een klein biervat. 'Nou, dat weten we dan ook weer. Nu hoeven we alleen nog maar voorzichtig te zijn.'

'In dat geval,' zei Magnus Ridolph, 'heb ik mijn verplichting jegens u vervuld. Ik heb u waar voor uw geld gegeven. Nu zou ik het op prijs stellen als u mij terugbracht naar Azuur, of naar een van de planeten van Gamma Scorpionis, wat u het beste uitkomt.'

Thifer gromde: 'Binnenkort vertrekt er een ertsschuit. Daar kun je wel op mee.'

Magnus Ridolph vroeg effen: 'Wanneer is binnenkort?'

'Hangt ervan af hoe snel we hem laden. Nog een maand of twee, misschien wat langer als we niet zo gauw een nieuwe ader kunnen vinden.'

'En waar lost deze ertsschuit zijn lading?'

'Bij onze fabriek op Hephaestos.'

'Dat schikt mij evenmin als een langer verblijf op Jexjeka,' zei Ridolph kalm.

'Sorry,' zei Thifer. 'Ik heb nu even geen tijd om je terug te brengen. Ik heb wel andere dingen aan m'n hoofd. Die donkere ster.'

De ingenieur zei: 'Waar denkt u precies aan, baas?'

Thifer zei langzaam: 'Ik weet niet. Ik geloof dat we niet veel anders kunnen doen dan de boel oppakken en verhuizen, iedere keer als de donkere ster langskomt.' Hij bonsde nadenkend op het tafelblad. 'Wat een ergernis.'

Magnus Ridolph zei: 'Een baan zoals Noir heeft - zo'n achtbaan - moet in zeer wankel evenwicht verkeren. Een betrekkelijk geringe kracht zou de baan volkomen kunnen veranderen. Zo'n acht is heel zeldzaam - ik heb het nog nooit gezien.'

Thifer keek hem wezenloos aan en toen brak het begrip door. 'Als Noir maar een klein beetje afgeremd werd terwijl hij Blanche nadert, dan zou hij zijn baan kunnen veranderen van een parabool in een ellips.' Hij keek zijn ingenieur aan. 'Wat zeg jij ervan, Edson?'

'Het klinkt logisch.' De ingenieur knipperde snel met zijn ogen.

'Misschien met een grote atoombom?' opperde Thifer. 'Zou die klap groot genoeg zijn?'

Edson trok een gezicht. Hij durfde de verantwoordelijkheid niet aan. 'Nou - het hele stelsel moet wel op het randje van het evenwicht wankelen. Net als een grote kei die op zijn punt staat. Als je ertegen blaast, valt hij al om.'

Thifer rees op met een gezicht dat straalde van opwinding. 'We gaan het proberen! Denk je eens in! Ik zie de krantenkoppen al voor me! "Howard Thifer brengt ster in andere baan om personeel te beschermen." Klinkt goed, hè? Wat jullie? Goeie publiciteit. Hé, Ridolph-' Hij stompte Magnus Ridolph tegen zijn magere rug. 'Af en toe kom je wel met een echt goed idee voor de dag!' Hij keerde zich naar de voorman. 'We hebben toch massa's atomiet in voorraad, ja?'