Laat In De Nacht(61)
'Ik heb niet gezegd dat je me teleurstelt. Je ziet er gewoon niet zo exotisch uit als je stem doet vermoeden.' Curtis verschoof in zijn stoel, zodat hij niet zijn hals hoefde uit te rekken om met haar te praten. 'Dit alles om te zeggen dat sommige mensen misschien een verkeerde voorstelling van je hebben gemaakt. Valentino lijkt een van die mensen te zijn.'
'Paris kan niet verantwoordelijk zijn voor de fantasie van een luisteraar,' zei Dean. 'Vooral niet als hij psychische, emotionele of seksuele problemen heeft.'
'Ja, dat heb je al eens gezegd.' De rechercheur deed Deans commentaar min of meer af als niet relevant en richtte zich weer tot Paris. 'Is er een persoonlijke reden waarom je anoniem wilt blijven?'
'Absoluut. Om mijn privacy te beschermen. Als je een televisiepersoonlijkheid bent, sta je voortdurend in de belangstelling, ook als je geen uitzending hebt. Ik had de pest aan dat aspect van mijn werk. Mijn leven was een open boek. Alles wat ik deed of zei was onderhevig aan kritiek, speculatie of veroordeling van mensen die helemaal niets van me wisten.
Radio stelt me in staat in het vak maar buiten de schijnwerpers te blijven. Radio maakt het mogelijk dat ik overal heen kan gaan zonder herkend en kritisch opgenomen te worden. Bovendien kan ik mijn privé-leven privé houden.'
Curtis schraapte zijn keel, ten teken dat hij wist dat hij niet het hele verhaal hoorde maar bereid was het voorlopig zo te laten. 'Hoe lang bewaarde je de opnames van je telefoontjes ook alweer?'
'Voor onbepaalde tijd.'
Hij trok een grimas. 'Dat zijn veel telefoontjes.'
'Maar vergeet niet dat ik alleen die bewaar die ik de moeite van het bewaren waard vind.'
'Maar dan nog, waar hebben we het over? Honderden?' Ze knikte.
'We zouden een groot deel van onze resterende achtenveertig uur opmaken als we naar al die telefoontjes luisterden in een poging het telefoontje te vinden waar Valentino vanavond op zinspeelde. Maar als we via de achterdeur naar binnen gaan...'
'Door naar onopgeloste zaken te kijken,' zei Dean. Hij begreep plotseling waar Curtis naartoe wilde.
'Inderdaad. Ik heb een vriend van me gebeld die bij de afdeling Onopgeloste Zaken werkt. Die lui zitten in een apart gebouw, een paar kilometer bij het hoofdbureau vandaan. 'Hij beloofde na te gaan of een van hun zaken een gelijkenis vertoonde met Janey Kemp.'
'En als dat zo is kunnen we nagaan of Paris rond die tijd een telefoontje van Valentino heeft gekregen.'
'Kalmpjes aan,' waarschuwde Paris. 'Misschien heb ik dat telefoontje niet bewaard. Bovendien, hoe zou ik nou een waarschuwing voor een moord vergeten kunnen zijn?'
'Ik betwijfel of hij de eerste keer zo onbeschaamd is geweest,' zei Dean tegen haar. 'Het is symptomatisch voor serieverkrachters om steeds brutaler te worden. Ze beginnen voorzichtig, en met elk misdrijf krijgen ze meer lef tot ze vrijwel vragen om opgepakt te worden.'
Curtis knikte instemmend. 'Dat is ook mijn ervaring.'
'Sommigen willen werkelijk betrapt worden,' zei Dean. 'Ze smeken om te worden tegengehouden.'
'Op de een of andere manier denk ik niet dat Valentino tot die categorie behoort,' zei Paris. 'Hij klinkt erg zelfverzekerd. Arrogant.'
Dean keek Curtis aan en zag dat de doorgewinterde rechercheur het met haar eens was. Helaas gold dat ook voor Dean.
'Aan de andere kant,' zei Dean, 'zou hij ons kunnen manipuleren. Misschien herinner je je zo'n telefoontje niet omdat er geen was. Valentino zou kunnen proberen ons op het verkeerde been te zetten.'
'Zou kunnen,' zei Curtis. 'Ik heb sterk het gevoel dat hij in zijn vuistje lacht.' Hij vroeg aan Paris: 'Wat weet je over Marvin Pat- terson?'
'Tot gisteren kende ik alleen zijn voornaam.'
'Waarom vraag je dat?' vroeg Dean.
'Hij is ervandoor. Agenten belden naar zijn huis om te kijken of hij er was. Ze zeiden tegen hem dat ze op weg waren om met hem te praten, maar toen ze daar arriveerden was Marvin Patterson verdwenen. Halsoverkop vertrokken. De vaat van het ontbijt stond in de gootsteen en zijn koffiepot was nog warm. Zo snel is hij 'm gesmeerd.'
'Wat had hij te verbergen?'
'Dat zijn we nu aan het onderzoeken,' antwoordde Curtis. 'Het sofi-nummer dat hij invulde op het sollicitatieformulier voor zijn baan bij het radiostation voerde naar een negentigjarige zwarte vrouw die een paar maanden terug in een rusthuis is gestorven.'
'Was Marvin Patterson een schuilnaam?' vroeg Dean.
'Zodra we dat weten, geef ik het aan je door.'
Paris zei: 'Marvin, of hoe hij ook heten mag, heeft misschien iets te verbergen, maar ik denk dat hij onmogelijk Valentino kan zijn. Die fluistert op een griezelige manier, maar is duidelijk te verstaan. Als Marvin zijn mond opendoet, wat zelden gebeurt, bromt hij.'
Dean vroeg haar hoe Marvin eruitzag. 'Hoe oud is hij?'
'In de dertig. Ik heb nooit echt op zijn uiterlijk gelet, maar zou hem beschrijven als een knappe man.'
'Laten we maar afwachten en kijken wat er boven water komt,' zei Curtis.