Nanny Slaat Terug(38)
‘Uitstekend.’ Cliff knikt. ‘Snel nagedacht – snel gereageerd – we hebben een voorsprong en zitten erbovenop. Heeft iemand al contact opgenomen met de moeder van het meisje?’ Op dat moment gaat zijn mobieltje over in de borstzak van zijn dunne grijze colbert. Hij schakelt het geluid uit zonder naar het scherm te kijken.
‘Ze heeft een hoofdrol in een stuk van Albee in het West End,’ antwoordt een vrouw. ‘Mijn man probeert de productie te verplaatsen naar Broadway.’
‘Oké, dus als we Darwin en uw zoons de ernst van de situatie kunnen laten inzien…’ – Cliff kijkt de drie ouders een voor een aan en ze beantwoorden zijn blik door reflexief te slikken en betrokken te glimlachen – ‘… durf ik als voorzitter van het bestuur wel te stellen dat we de situatie in de hand hebben.’
‘Maar kunnen we dat zo houden?’ vraagt het panellid. De angst in haar stem is tastbaar.
‘Als iedereen doet wat hij moet doen wel,’ zegt Sheila, en ze strijkt haar jurk glad. ‘Bij CNN houden we constant informatie achter om het contact met en de medewerking van de mensen die we nodig hebben veilig te stellen. Voor wat hoort wat.’
‘Echt waar?’ vraagt de toneelvrouw gefascineerd.
‘Anderson Cooper kon het moeilijk accepteren, maar ik heb hem overgehaald.’
‘Goed, de volgende stappen,’ zegt Cliff. ‘We hebben het natuurlijk over kinderen, en kinderen hebben toezicht nodig.’ Hij kijkt kritisch naar Grant.
‘Ik denk dat we ons moeten afvragen hoe Gene dit in godsnaam heeft kunnen laten gebeuren.’ Grant, die rood aanloopt, kijkt op zijn beurt met ogen als spleetjes naar de directeur. ‘Nou, Gene?’
‘Ja, zeker.’ Gene is weer bij de les en zet een stapje vooruit. ‘Mijn oprechte excuses…’
‘Laat je excuses maar zitten – die jongens moeten verdomme onder toezicht staan.’ Grant hijst zich moeizaam overeind, neemt de bal over en rent het veld af. ‘We vertrouwen onze kinderen aan jóú toe, Gene. Jij vormt hun lerende leven, hun sociale leven en van nu af aan ook hun computerleven. Je kunt die verantwoordelijkheid niet blijven afhouden.’
‘Cliff?’ Sheila wendt zich vragend tot hem, zoals wij allemaal. Hij knikt instemmend.
‘Laat het onderwijzend personeel komen.’ Grant, die zich gesteund voelt, spreekt nu met een staalhard timbre. ‘Ik wil iedereen over een uur in de filmzaal zien.’
Het bestuur blijft in het fort en ik krijg eindelijk een taak: samen met Gene sleep ik stoelen naar het bureau van zijn secretaresse om de telefoonketen in werking te zetten. Ik bel de ene docent na de andere met mijn verontschuldigingen op donderdagavond halftien van zijn luie bank in een verre buurt – ze hebben natuurlijk geen geld om de benefietvoorstelling van de toneelclub te bezoeken. Als ik aan het eind van mijn lijst ben gekomen, doe ik alsof ik nog zit te bellen, op mijn eigen voicemail, om maar niet met die narrige bestuursleden te hoeven praten, die een nieuw mikpunt hebben gevonden voor hun woede, die nu aan de andere kant van de schouw vaste vormen aanneemt.
Om halfelf zijn alle kuipstoeltjes in de filmzaal bezet. Vanaf mijn plaats bij de bestuursleden tegen de met fluwelen gordijnen behangen muren zie ik pyjamabroekspijpen onder de regenjassen van zittende docenten uitpiepen. ‘Als dit hun manier is om ons duidelijk te maken dat we het weer over de ziektekostenverzekering gaan hebben, poep ik in Genes kamer,’ bromt iemand. Ik kijk om en zie Gene boven in de zaal. Hij komt nadrukkelijk niet naar beneden om me aan Cliff voor te stellen, zoals hij had beloofd.
Op basis van wat ik tijdens de massale uittocht uit zijn vertrekken heb gehoord, concludeer ik dat wat er nu gaat gebeuren regelrecht onder mijn nieuwe taakomschrijving valt, en hoewel ik ervan baal dat mijn kennismaking met het onderwijzend personeel plaats moet vinden vlak nadat iedereen in pyjama hierheen is gesleurd, haal ik diep adem en loop naar Cliff en Sheila, die aan de andere kant van het podium voor het immense projectiescherm de koppen bij elkaar hebben gestoken. ‘Hallo! Ik weet dat jullie je handen vol hebben, maar ik wilde even officieel kennismaken.’
‘Hallo,’ zegt Cliff, die mijn aangeboden hand schudt en meteen weer naar Sheila kijkt.
‘Nan, we gaan zo beginnen,’ scheept die me af. De verraderlijke rokerslijntjes rond haar mond verdiepen zich.
‘Ja, nee, ik weet het, maar nu ik hier officieel werk als personeelsontwikkelaar, dacht ik dat ik misschien kon…’
‘Wat jij kunt, is weer bij de muur gaan staan. Dit is veel te belangrijk voor een proefritje.’
‘Wat Sheila bedoelt,’ zegt Cliff, ‘is dat we het allemaal onder controle hebben. Als jij nu eens als toehoorder bleef?’ oppert hij met een commerciële charme waardoor het lijkt alsof hij me een eersteklas ticket naar Dubai aanbiedt. Hij glimlacht naar me ten teken dat ik kan gaan en geeft Sheila een teken dat ze mag beginnen.