Laat In De Nacht(68)
'Omdat ik geen eigen kantoor heb, en dit was de rustigste plek om te wachten.'
'Waarop?'
'Mijn oom Wilkins. Hij voert overleg met de algemeen directeur.'
'Waarover?'
'Over mij.'
'Waarom? Wat heb je gedaan?'
Hij maakte bezwaar. 'Hoe komt het dat iedereen automatisch aanneemt dat ik heb geblunderd?'
'Héb je dat?'
'Nee!'
'Waarom is je oom Wilkins dan met onze algemeen directeur over jou aan het praten?' 'Vanwege dat vervloekte telefoontje!'
'Valentino's telefoontje?'
'Het heeft commotie gewekt. Mijn oom is vanmorgen vroeg met het bedrijfsvliegtuig hierheen gevlogen. Hij belde me. Hij maakte me wakker en beval me hem hier te ontmoeten, en wel onmiddellijk. Dus brak ik mijn nek zowat om hier te komen, en toen zat hij al achter gesloten deuren. Ik heb hem nog niet gezien.'
'Wat voor "commotie"?'
In plaats van haar vraag te beantwoorden, stelde hij er zelf een. 'Doe ik mijn werk hier goed, Paris?'
Ze schudde haar hoofd, vermaakt en ontzet. 'Stan, je wérkt hier toch niet?'
'Ik ben hier elke doordeweekse avond tot twee uur in de ochtend.'
'Je bent hier lijfelijk aanwezig en neemt ruimte in beslag, maar je werkt niet.'
'Omdat er nooit iets misgaat met de apparatuur.'
'Als het wel zo was, zou je dan weten hoe je het moest verhelpen?'
'Misschien. Ik ben goed met snufjes,' zei hij gemelijk.
'Snufjes is niet bepaald het woord dat ik zou gebruiken om elektronica te beschrijven die miljoenen dollars waard zijn. Heb je verstand van radiotechnologie?'
'Jij?'
'Ik noem me geen technicus.'
Hij was een verwende snotneus, gauw geneigd om te zeuren, 's Avonds kon ze hem wel wurgen om zijn onbekwaamheid en de nonchalante benadering van zijn werk. Onbekwaamheid was vergeeflijk, maar onverschilligheid niet. Tenminste, zo dacht zij erover.
Telkens wanneer ze in haar microfoon sprak, was ze zich ervan bewust dat honderdduizenden mensen naar haar luisterden. Ze raakte hen aan met haar stem. In hun auto's en waar ze woonden. Ze werd een partner in wat ze op dat moment aan het doen waren.
Voor haar was haar publiek niet slechts een getal van zes cijfers om reclametarieven op te baseren. Elk getal vertegenwoordigde een mens die haar zijn tijd gaf en die ze de beste programmering verschuldigd was die ze kon bieden.
Stan had nooit nagedacht over de menselijke kant van hun publiek. En als hij dat wél had gedaan, dan had hij het niet in werk omgezet. Hij had nooit enig initiatief getoond. Hij bracht hier zijn tijd door, telde de minuten tot de radiouitzending was beëindigd en rende dan naar buiten om te doen wat hij deed.
Maar ondanks dat alles kon ze niet anders dan medelijden met hem hebben. Hij was hier niet omdat hij daar zelf voor had gekozen. Zijn toekomst was bepaald op het moment dat hij binnen de familie Crenshaw werd geboren. Zijn oom was een kinderloze vrijgezel, en Stan was enig kind. Toen zijn vader stierf werd hij de rechtmatige erfgenaam van het media-imperium, of hij het leuk vond of niet.
Niemand in de onderneming leek bereid te accepteren of toe te geven dat Stan ongeïnteresseerd en slecht toegerust was om de leiding in handen te nemen als zijn oom Wilkins aftrad, wat waarschijnlijk pas gebeurde als hij dood was verklaard.
'Ik leer het bedrijf van onder af kennen,' zei hij gemelijk tegen Paris. 'Ik moet van elk aspect iets af weten, zodat ik klaar ben als het tijd is om de leiding over te nemen. Tenminste, zo denkt oom Wilkins erover.'
'Wat voor commotie heeft Valentino's telefoontje gewekt?'
'Het is niets,' zei Stan met een smalende glimlach.
'Het was voldoende om je oom Wilkins in paniek te brengen.'
Stan slaakte een diepe zucht. 'Voordat ik werd toegewezen aan - lees verbannen naar - dit voortreffelijke radiostation, werkte ik op ons televisiestation in Jacksonville, Florida. Vergeleken bij deze puinhoop was het een paradijs. Ik had een avontuurtje met een van de vrouwelijke werknemers.'
'Dan ben je dus geen homo!'
Hij reageerde of er met een hete pook in zijn rug was gepord. 'Homo? Wie zegt dat ik homo ben?'
'Er is over gespeculeerd.'
'Homo? Mijn god! Ik heb de pest aan die stomme boerenpummels hier. Als je niet in een dubbelassige pick-up rijdt, Bud uit een fles drinkt en je kleedt als The Sundance Kid, ben je van de verkeerde kant.'
'Hoe zit het met die vrouw in Florida?'
Hij pakte een paperclip en begon hem te verbuigen.
'We werden in het kantoor betrapt. Toen begon ze ineens over ongewenste intimiteiten.'
'En dat was onwaar?'
'Ja, Paris, dat was onwaar,' zei hij, elk woord duidelijk uitsprekend. 'De beschuldiging was even vals als haar C-cups. Ik had haar niet gedwongen seks met me te hebben. In feite lag zij bovenop.'
'Meer informatie dan ik nodig had, Stan.'
'Hoe dan ook, ze diende een aanklacht in. Oom Wilkins kwam tot een schikking buiten de rechtbank om, maar het kostte hem een bom duiten. Hij was boos op mij, niet op haar. Dat is toch niet te geloven? Hij zei: "Hoe dom moet je zijn om op je werk je pik uit je broek te halen"? Ik vroeg hem of hij wel eens van Bill Clinton had gehoord. Een opmerking die hij niet op prijs stelde, vooral niet omdat al onze kranten Clinton hadden gesteund bij zijn kandidatuur.