Het Pantserhart(311)
‘Nee, maar deze ken ik wel,’ zei Harry, die een van de patronen omhooghield die in een doosje in de koffer lagen. ‘Ik zet hier mijn geld op, en niet op Ba-Toye.’
Het spaarzame licht van het gele binnenlampje deed de patroonhuls oplichten. De loden kogel erin had een diameter van zestien millimeter. Het grootste kaliber ter wereld. Toen hij werkte aan de rapportage over de Roodborst-zaak, had een ballistisch expert hem verteld dat het kaliber van Märklin ver over de grens was van wat verstandig was. Zelfs als je olifanten wilde schieten. Het was eerder geschikt om bomen mee te vellen.
Harry klikte het vizier erop. ‘Geef gas, Saul.’
Hij legde de loop over de stoelleuning van de lege passagiersplek en probeerde de trekker terwijl hij zijn oog een stukje van het vizier hield met het oog op het gehobbel. Het vizier zou gecorrigeerd, gekalibreerd en precies ingesteld moeten worden. Maar daar was geen tijd voor.
Ze waren er. Kaja keek uit het autoraampje. De verspreide lichten onder hen waren van Goma. Verderop zag ze de lichten van het booreiland in het Kivumeer. De maan glinsterde in het groenzwarte water. Het laatste deel van de weg was slechts een steil pad geweest dat zich omhoogslingerde naar de top en de koplampen hadden het zwarte, kale maanlandschap beschenen. Toen ze bij het bovenste plateau waren gekomen, een stenen plateau zo plat als een pannenkoek met een diameter van rond de honderd meter, was de chauffeur door witte wolken die rood werden gekleurd tot de andere kant van het plateau gereden, bij de rand van de vulkaan. De krater van Nyiragongo.
De chauffeur zette de motor uit.
‘Mag ik je één ding vragen?’ zei Tony. ‘Eén ding dat ik me de laatste weken steeds heb afgevraagd. Hoe voelt het om te weten dat je dood zult gaan? Ik bedoel niet bang zijn dat je in levensgevaar bent, dat ben ik zelf meerdere keren geweest. Maar je volkomen bewust zijn van het feit dat hier en nu jouw leven zal ophouden. Zou je me dat kunnen vertellen?’ Tony boog zich iets naar haar toe om oogcontact te krijgen. ‘Neem de tijd om de juiste woorden te vinden.’
Kaja keek hem aan. Ze had paniek verwacht. Die kwam alleen niet. Ze was net zo versteend als het landschap om hen heen.
‘Ik voel niets,’ zei ze.
‘Vooruit,’ zei hij. ‘De anderen waren zo bang dat ze niet eens konden antwoorden, ze kletsten maar wat. Charlotte Lolles leek wel in shock. Elias Skog kon niet normaal praten. Mijn vader huilde. Is er alleen chaos of is er ook reflectie? Voel je verdriet? Spijt? Of opluchting omdat je er niet langer tegen hoeft te vechten? Kijk bijvoorbeeld naar Lene, zij heeft het opgegeven, ze gaat mee als een gewillig offerlam. Hoe zit het met jou, Kaja? Hoe groot is jouw verlangen om de controle uit handen te geven?’
Het werd Kaja duidelijk dat er oprechte belangstelling uit zijn blik sprak.
‘Laat ik je liever vragen hoe groot jouw verlangen is om de controle te kríjgen, Tony,’ zei ze en ze ging met haar tong door haar mond op zoek naar vocht. ‘Toen jij door een onzichtbare persoon gestuurd werd om de een na de ander te vermoorden. En die persoon bleek de jongen te zijn van wie jij de tong had afgesneden. Kun je me dat vertellen?’
Tony staarde voor zich uit en schudde langzaam zijn hoofd, alsof hij een andere vraag beantwoordde.
‘Ik had er niet eens aan gedacht voor ik op internet las dat die goede oude Skai een voormalige dorpsgenoot van me had gearresteerd. Ole. Wie had gedacht dat hij zo veel lef zou hebben?’
‘Zo veel haat, bedoel je?’
Tony haalde zijn pistool uit zijn jaszak en keek op zijn horloge.
‘Harry is laat.’