Reading Online Novel

Maxime(127)







Lester Maypole keek Maxime aan of ze een kruising tussen een zeemeermin en een hippogrief was, een mythologisch wezen, dat in zijn kantoor was verschenen met een lijst vragen die op zich volkomen redelijk zouden zijn geweest, ware het niet dat Maxime Amberville haar reusachtige inkomen uit haar vermogen plus haar deel van de winst uit Amberville Publications altijd helemaal had uitgegeven. Ze had nooit rood gestaan, ze had het inkomen net niet overschreden. En dat feit, dat altijd vet gedrukt onderaan op alle maandelijkse afrekeningen had gestaan, scheen ze maar niet te kunnen bevatten. 'Maar u hebt me nooit gewaarschuwd, meneer Maypole,' protesteerde Maxime ongelovig, bijna kwaad. 'Mevrouw Amberville, wij zijn accountants, geen beheerders. Wij ontvangen uw gelden en betalen uw rekeningen. Wij hebben nooit reden gehad om aan te nemen dat u niet wist dat u met uw uitgaven aan de uiterste grens zat. U hebt nooit blijk gegeven van belangstelling voor beleggingen, anders hadden we u wel gezegd dat u die niet hebt. Uw kunstvoorwerpen, uw flat en uw juwelen zijn natuurlijk ook beleggingen, maar verder...' Hij maakte een veelzeggend handgebaar. 'Ik heb het dus gewoon verbrast.'

'Och, zo moet u het nu ook weer niet zien. U hebt bijna drie miljoen uitgegeven aan de renovatie van Castle Kirkgordon...' 'Laddie Kirkgordon had, op zijn bed na, zowat alles verkocht om de successierechten te kunnen betalen. Dit was toch wel het minste dat ik kon doen... er was geen centrale verwarming... niets,' zei Maxime, terugdenkend aan die stormachtige, adellijke jaren.

'En in Monte Carlo werden uw parels gestolen... twee keer. De dubbele snoeren waren bijna negenhonderdduizend dollar waard, en u was niet verzekerd. U hebt beide keren nieuwe gekocht.'

'Dat was niet in Monte Carlo. De politie daar is erg oplettend. Het waren zeerovers... althans zo zagen ze eruit. En de verzekeringsmaatschappijen beschouwen de echtgenote van Dennis Brady, zelfs een kortstondige, als een te grote risicofactor. Terecht, maar een vrouw moet nu eenmaal haar trouwparels hebben,' zei Maxime verontwaardigd. Lieve help, als het nu diamanten waren geweest.

'Daar komt nog bij dat u in de hoogste belastinggroep valt, u geeft grote bedragen aan liefdadige instellingen en u hebt enige malen een klein fortuin in casino's verloren.' Hij kuchte, nog net niet afkeurend.

'Gokken is ontzettend leuk, maar geen verstandig mens verwacht dat hij zal winnen,' legde Maxime uit.

'Dat bedoel ik min of meer,' zei Lester Maypole bedaard.

'Is het helemaal op?'

'Zo zou ik het niet willen zeggen. U bent een zeer rijke jonge vrouw. U bezit tien procent van een groot bedrijf. Waarom zou u niet royaal met geld omspringen?' 'Verbrast,' herhaalde Maxime nijdig.

'U had iemand kunnen aanstellen die gespecialiseerd is in vermogensbeheer.'

'Maar daar is het nu te laat voor, nietwaar?' 'Wat het verleden betreft wel, vrees ik, maar met wat er nog op uw rekening staat, kunt u makkelijk rondkomen tot in juni het nieuwe dividend wordt uitgekeerd, tenzij u zojuist iets hebt gekocht waar ik niets van weet.'

'Hoeveel zal dat dividend bedragen?' vroeg ze bruusk. Haar hoop herleefde.

'Dat hangt van uw moeder af. Degene met het meerderheidsbelang stelt het dividend vast, naar zijn of haar goeddunken.' 'En mijn tien procent aandelen in Amberville Publications? Die zou ik tot het maximum willen belenen.' 'Die aandelen kunnen alleen aan uw moeder verkocht worden,' zei Lester Maypole. Grote genade, zou ze dat niet eens weten?

'Het zijn toch aandelen,' wierp Maxi gekweld tegen.

'U kunt er geen geld op lenen, mevrouw Amberville, geen cent.'

'Bedoelt u dat ze eigenlijk niet bestaan? Niet meetellen!' 'Mevrouw Amberville, wind u niet zo op. Ze bestaan, ze tellen mee, ze zijn van u. U kunt ze alleen niet belenen, omdat u ze niet aan een buitenstaander kunt verkopen.' 'U zegt dus dat ik geen geld heb.'

'Zo zoudt u het kunnen stellen. Op het moment hebt u in feite geen geld, geen kasgeld.'1

'Dank u wel, meneer Maypole.' Maxi verdween als een bliksemschicht, Lester Maypole ontredderd achterlatend.





Maxi wrong zich door de menigte die in de hal van Trump Tower luisterde naar een violist en een pianist die Alice Blue Gown speelden. Ze had geen oog voor de vijfentwintig meter hoge waterval, noch voor de vloer en de muren van garnaalroze en mangokleurig marmer, de weelderige palmen of de verliefde paartjes die elkaar op de roltrappen stonden te kussen. Ze nam de eerste lift aan de rechterkant en ging rechtstreeks naar het kantoor van waaruit het gebouw werd beheerd. 'Louise,' zei ze tegen de hartelijke blonde vrouw die adjunct-directrice van Trump was, 'kan ik mijn flat verpanden?' Louise Sunshine keek niet verbaasd op. Jarenlange samenwerking met de rusteloze, impulsieve Donald Trump had haar immuun gemaakt voor welke schok ook. 'Daar is de Bewonerscommissie op tegen, Maxi. Wat is er, kind, wil je het Pentagon kopen?'

'Zoiets, ja. Is Donald te spreken?'