Kus(123)
Shauna sloot haar ogen en ontfutselde wat meer informatie aan Waynes herinneringen: ze zag zijn truck twee straten verder naar het zuiden geparkeerd staan.
> Doet dat er iets toe? Zeg ons waar we heen moeten.
Waar ze met Miguel naartoe moesten.
Waar zou ze hen heen sturen?
> Leeft hij?
Shauna hoorde voetstappen in haar richting komen. Ze had niet goed opgelet. Ze liet zich achter een olievat zakken en besefte onmiddellijk dat ze zich hier niet lang achter zou kunnen verbergen.
Twee mannen in uniform kwamen om het gebouw heen lopen en het licht van hun zaklampen viel over de bovenkant van haar schuilplaats heen. Alleen het olievat scheidde haar van hen. Shauna deed haar ogen dicht – alsof ze zich daardoor schuil zou kunnen houden – en schermde het verlichte schermpje van de telefoon met haar klamme handen af. Als Waynes handlangers een berichtje zouden sturen voordat…
Ze liepen langs het vat heen, zo dichtbij dat ze hun aftershave kon ruiken. Ze hoefden alleen maar even naar rechts te kijken.
‘Een lichaam,’ zei een van de agenten. Met hun ogen op Wayne gericht renden ze erheen.
Ze keek hen na en kwam in beweging toen hun voetstappen voldoende lawaai maakten. Ze rende in de tegenovergestelde richting weg, naar het gebouw op de scheepswerf aan de andere kant van de steeg.
> Technisch gezien leeft hij nog.
Ze zou dat voorlopig maar als goed nieuws beschouwen. Toen ze er zeker van was dat ze buiten gehoorafstand van de agenten was, bleef ze staan om een adres in River Oaks, aan de andere kant van Houston, in te toetsen. Het was het enige adres in Houston dat ze kende. Ze dacht dat ze er zo’n twintig, vijfentwintig minuten rijden vandaan was.
> Geef verwachte tijd van aankomst door.
Ze zouden het op de kaart even moeten bekijken, een schatting maken.
Ze liep weer verder in de richting van Waynes truck terwijl ze af en toe achterom keek om te zien of ze niet door de agenten gevolgd werd.
Ze vond de Chevy zonder enige moeite, alsof ze hem daar zelf geparkeerd had. Shauna ging achter het stuur zitten en trok het asbakje open. Zoals gewoonlijk lagen de sleuteltjes erin. De telefoon vibreerde in haar hand.
> Dertig minuten.
Ze zou daar eerder kunnen zijn.
> Ga erheen.
Er was slechts een manier om Miguel te redden en dat was door zichzelf over te geven aan Trent Wilde. Ze zou Miguels leven redden door haar hoofd en lichaam over te geven aan de wetenschap.
Een van hen beiden zou dan in ieder geval in leven blijven. Want als ze Miguel niet zou kunnen redden, zou ze hoe dan ook sterven.
40
Tot Landons grote ergernis kostte het hem meer dan tien minuten om aan zijn beveiligingsteam uit te leggen dat hij buiten zijn geplande reisroute een tochtje moest maken. Hij wachtte tot ze zijn route en bestemming hadden goedgekeurd.
Belachelijk, zei hij.
Strikt noodzakelijk, zeiden zij, zo vlak voor de verkiezingen.
Na wat geruzie vonden ze het goed dat hij naar de westkant van Houston zou gaan – één auto, twee agenten, punt. Hij vertrok per slot van rekening niet naar Argentinië.
Tijdens de drie uur durende rit dacht hij erover na hoe hij ten aanzien van zijn vrouw tekortgeschoten was en dat Trent dat niet had gedaan. De oorzaak was nooit een enkele gebeurtenis, nam hij aan. In zijn geval moest het vijftien jaar lang in een schema leven dat hij niet zelf had bedacht, een rol hebben gespeeld.
En het was allemaal begonnen toen Wilde Patrice aan hem had voorgesteld. Hoe ironisch scheen dat kleine detail nu.
De auto reed om vijfentwintig over vier de afslag van de 610 af naar de River Oaks Boulevard en zocht toen zijn weg in de welvarende woonwijk. Landon beval de chauffeur de auto een straat verderop van waar de rijke, gescheiden Wilde woonde, te parkeren.
‘Wacht hier,’ zei Landon.
‘Meneer…’
‘Genoeg. Ik breng alleen maar een bezoek aan een vriend.’
Hij stapte uit de zwarte Lincoln en sloeg het portier dicht, niet bereid er nog meer woorden aan vuil te maken.
Een auto die het garagepad van de buren af reed, was op dit nachtelijke uur het enige wat bewoog. In de kille bries bleven zelfs de vogels stil.
Trent had geen hek om zijn huis heen staan, maar een indrukwekkende oprit die aan weerszijden van de tuin naar een stenen trap leidde, gaf toegang tot de hoofdingang. Even later stond Landon, verrassend kalm, voor de deur met de gegraveerde, koperen klopper.
Hij koos voor de deurbel en belde drie keer voordat Trent verscheen, die de ceintuur van zijn ochtendjas rond zijn middel knoopte. Op zijn linkerwang was de afdruk van beddenlakens te zien.
Trent keek even naar Landon en meteen daarop dwaalde zijn blik af naar de trap, links van de ingang. ‘Is dat even een onverwachte verrassing. Vanwaar dit vroege bezoek? Waar zijn je beveiligers?’
Landon liep langs hem heen de hal in, bleef onderaan de trap staan en keek naar boven. Trent deed de deur langzaam dicht en bleef in de schaduw staan.