Laat In De Nacht(62)
'Is er iets bruikbaars gevonden in Janeys computer?' vroeg Dean aan de rechercheur.
'Vuiligheid. Een heleboel. Geschreven door andere kinderen.'
'Of door roofdieren.'
'Waar het ook vandaan kwam, het is ruige taal, vooral voor middelbareschoolkinderen. Rondeau heeft haar e-mailadresboek geprint en is nu bezig de gebruikers op te sporen.'
Daarna namen ze afscheid. Paris' protesten dat ze geen politiebescherming wilde werden afgewezen. Curtis had Griggs en Carson al naar haar huis gestuurd.
'Ze zijn beiden in de zevende hemel. Als ze de president zouden bewaken, zouden ze het niet serieuzer kunnen aanpakken. Hun auto zal de hele nacht langs je stoeprand staan.'
Dean reed haar naar huis. 'Hoe zit het met mijn auto?' vroeg ze toen hij weigerde naar het radiostation terug te gaan om haar auto op te halen.
'Vraag maar aan een van je bewonderaars of hij hem morgenvroeg naar je toe wil brengen.'
Ze wees hem de weg naar haar huis, dat in een bosrijk, heuvelachtig gebied aan de rand van de binnenstad stond. Het kalkstenen huis lag verscholen achter een groepje eiken, en de tuin eromheen was goed onderhouden. Een pad dat omzoomd was door witte caladiums leidde naar een diepe veranda. Twee identieke, koperen buitenlantaarns straalden uitnodigend aan elke kant van de glanzende, zwarte voordeur.
In schril contrast met de warme, knusse uitstraling van het huis stond de patrouillewagen langs de stoeprand geparkeerd. De twee jonge agenten sprongen er bijna uit toen Deans auto achter hen tot stilstand kwam.
Dean wuifde de overijverige Griggs weg. 'Ik loop met haar mee.'
Hij wilde per se met haar naar binnen gaan. En hoewel het bedieningspaneel van haar alarmsysteem niet aangaf dat er een storing was geweest sinds ze het alarm had ingeschakeld, liep Dean door elke kamer van het huis, keek in kasten, achter deuren en zelfs onder het bed.
'Valentino lijkt me geen type die zich onder een bed verstopt,' zei ze.
'Een verkrachter houdt zich vaak in het huis van zijn slachtoffer schuil, wachtend tot ze thuiskomt. Dat maakt het des te spannender.'
'Probeer je me angst aan te jagen?'
'Absoluut. Ik wil dat je doodsbang bent, Paris. Die vent wil vrouwen straffen, weet je nog? Hij is boos op Janey - tenminste, we nemen nog steeds aan dat het Janey is - omdat ze ontrouw was. Hij is boos op jou omdat je partij voor haar kiest.'
'Ik wist niet eens dat er sprake was van "partij voor iemand kiezen".'
'Nou, dat is zijn verwrongen beeld ervan, en een beeld is...'
'Waarheid. Ik weet het.'
'De suggestie dat jij en hij spoedig minnaars zullen zijn, betekent in feite dat je zijn volgende slachtoffer zult zijn. Daartussen maakt hij geen onderscheid.'
Ze beet op haar onderlip. 'Als hij klaar is met Janey, gaat hij achter mij aan.'
'Niet als ik het kan tegenhouden.' Hij liep naar haar toe en legde zijn handen op haar schouders. 'Maar tot we hem hebben gearresteerd moet je bang voor hem zijn.'
Ze glimlachte flauwtjes. 'Ik ben niet echt bang, maar ik ben ook niet dom. Ik zal voorzichtig zijn.'
Toen ze probeerde weg te lopen liet hij haar niet gaan. 'Dit is de eerste keer in onze vriendschap dat we samen in een slaapkamer zijn.'
'Vriendschap?'
'Waren we dan geen vrienden?'
Ze aarzelde even voordat ze kalm zei: 'Ja, we waren vrienden.'
'Goede vrienden.'
Hij stak een hand uit, zette haar zonnebril af, legde hem op een nabije stoel en keek aandachtig naar haar ogen. Ze waren nog net zo mooi als hij het zich herinnerde. Diepblauw, intelligent, expressief. Ze keken rustig terug met onmiskenbare helderheid.
Hij slaakte een diepe zucht van opluchting. 'Ik was bang dat je aan één oog blind was geworden of een ernstige verwonding had opgelopen, en daarom een zonnebril droeg.'
'Er werd niets blijvend beschadigd,' zei ze met schorre stem. 'Ik hield er zelfs geen zichtbare littekens aan over. Maar mijn ogen zijn nog steeds erg gevoelig voor fel licht.'
Zonder hun oogcontact te verbreken boog hij zich naar voren, stak een hand uit naar de muurschakelaar achter haar en drukte erop. Het werd donker in de kamer. Hij bleef voorovergebogen staan, zodat ze elkaar vanaf de borst tot aan de knieën aanraakten. En toen ze niet wegliep, legde hij zijn handen om haar nek en in haar haar, en hief haar hoofd op terwijl hij het zijne boog.
'Dean, niet doen.'
Maar de woorden waren niet meer dan een soort zucht tegen zijn lippen terwijl hij ze op de hare drukte. Hun monden gingen tegelijkertijd open. Toen hun tongen elkaar raakten, verried hun gekreun de wederzijdse hunkering. Zacht duwde hij haar achteruit tegen de muur; hij wilde haar voelen en proeven. Hij begeerde haar.
Hij sloeg zijn arm om haar middel, trok haar onderlichaam tegen het zijne en verhoogde de druk, die toch al intens was. Ze brak de kus af en kreunde zijn naam.
Hij streek met zijn lippen over haar ogen en haar jukbeenderen. 'We hebben hier lang genoeg op gewacht, Paris. Vind je niet?' fluisterde hij.