PROLOOG
Tot zes minuten voor het einde was het een normale radio-uitzending geweest.
'Het is een warme avond in het heuvelland. Bedankt dat jullie je tijd met me hebben doorgebracht hier op 101.3. Ik heb van jullie gezelschap genoten, zoals op elke doordeweekse avond. Dit is jullie presentatrice van klassieke liefdessongs, Paris Gibson.
Vanavond verlaat ik jullie met drie van mijn lievelingsliedjes. Ik hoop dat je ernaar luistert met iemand van wie je houdt. Hou elkaar stevig vast.'
Ze drukte de knop op het bedieningspaneel in om haar microfoon af te zetten. De reeks liedjes zou ononderbroken doorspelen tot 1.59.30. Gedurende de laatste dertig seconden van haar programma zou ze haar luisteraars opnieuw bedanken, hen goedenacht wensen en de uitzending beëindigen.
Onder de klanken van Yesterday sloot ze haar ogen en bewoog haar hoofd heen en weer boven haar gespannen schouders. Vergeleken met een werkdag van acht tot negen uur leek een vier uur durende radioshow een makkie. Dat was het niet. Na afloop was ze lichamelijk uitgeput.
Ze zat alleen achter het bedieningspaneel en leidde de liedjes in die ze vóór de show had geselecteerd en ingeprogrammeerd. Verzoeken van het publiek maakten dat de lijst moest worden aangepast en dat er zorgvuldig op de aftelklok moest worden gelet. Ook de binnenkomende telefoontjes behandelde ze zelf.
De technische kant van haar werk deed ze routinematig, maar dat gold niet voor haar presentatie. Die liet ze nooit routineus of slordig worden. Paris Gibson, de persoon, had ijverig gewerkt, met stemcoaches én zelfstandig, om het Paris Gibson-geluid waardoor ze zo bekend was te perfectioneren.
Ze werkte harder dan ze zelf besefte om die volmaakte stembuiging en toonhoogte te handhaven, want na tweehonderdveertig minuten uitzending gloeiden haar nek- en schouderspieren van vermoeidheid. Dat brandende gevoel in haar spieren was het bewijs dat ze haar werk goed had gedaan.
Halverwege de klassieker van de Beatles begon het rode knopje van een van de telefoonlijnen te knipperen, het teken dat er een binnenkomend gesprek was. Ze kwam in de verleiding niet op te nemen, maar officieel eindigde haar programma pas over zes minuten. En ze beloofde de luisteraars altijd dat ze tot twee uur telefoontjes beantwoordde. Het was te laat om deze beller uit te zenden, maar ze hoorde hem in elk geval te woord te staan.
Ze drukte het knipperende knopje in. 'Je spreekt met Paris.'
'Hallo, Paris. Met Valentino.'
Ze kende zijn naam. Hij belde regelmatig. Het was niet moeilijk om zijn ongewone naam te onthouden. Zijn stem was ook opvallend. Hij fluisterde bijna, waarschijnlijk om indruk te maken of om zijn stem te vervormen.
Ze sprak in de microfoon die boven het bedieningspaneel hing en als telefoon dienst deed wanneer hij niet voor de uitzending werd gebruikt. Op die manier had ze haar handen vrij om haar normale bezigheden te vervolgen terwijl ze met een beller praatte.
'Hoe gaat het vanavond met je, Valentino?'
'Niet goed.'
'Het spijt me dat te horen.'
'Ja. Je zult er spijt van hebben.'
De Beatles maakten plaats voor Anne Murray's Broken Hear- ted Me.
Paris keek op de logmonitor en nam er automatisch nota van dat het tweede liedje van de laatste drie was begonnen. Ze was er niet zeker van of ze Valentino goed had verstaan. 'Wat zei je?'
'Je zult er spijt van hebben.'
De dramatische ondertoon was typisch iets voor Valentino. Als hij belde, was hij óf heel vrolijk óf heel somber, zelden op een emotioneel niveau ertussenin. Ze wist nooit wat ze van hem kon verwachten en om die reden was hij een interessante beller. Maar vanavond klonk zijn stem dreigend. Dat was nog nooit voorgekomen.
'Ik snap niet wat je bedoelt.'
'Ik heb alles gedaan wat je me hebt geadviseerd, Paris.'
'Wat ik jou heb geadviseerd? Wanneer?'
'Telkens wanneer ik belde. Je zegt altijd - niet alleen tegen mij, maar tegen iedereen die belt - dat we de mensen van wie we houden moeten respecteren.'
'Dat klopt. Ik denk...'
'Nou, met respect kom je nergens, en het kan me niks meer schelen wat jij denkt.'
Ze was noch psycholoog noch een bevoegde therapeut, slechts een radiopersoonlijkheid. En daarmee hielden haar kwalificaties op. Desalniettemin nam ze haar rol als vriendin-in-het-nachtelijk- uur serieus.
Als een luisteraar niemand anders had met wie hij kon praten, was zij een anoniem klankbord. Haar publiek kende alleen haar stem, maar het vertrouwde haar. Ze diende als vertrouweling, adviseur en biechtvader.
Ze deelden hun vreugde en uitten hun grieven. Soms legden ze hun ziel bloot. De telefoontjes die ze het waard vond om te worden uitgezonden speelden in op gevoelens van medelijden bij andere luisteraars, riepen op tot gelukwensen en leidden soms tot verhitte discussies.
Regelmatig wilde een beller alleen maar zijn hart luchten. Paris fungeerde als buffer. Ze was een gemakkelijke uitlaatklep voor iemand die boos was op de wereld. Zelden was zij het doelwit van de woede van de beller, maar blijkbaar was dit een van die keren, en het was zenuwslopend.