Dazzle(167)
Haar hele gezicht was rozig, open en vrolijk; ze hield van Georgina. Fernanda voelde een vlaag van onbekende wellust door zich heen slaan, een nieuwe en hevige begeerte die geen man ooit bij haar had opgewekt. Hij kwam uit het diepste binnenste opzetten en zonder iets te zeggen, zonder om toestemming te vragen, kwam ze overeind op bed en drukte Georgina's armen tegen de matras aan terwijl ze schrijlings op het prachtige lichaam onder haar ging zitten, dat nog steeds mysterieuze lichaam dat nu van haar was. Ze voelde hoe ze weer opzwol, snel en dwingend. O, ja, nog eens, opnieuw, nog eens...
'Je hoeft niet...' fluisterde Georgina. 'Ik wilde alleen maar jou gelukkig maken...'
'Stil en blijf net zo liggen. Ik ga jou neuken.'
'Susie, heb jij wel eens wat meer over mijn overgrootmoeder Amilia gehoord?' vroeg Jazz terwijl ze aan de keukentafel ging zitten en naar de kleine kokkin keek die, zoals gewoonlijk, druk bezig was.
'Hoe kan dat nou, Jazz? Ik ben hier pas in 1961 begonnen. Je wilt toch niet weer een gevecht over mijn leeftijd beginnen, hè?' Susie keek Jazz door half dichtgeknepen ogen onderzoekend aan. Haar meisje had iets uitgehaald, dat stond vast, en op een regenachtige zondag... wat kon het anders zijn geweest dan iets dat ze allang had verwacht? Het had haar zeker niet lelijk gemaakt, dat stond wel vast. Hoog tijd trouwens. Mike Kilkullen zou hebben gewild dat Casey en Jazz ontdekten dat ze van elkaar hielden, hoe ellendig ze zich ook om zijn dood voelden.
'Thuis spreken jullie Spaans, hè, Susie?' vroeg Jazz.
'Dat hangt ervanaf. Mijn zoons spreken beide talen, mijn man spreekt liever Spaans, mijn moeder spreekt alleen Spaans, mijn kleinkinderen kunnen alleen nog in het Spaans vloeken en schelden.'
'Kun jij ouderwets Spaans lezen?'
'Juanita Isabella, kun jij Engels lezen?' snoof Susie. 'Wat denk je dat ik in die vier jaren middelbare school heb geleerd?'
'Ga dan alsjeblieft eens zitten en kijk hiernaar.' Jazz drukte Susie het notitieblok en de brief in de hand.
'Ben je met huiswerk bezig?'
'Niet bepaald.'
'Zo zag je huiswerk er ook altijd uit. Wat een rommeltje! Maar nog niet zo'n rommel als in Casey's kamer en het archief. Ik heb snel dakwerkers naar boven gestuurd voor het weer gaat regenen.'
'Susie, help me eens. Dit is een brief van mijn betovergrootmoeder aan Amilia. Deze alinea kan ik niet vertalen - dat zegt me niets.' Jazz liet haar het deel van de brief zien dat ze de nacht tevoren had geprobeerd te vertalen. Susie pakte haar bril en keek verbaasd naar de bruin geworden inkt en het sierlijke, ouderwetse handschrift.
'Ik begrijp wat er wordt bedoeld,' zei ze eindelijk. 'Wil je de woordelijke vertaling?'
'Nee, de strekking.'
'Voor zover ik eruit kan opmaken, schijnt het dat - toen de Valencia's de ranch aan de Kilkullens verkochten - er een strenge soort beperking op rustte die de Valencia's heel lang geleden met de plaatselijke franciscaner monniken waren aangegaan. Dat waren de priesters van de missiepost die er in die tijd vermoedelijk nog waren. In elk geval, de Kilkullens waren even goed katholiek als de Valencia's en zij stemden erin toe dit heilige verbond te respecteren. Het ging er in hoofdzaak om, dat Amilia gerustgesteld werd dat de Kilkullens even godvrezend waren als de Valencia's en dat ze trots kon zijn in zo'n familie in te trouwen.'
'Hoe kan dat nou? Ik heb nog nooit iets over een verbond gehoord,' protesteerde Jazz.
'Misschien werd het geen verbond genoemd. Misschien had het iets te maken met het verhaal over de missiepost dat mijn moeder mij vaak vertelde. Zij had het van haar grootmoeder gehoord die het vermoedelijk weer van haar moeder had, dus het gaat een heel eind terug. Ze noemden het het verhaal van "de Gelofte op de Berg".'
'Dat heb je me nooit verteld.'
'Toen je nog zo klein was dat je dol op verhaaltjes voor het slapen gaan was, had je je moeder nog... en daarna... toen had je Rosie die voor je zorgde, en ook je vader vertelde je verhaaltjes. Je zat mij niet lastig te vallen in de keuken, en ik had mijn werk: koken voor iedereen hier in huis.'
'Vertel me dat verhaal dan nu!'
'O, het is een prachtverhaal over het bouwen van de missiepost in San Juan Capistrano. Het duurde negen jaar voordat de Grote Stenen Kerk klaar was. Dat gebeurde pas in 1806. De klokkentoren van de kerk was hoger dan alle gebouwen die ooit in Californië waren gebouwd. Het was een wonder. Jaar in jaar uit hielpen mannen, vrouwen en kinderen die oud genoeg waren, de kerk op te bouwen. Sommigen sleepten met de hand stenen aan, anderen brachten ze in houten karren, en ze zochten esdoornhout op de Trabuco-weide. Zandsteen en kalksteen werden kilometers ver weg afgegraven, er werden zelfs stenen van Valencia Point naar de kerk gebracht. Toen de Grote Stenen Kerk klaar was, kwamen er mensen uit heel Californië hierheen, van alle rancho's, evenals soldaten, hoogwaardigheidsbekleders en honderden Indiaanse bekeerlingen. Iedereen had zijn mooiste kleren aangetrokken en allen waren trots en blij. Naderhand was er de grootste Fiesta die hier ooit is gevierd en de mensen feestten dagenlang. Ze baden, vormden stoeten, en dansten en zongen. Om dank uit te brengen voor de voltooiing van de Grote Stenen Kerk klommen de oude Teodosio Valencia en een groep franciscanen de Portola Peak op - maar zij noemden hem toen nog de Berg van de Maan - en ze zeggen dat Teodosio boven op de berg een heilige plek zocht waar hij een heilige gelofte aflegde aan de paters die met hem omhoog waren geklommen. Hij legde de eed af dat geen mensenhand ooit iets aan zijn land zou veranderen, niet voor zover dat met het oog vanaf de Berg van de Maan was te zien.'