Het Pantserhart(310)
‘Help yourself.’
Kinzonzi hoorde hem kreunen toen hij het trapje op ging.
Kinzonzi sloot zijn ogen. Als hij niet te lang wachtte kon hij het ergste bloeden stoppen voor hij het bewustzijn verloor door het bloedverlies. Overeind komen, over de weg kruipen, iemand vinden. En hij kon geluk hebben, het kon iemand zijn die niet bij de gieren hoorde. Hij kon Alma vinden. Hij kon haar tot de zijne maken. Want ze had nu geen man meer. En Kinzonzi had geen werkgever meer. Hij had namelijk gezien wat er in de koffer zat die de grote blanke man had meegenomen.
Harry stopte de Range Rover voor de lage kerkmuren en stond neus aan neus met de gedeukte Hyundai, die er nog steeds stond.
Er brandde een sigaret in de auto.
Harry deed de koplampen uit, draaide het raampje naar beneden en stak zijn hoofd naar buiten.
‘Saul!’
Harry zag de gloeiende sigaret bewegen. De taxichauffeur stapte naar buiten.
‘Harry. Wat is er gebeurd? Je gezicht…’
‘De dingen zijn niet helemaal volgens plan gelopen. Ik had niet verwacht dat je hier nog zou zijn.’
‘Waarom niet? Je hebt me voor de hele dag betaald.’ Saul ging met zijn hand over de gepantserde Range Rover. Mooie auto. Gestolen?’
‘Geleend.’
‘Geleende auto. Ook geleende kleding?’
‘Ja.’
‘Rood van het bloed. Van de vorige eigenaar?’
‘We geven jouw auto rust, Saul.’
‘Heb ik zin in dit ritje, Harry?’
‘Waarschijnlijk niet. Helpt het als ik zeg dat ik een van de aardige jongens ben?’
‘Het spijt me, in Goma zijn we vergeten wat dat betekent, Harry.’
‘Hm. Helpt een biljet van honderd dollar?’
‘Tweehonderd,’ zei Saul.
Harry knikte.
‘…en vijftig.’
Harry stapte uit en liet Saul het stuur overnemen.
‘Weet je zeker dat ze daar zijn?’ vroeg Saul toen hij wegreed.
‘Ja,’ zei Harry vanaf de achterbank. ‘Iemand heeft me eens verteld dat het de enige plek is in Goma waar de mensen naar de hemel kunnen komen.’
‘Ik hou niet van die plek,’ zei Saul.
‘O?’ zei Harry, die de koffer naast zich opendeed. Märklin. De gebruiksaanwijzing hoe het geweer in elkaar gezet moest worden, zat in het deksel gelijmd. Harry begon.
‘Kwade geesten. Ba-Toye.’
‘Je hebt in Oxford gestudeerd, zei je?’ Er klonken zachte geoliede klikgeluiden van de delen die soepel in elkaar gingen.
‘Ik begrijp dat jij de vuurdemonen niet kent.’