Geen tijd voor een kus(156)
‘Over die baan, zeker.’ Tot Jena’s eigen verbazing voelde ze nauwelijks enig enthousiasme bij die gedachte. En dat na alle ontbering die ze had geleden, alleen maar om die baan te kunnen bemachtigen.
‘Waarschijnlijk heb ik je kans om die te krijgen grondig verprutst,’ mompelde Noah. Hij keek haar aan met een blik die leek te smeken om begrip. ‘Ik heb hem een bloedneus geslagen.’
De frons die tussen Jena’s wenkbrauwen verscheen was allesbehalve begrijpend. ‘Heb je hem geslagen? Waarom in vredesnaam?’
‘Omdat hij er was,’ legde Noah uit.
Zijn verklaring scheen niet het gewenste effect te hebben, want de frons werd dieper. ‘Je kunt mensen niet zomaar een bloedneus slaan alleen omdat ze er zijn,’ vertelde ze hem. Was het soms iets van vroeger? Ik weet dat er een of ander probleem was tussen jullie.’
Nu was het Noahs beurt om te fronsen. Hoe was het mogelijk dat ze het niet doorhad!
‘Met vroeger had het niets te maken,’ zei hij kortaf. ‘Het was zuiver omdat hij hier was - met jou. Tenminste, dat dacht ik.’
Nu kon ze bijna haar lachen niet houden! ‘Je dacht toch niet dat Matt en ik... Dat wij samen iets hadden?’ Ze moest haar buik vasthouden van het lachen.
Nu pas zag Noah dat ze een van zijn overhemden aanhad. En omdat er een paar knoopjes waren losgegaan, kon hij zien dat ze er niets onder droeg.
Niet nu, zei hij streng tegen zijn libido. Eerst moeten we het een en ander uitpraten. ‘Dat is niet om te lachen,’ zei hij gemelijk. En omdat hij niks beters wist te zeggen: ‘Dat is mijn overhemd.’
‘Het hing aan de lijn. Ik heb het even van je geleend omdat ik een vlek op mijn blouse had.’
Noah had zin om te eisen dat ze het onmiddellijk teruggaf. Het liefst zou hij het haar eigenhandig uittrekken om vervolgens een dag of vier met haar te vrijen. Maar hij wist nog steeds niet hoe de zaken er nu eigenlijk voorstonden wat hem en Jena betrof.
Jena zag hem worstelen met zijn twijfel en onzekerheid, en ze kreeg medelijden. Ze legde haar vinger op zijn lippen om te voorkomen dat hij nog meer irrelevante opmerkingen zou maken, en begon te praten. ‘Om te beginnen is Matt Ryan totaal niet geïnteresseerd in mij als vrouw. In feite is hij op dit moment smoorverliefd op zijn partner Michael. Ten tweede: zelfs al zou hij hierheen zijn gekomen om me te vertellen dat ik die baan kan krijgen, dan nog zou ik hem niet nemen. Ik heb er nog eens heel goed over nagedacht, en ik ben het met je eens dat het geen echte uitdaging is. Ik wil toch liever iets doen dat wat meer... inhoud heeft. Iets met mensen.’
Ze zag zijn ogen oplichten van liefde, maar ze stond hem nog niet toe om te spreken. Met haar vinger volgde ze de contour van zijn lippen. Als ze nog iets wilde zeggen, zou ze snel moeten zijn, want ze voelde dat ze geen van beiden nog lang weerstand zouden kunnen bieden aan de stijgende spanning.
‘Ten derde: hoewel we elkaar nog maar heel kort kennen en jij nog niet echt los bent van die Lucy van je, weet ik heel goed wat ik van je wil. En dat is veel meer dan een avontuurtje voor één nacht. Eerder een avontuurtje voor zo’n vijftig of zestig jaar. Als jij dat ook zo voelt, en je weet zeker dat je het verleden achter je kunt laten, kunnen we misschien samen aan onze toekomst gaan werken.’
Hij pakte haar hand en kuste één voor één haar vingertopjes. ‘Is dit een huwelijksaanzoek?’ vroeg hij met een stem schor van emotie.
Jena keek hem aan, en haar ogen begonnen te stralen. ‘Hoe moeten we elkaar anders goed leren kennen?’ vroeg ze met een glimlach.
Ondanks het slechte begin werd het een week van puur geluk. De komst van Jena bracht het huis tot leven op een manier waarop dat met Lucy nooit zou zijn gelukt, besefte Noah. Hemzelf bracht ze trouwens ook tot leven. Ze flirtte met hem, plaagde hem, maakte hem aan het lachen, bracht hem in verrukking als ze samen in bed lagen en overweldigde hem met de liefde die ze zo gul aan hem schonk en zo stralend van hem accepteerde.
‘Opstaan, luilak,’ riep ze op zaterdagochtend, toen hij zich juist nog eens lekker wilde omdraaien. Ze streek met haar lange haar over zijn ruggengraat, iets waar hij helemaal wild van werd.
Ten einde raad draaide hij zich om en trok haar naar zich toe.
‘Niet nu,’ zei ze ferm, hoewel ze zich tegen hem aan nestelde en hem een regen van kleine kusjes in zijn hals gaf. ‘Het is zaterdag. Je hebt nog net tijd om te ontbijten voordat we naar de parade gaan.’
Zijn suggestie om op een andere manier te ontbijten wees ze resoluut van de hand.
‘Denk eraan dat je je zwembroek aantrekt onder je kleren,’ zei ze. Want haar standbeelden zouden, afgezien van een paar draperieën, bijna helemaal naakt zijn. Noah had zich tijdens de laatste repetities meerdere malen afgevraagd of hij niet beter af was geweest met een valse snor en een grote injectiespuit. Er was beslist iets vreemds aan de hand. Carla en de andere jongelui hadden tijdens de generale repetitie telkens de slappe lach gekregen, en hij had het vervelende gevoel dat hij de enige was die niet begreep waarom.