Niet alles is liefde(24)
Een halfuur nadat het gesprek was afgelopen, waren zijn vader en hij op weg naar de Lithia Lincoln Mercury-dealer om naar Town Cars te kijken. Leo had zich chic aangekleed in een marineblauw pak en een stropdas met een beeltenis van de Tasmaanse duivel. Zijn grijze haar zat glad achterover tegen zijn hoofd geplakt, alsof hij het met een varkenskarbonade had gekamd.
‘Waarom heb je dat pak aan?’ vroeg Sebastian terwijl ze door Fairview langs Rocky’s Drive Inn reden. Een serveerster op rolschaatsen en in een kort rokje reed langs een rij auto’s met een blad hoog boven haar hoofd.
‘Verkopers respecteren een man met een pak en een stropdas.’
Sebastian keek naar zijn vader. ‘Niet als het een Looney Tunes-stropdas is.’
Leo keek naar hem en richtte zijn blik toen weer op de weg. ‘Wat is er mis met mijn stropdas?’
‘Er staat een tekenfilmfiguur op,’ legde hij uit.
‘En? Dit is een prachtige stropdas. Een heleboel mannen dragen stropdassen zoals deze.’
‘Dat zouden ze niet moeten doen,’ mompelde Sebastian terwijl hij uit het zijraam keek. Dat hij niet van winkelen hield betekende niet dat hij niet wist hoe hij zich moest kleden.
Ze reden een paar minuten in stilte terwijl Sebastian de gebouwen links en rechts van de drukke straat in zich opnam. Niets wat hij zag leek vertrouwd. ‘Ben ik hier ooit geweest?’ vroeg hij.
‘Natuurlijk,’ antwoordde Leo terwijl ze een vrouw passeerden die een grote zwarte hond en een beagle uitliet. ‘Daar heb ik op school gezeten,’ zei hij terwijl hij naar een oud gebouw met een bel op het dak wees. ‘En weet je nog dat ik Clare en jou heb meegenomen naar het drive-intheater?’
‘O, ja.’ Ze hadden popcorn en Fanta gekregen. ‘We hebben Superman II gezien.’
Leo ging op de middelste baan rijden. ‘Ze hebben het theater gesloopt en nu is dat de plek waar ze Lincolns verkopen.’ Hij sloeg af bij Lithia Motors en reed langzaam langs rijen glanzende auto’s die waren ontworpen om zelfs bij de minst materialistische personen hebzucht op te wekken. Leo parkeerde midden op het terrein en ze werden al snel benaderd door J.T. Wilson, een verkoper in een polo met het logo van de dealer op zijn linkerzak.
‘Naar welke van de Town Cars wilt u kijken?’ vroeg J.T. terwijl ze met z’n drieën over het parkeerterrein liepen. ‘We hebben drie modellen van de Signature Town Car.’
‘Ik heb nog geen beslissing genomen. Ik wil een proefrit maken in een paar modellen om ze te vergelijken,’ antwoordde Leo.
Sebastian snapte niet waarom een man zo enthousiast kon worden over een Town Car, maar toen ze langs twee rijen suv’s liepen, bleef hij staan alsof zijn voeten plotseling aan het asfalt vastgeplakt zaten. ‘Waarom proberen we de Navigator niet?’ Hij bekeek het luxueuze interieur en liet zijn hand over de glanzende zwarte lak glijden. Hij zag zichzelf al in deze auto zitten en ermee de weg op rijden terwijl hij aan de stereo-installatie frunnikte.
‘Ik vind de Town Car mooi.’
‘Je kunt er chromen randen op zetten,’ hield Sebastian vol terwijl hij een onverwachte hunkering naar de auto voelde. Misschien leek hij meer op Leo dan hij dacht. ‘Misschien met een op maat gemaakt radiatorscherm.’
‘Ik zou me belachelijk voelen. Net of ik die Puff Daddy ben.’
‘P. Diddy.’
‘Hè?’
‘Laat maar. Je kunt doortrekken in een Navigator.’
Leo schudde zijn hoofd en bleef lopen. ‘Ik wil nergens in doortrekken.’
‘De meeste Navigators hebben een sleeppakket met een op zwaar werk berekende trekhaak,’ vertelde J.T.
Sebastian deed geen poging de mannen te vertellen wat hij had bedoeld met doortrekken. Met tegenzin liep hij verder en Sebastian en Leo namen een goudkleurige Town Car mee voor een proefrit. ‘Waarom ruil je een auto die in perfecte staat is elke vijftigduizend kilometer in?’ vroeg hij toen ze bij de dealer wegreden.
‘Om de afschrijving en de inruilwaarde,’ antwoordde Leo. ‘En ik heb gewoon graag een nieuwe auto.’
Sebastian wist niets over afschrijving en was niet kieskeurig als het om het aantal kilometers ging dat zijn auto had gereden. ‘Hij rijdt lekker,’ zei hij.
‘Je kunt er ook goed mee doortrekken.’
Sebastian keek naar zijn vader en ze glimlachten naar elkaar. Eindelijk waren ze het ergens over eens. Het belang van doortrekken.
Sebastian en zijn vader brachten het volgende halfuur door met scheuren door de straten en genieten van momenten van comfortabele stilte onderbroken door gemakkelijke conversatie. Ze praatten over de veranderingen die in Boise hadden plaatsgevonden. Het aantal inwoners was snel gestegen en dat had een hoop ontwikkeling met zich meegebracht. Het enige wat nog precies hetzelfde was als in zijn herinnering was het parlementsgebouw van Idaho, dat uit zandsteen was opgetrokken en een kopie was van het Capitool in Washington, D.C. Als kind had zijn vader hem er eens mee naartoe genomen om het te bezoeken, en hij kon zich het marmeren interieur herinneren en dat hij ergens op het terrein op een kanon was geklommen. Hij herinnerde zich voornamelijk hoe het er ’s avonds uitzag. Helemaal verlicht en met de gouden adelaar glanzend boven op de koepel, zestig meter in de lucht.