Prinses Daisy(54)
'Daisy!' gilde Stash.
'Francesca was alleen. Ik ben naar haar huis gegaan en heb Masja en de kinderen mee teruggenomen. Zij zijn hier in ons huis. Kom ze halen, Valensky ... Jij bent het enige dat ze nog hebben, God sta ze bij.'
Op een zondag in het voorjaar van 1963 in Londen, traden Stash Valensky en Daisy die nu elf was, het Connaught hotel binnen om zoals gewoonlijk met zijn tweeën de zondagslunch te gebruiken.
Lunch in het Connaught hotel is een van de voornaamste ervaringen van de westerse beschaving, een culinaire Uffizigalerie, en Stash, nog steeds bezig zijn onoverwinnelijke kind te temmen, vond dat het Connaught met zijn weelderige gedempte sfeer van behaaglijke pracht, meer de sfeer van een voornaam herenhuis dan van een hotel, waarin men onbewust altijd het tikken van een bescheiden vriendelijke Victoriaanse grootvaderklok hoort, voor zijn doel de beste entourage creëerde. De portier begroette hen als oude vrienden. Zij liepen over het zware tapijt van de kleine, roodbruin getinte hal, gedomineerd door een brede, ongelofelijk glimmende mahoniehouten trap en sloegen rechtsaf om door de gang te lopen die naar het restaurant voerde, dat als een van de drie beste van Engeland was erkend. Zoals gewoonlijk moest Stash Daisy stevig bij de elleboog vasthouden, want langs de kant stonden rijen tafeltjes waarop zilveren schalen, volgeladen met een dozijn verschillende soorten koude hors d'oeuvre, meloenen, salades, kreeften, gevulde krab en een sortering wildpaté's. Het stond er in die brede gang stampvol met die met voedsel beladen tafels, waar ook een kleine bar was met een spiegel erachter en lange vazen met voorjaarsbloemen, op een wijze die een rijke overdaad suggereerde, zodat Daisy nieuwsgierig even bij ieder gerecht bleef staan, om nog voor ze het menu had gezien te trachten een keus te maken uit wat er vandaag het appetijtelijkst uitzag.
De muren van het restaurant waren betimmerd met glimmend gewreven, donker honingkleurig hout, waaraan kristallen armblakers met abrikooskleurige kapjes gloeiden. De stoelen en banken langs de muur waren bekleed met Bourgondisch gestreept fluweel en grote schermen verdeelden het restaurant in afdelingen, wat de solide zaal een gevoel van Alice in Wonderland gaf, want de onderste gedeelten van de schermen waren op zithoogte van bewerkt hout, maar de bovenkant was van gegraveerd glas, zodat men er rechtopstaande doorheen kon kijken. Stash en Daisy zaten bij voorkeur aan een tafeltje in het midden van het restaurant, in plaats van op een bank langs de muur, omdat het een gunstige positie bood om al hun medelekkerbekken te zien en bespiegelingen over ze te houden.
Veel mensen keken op van hun bord als ze binnenkwamen. Stash was vrijwel niet veranderd. Tweeënvijftig jaar oud, was zijn haar nog net zo blond, dik en kortgeknipt als altijd; had hij nog net zulke uitgesproken trekken, waaruit moed en doortastendheid spraken. Alleen zou hij al de aandacht hebben getrokken, maar met Daisy erbij waren alle ogen op hen gericht; zelfs in dit heiligdom van degelijke, voorname onverschilligheid, want zij was een kind uit sprookjesland. Daisy was nu een meter vijftig lang en had de slanke rondingen van de prepuberteit die zo teder, zonder één foutje, zo pril en toch zo vol bruisend leven was, dat het de meest doorgewinterde volwassenen deed zuchten om een verdwenen kwetsbaarheid en kracht die ze ooit moesten hebben bezeten. Ze droeg een ivoorkleurige jurk van heel dunne wollen stof, bedrukt met trosjes lichtroze bloemen en bleekgroene blaadjes, met plooien van voren en een van achteren vastgestrikte ceintuur en het kraagje van uit de jurk geknipte appliqué bloemen lag als een kleine krans om haar hals.
Haar goudblonde haar viel bijna tot op haar middel en was naar achteren geborsteld, bijeengehouden door een eenvoudig lint, maar op haar voorhoofd en boven haar oren ontsnapten weerbarstige krulletjes.
Stash leidde haar naar hun tafeltje met een bezitterig air, dat hij niet kon onderdrukken. Hij koesterde zo'n diepe liefde voor Daisy dat het hem beangstigde. Hij had al lang geleden geleerd, dat het onverdraaglijk gevaarlijk was om zoveel emotioneel kapitaal in een ander mens te investeren. Maar hij was hulpeloos, louter en alleen door het bestaan van deze dochter van hem, deze schat die hij bijna had verloren, dit eigenwijze, vrijgevochten, liefdevolle vrouwelijke wezen dat hij vanaf het eerste, onvergetelijke ogenblik dat hij haar zag had aanbeden, zoals hij nog nooit van zijn leven een andere vrouw had aanbeden.
Nu, in Daisy, zag hij zichzelf als kleine jongen, het voorgoed verloren, voorgoed onschuldige, voorgoed hoopvolle eigen ik, dat alleen in een droom kan worden heroverd. Het vergeten ik dat verdwijnt zodra men ontwaakt, en alleen een gevoel van onvoorstelbare blijdschap en onberedeneerd geluk achterlaat, een gevoel dat nooit langer duurt dan een paar seconden.
Toen de gerokte ober Daisy het witte menu met een bruin met gouden randje en eronder gedrukte datum overhandigde, slaakte ze een zucht van verwachting, hoewel ze het na bijna driejaar van zulke lunches bijna uit het hoofd kende. Ze had het stadium van kippenpastei, lamskoteletten en zelfs geroosterde lende van Schots rundvlees, de drie gerechten waar ze eerst altijd een voorkeur voor had, al lang achter zich gelaten. Stash had in het begin geprobeerd haar voorzichtig door het menu heen te leiden, maar hij ontdekte al heel gauw, dat hij haar er niet met argumenten of met lieve woordjes toe kon bewegen iets nieuws te bestellen. Ze voelde er niets voor 'haar smaakpapillen te oefenen', zei ze tegen hem, met een plagende blik zijn schoolmeesterachtige uitdrukking herhalend. Hij vroeg zich dikwijls af waar zijn kwieke meisje, dat nooit aarzelde haar eigen beslissingen te nemen, geleerd had zo onvermurwbaar te zijn in die binnenlanden waar ze de eerste jaren van haar leven had doorgebracht. Maar zelfs bij haar eerste kennismaking met de deftige bediening van het Connaught, bracht Daisy's glimlach de maïtre d'hotel aan het verstand dat ze niemand anders ter wereld vertegenwoordigde dan zichzelf, en dat ze omdat ze een jaar lang 's zondags kippenpastei had gewild, dit nu ook zou bestellen.