Kus(130)
‘Ja,’ zei ze, ‘ik vergeef je.’
Daarna zei ook McAllister niets meer; dat ze zo dicht bij elkaar waren was voorlopig genoeg.
Om zeven uur begon Shauna zo rusteloos te worden dat ze een poosje de kamer uit ging. Ze moest een eindje gaan lopen en nadenken. Stel dat Miguel nooit meer wakker zou worden. Stel dat hij weer bij bewustzijn zou komen en dat hij zich haar niet meer kon herinneren. Stel dat de gevolgen van de medicijnen, die Miguel en zij gekregen hadden, niet meer teruggedraaid konden worden.
Ze leende Landons gehuurde auto en reed naar een winkelcentrum. Zonder ze te passen kocht ze een nieuwe broek en bloes, nam in zijn hotel een douche en keerde terug naar het ziekenhuis. Tijdens haar afwezigheid was Landon bij Miguel blijven zitten. Onderweg naar Miguels kamer ging ze langs de kiosk en terug bij Miguel deelde ze een broodje tonijn en een appel met haar vader. Shauna zag kans om drie happen te nemen.
Landon vertrok om negen uur.
Shauna sliep net onder het oppervlak van haar bewustzijn en werd voor zonsopgang weer wakker. Ze bestudeerde opnieuw Miguels gezicht en probeerde zich zoveel mogelijk van hem te herinneren zonder van hem te stelen. Ze deed geen nieuwe ontdekkingen.
Niets dan een alleen maar toenemende liefde.
Om tien uur klopte er iemand op de deur. Toen Shauna zich omdraaide, zag ze een jonge vrouw in een gestreepte jurk naar binnen leunen, die fluisterde: ‘Kan ik misschien iets voor u halen? Iets te drinken of een deken misschien?’
Shauna schrok op. Het meisje was waarschijnlijk een jaar of zestien. Haar sluike zwarte haar was naar achteren gekamd in een paardenstaart, en haar bruine huid straalde dezelfde jeugdigheid uit als haar glimlachende ogen.
Haar tweekleurige ogen. Bruin en groenbruin. Net als de ogen van Khai.
Shauna merkte dat ze haar aangaapte. ‘Neem mij niet kwalijk. Je ogen. Ze zijn prachtig.’
Het meisje giechelde. ‘Geeft niet, hoor. Ze zijn altijd een goed onderwerp om een gesprek mee te beginnen, weet je? Hoeveel mensen ken jij die heterochromia iridis hebben? Zoals ik het zie, kun je er je voordeel mee doen of kun je denken dat je maar raar bent. Ik geef de voorkeur aan het eerste.’
Shauna knikte en zei: ‘Weet je, je lijkt op iemand die ik ken.’
‘Je bedoelt mijn ogen? Die persoon zou ik graag een keer ontmoeten. Ik bedoel, ik heb nog maar één keer iemand ontmoet die ook zulke ogen had. Het is genetisch, weet je? Mijn vader zegt dat ik er alle nuances van de wereld mee kan zien.’
‘Heel slim van je vader.’
‘Hij is de slimste vader van de hele wereld.’
Shauna keek naar het naamkaartje van het meisje: Amy Mitchell.
‘Nou, als je niets nodig hebt, ga ik maar weer.’
‘Bedankt,’ zei Shauna. ‘Misschien zie ik je wel weer. Ik zou je aan mijn vriendin voor kunnen stellen.’
‘Dat zou leuk zijn.’
Amy vertrok en Shauna bleef naar de deur kijken. Ze kon er helemaal niet zeker van zijn of dit Khais dochter was. Die kans was wel heel klein. Maar toch…
Miguels lakens ritselden. Shauna draaide zich om. Hij keek naar haar.
‘Miguel.’
Hij deed zijn ogen weer dicht alsof hij zware hoofdpijn had, en deed ze toen weer open. Hij haalde een keer diep adem.
‘Heb je pijn? Zal ik een dokter roepen?’ Shauna pakte de bedrail bij zijn hoofd vast en trok haar stoel op wieltjes iets dichter bij het bed.
Hij tilde zijn hand van het bed op en liet hem vallen.
Ze rustte met haar kin op haar handen. O, ze wilde zijn gezicht aanraken, zijn hand vasthouden, hem kussen! Ze wilde het tastbare bewijs dat hij niet ernstig gewond was.
Dat hij zich haar herinnerde. Ze kon er niet toe komen het hem te vragen.
Hij draaide zijn hoofd naar haar toe en nam haar aandachtig op, haar haren, haar gezicht, haar handen.
‘Wat is er met je gebeurd?’ vroeg hij.
Shauna ging rechtop zitten en raakte met haar linkerhand haar gekneusde gezicht aan. Tranen sprongen in haar ogen, maar niet omdat het pijn deed.
Hij was het vergeten.
Ze slikte en probeerde haar stem te beheersen. ‘Ik ben van de trap gevallen,’ was alles wat ze kon uitbrengen.
Miguel ging op zijn zij liggen en legde zijn hand op de hare op de bedrail. Er kwam een scheve grijns op zijn gezicht.
‘Nee, schat. Je hebt de ring aan je andere hand gedaan. Ik wil weten wat er gebeurd is.’
Haar opluchting uitte zich in een lach. Ze sloeg haar hand voor haar mond en de tranen liepen nu over haar wangen.
‘Ik herinner mij weer dat ik van je houd,’ zei ze.
Hij trok haar hand van de stang, trok die naar zich toe en kuste hem. Ze was op haar hoede en gespannen.
‘Miguel, wees voorzichtig.’
Hij kuste haar hand harder, legde hem toen tegen zijn ongeschoren gezicht en hield hem daar vast.
‘Ik wil je geen pijn doen en…’