Geen tijd voor een kus(154)
Jena deinsde achteruit alsof ze door een slang was gebeten, maar toen ze zijn gezicht zag, kreeg ze medelijden. ‘Levensgevaarlijk, wat je daar deed,’ zei ze zacht.
‘Absoluut,’ beaamde hij. Het volgende moment nam hij haar in zijn armen en trok haar dicht tegen zich aan. ‘Je bent zeker niet bereid om je carrière een zodanige wending te geven dat er toch plaats is voor een relatie,’ fluisterde hij, met zijn wang tegen haar haar.
‘Jij wilde zelf ook geen relatie, als ik me goed herinner.’ ‘Ik zou van gedachten kunnen veranderen.’
‘Om uit te proberen of je het zonder Lucy kunt stellen?’
Hij sloeg zijn armen nog steviger om haar heen. Hoe was het toch mogelijk dat een vrouw die hij nauwelijks kende, zo feilloos zijn zwakheden aan de kaak kon stellen? ‘Stom van me, hè,’ fluisterde hij. Zijn lichaam scheen zich er niets van aan te trekken dat dit bedoeld was als een puur kameraadschappelijke omhelzing.
‘Ontzettend stom,’ beaamde ze. Ze drukte zich nog iets steviger tegen hem aan, alsof haar lichaam net zo naar het zijne hunkerde, als omgekeerd. Toen slaakte ze een zucht en duwde hem van zich af. ‘Ik wil niet zeggen dat je je vandaag nog moet laten filmen,’ zei ze, de draad van het gesprek weer opnemend. ‘Ik wilde je alleen laten weten hoe zij erover denken. Zij hebben net zoveel haast om deze klus achter de rug te hebben als jij.’
Noah knikte.
‘Nou, tot morgen dan.’ Jena draaide zich om, deed de deur open en liep naar buiten. Haar schouders hingen moedeloos naar beneden, alsof ook zij het moeilijk vond om afscheid te nemen.
De rest van die week ging snel genoeg voorbij. Noah ging niet naar de standbeeldrepetitie van het groepje, dat nu in het huis van zijn tante woonde. Het was al moeilijk genoeg dat hij Jena overdag telkens tegenkwam; hij had geen zin daar nog eens een avond aan toe te voegen. Om het goed te maken, nodigde hij de jongelui uit om de avond daarop bij hem te komen barbecueën, zodat ze hem konden bijspijkeren.
Dat deden ze met veel plezier. Carla deed hem voor hoe hij moest gaan staan, en toen Noah iets te snel van positie veranderde, dreigde ze dat Jena hem zou vermoorden als hij dat tijdens de optocht ook zou doen.
‘Waarschijnlijk is Jena dan al weg,’ zei Noah. ‘De filmploeg probeert deze week nog klaar te komen met de opnamen.’
‘Nee, Jena blijft hier,’ wist Suzy hem te vertellen, ‘want ze heeft met haar baas afgesproken dat ze het drie weken zal uithouden in die hut van hem. Dat komt goed uit; dan heeft ze mooi de tijd een keer naar Brisbane te rijden om bodypaint te kopen.’
Noah gaf geen antwoord. Hij was verdiept in zijn eigen gedachten. Waarom kromp zijn hart ineen van pijn bij de gedachte dat Jena binnenkort zou vertrekken? Hij zou juist blij moeten zijn dat hij dan van de marteling van haar aanwezigheid verlost was.
Pas de week daarop wist hij opeens het antwoord op die vraag, doordat hij besefte dat haar afwezigheid een nog grotere marteling was dan haar nabijheid. Hij herinnerde zich wat ze had gezegd toen hij haar had verteld over Lucy - dat, als je van elkaar hield, een minuut zonder de ander al lang leek, een dag eindeloos, terwijl een week...
Hij kon zonder moeite invullen hoe het voelde om elkaar een week te moeten missen.
Rampzalig. Ondraaglijk. Niet om uit te houden.
Zou Jena uit ervaring hebben gesproken?
Hij kreunde inwendig. De gedachte aan Jena, die verliefd op iemand was, maakte hem zo kwaad dat hij zin had om de eerste de beste die hij tegenkwam een dreun te verkopen.
Wie het ook mocht zijn!
Jeff Finch stapte dus precies op het goede moment de kamer binnen, maar toen Noah hoorde wat hij te zeggen had, vergat hij zijn woede. ‘Meen je dat? Gaat het ministerie van Volksgezondheid akkoord met mijn voorstel voor een hospice?’
Jeff knikte stralend. Er was geen spoortje vijandigheid meer in zijn houding tegenover Noah. Noah begreep wel waarom; als er aan het ziekenhuis een hospice werd verbonden, een verpleeghuis voor terminale patiënten, zou dat Jeffs invloed enorm vergroten.
‘Wanneer heb jij tijd om erover te vergaderen?’ vroeg Jeff vriendelijk.
‘Ik zou vanavond wel kunnen,’ antwoordde Noah. Dan had hij meteen een goed excuus om de standbeeldrepetitie van die avond over te slaan.
‘Nee, vanavond kan ik niet. Dan heb ik helaas al een andere afspraak.’
Weg excuus. Zou hij een ander smoesje verzinnen? Nee!
Hij vertikte het om haar nog langer te ontlopen. Hij ging gewoon naar die repetitie en zou zelfs toelaten dat ze zijn armen in de juiste positie zette. De slapeloze nacht waartoe dat zou leiden, nam hij dan wel op de koop toe.
Maar Jena was er niet.
Noah arriveerde precies op tijd bij het huis van zijn tante. De anderen waren ook allemaal al present. Suzy stelde voor dat ze dan maar zonder Jena zouden beginnen, maar Noah begon zich enigszins ongerust te maken. Het had bijna de hele middag geregend, waardoor de wegen hier en daar spekglad waren.