Dazzle(146)
'Jij ook al? Allemachtig!'
'Bedoel je datje...?'
'Nooit! Niet dat zij dat zullen geloven.'
'Hemeltje, Jazz, wat weerhoudt je?'
Lydia Henry Stack Kilkullen was niet eens verbaasd toen Jimmy Rosemont haar uitnodigde met hem te gaan lunchen. Het was de dag nadat het testament van Mike Kilkullen was voorgelezen en ze wist dat hij, met zijn uitgesproken belangstelling voor de ranch, graag zo veel mogelijk over de zaak zou willen weten.
Ze zou het enig vinden te zien hoe hij naar nieuwtjes zou proberen te hengelen, dacht ze terwijl ze zich kleedde. Het was altijd leuk te zien hoe een rijke man als Jimmy zijn uiterste best deed nóg rijker te worden.
Als alle mensen die prima konden leven van een klein deel van wat ze bezaten niet meer zouden proberen meer te vergaren, zou de wereld van een vermakelijk schouwspel worden beroofd, overpeinsde Liddy en keek naar haar garderobe. Niets daarvan wilde ze houden nadat ze de grote som geld die ze van de meisjes verwachtte, zou hebben gekregen. De kleren waren nog goed, maar ze wilde nooit meer worden herinnerd aan de tijd dat ze alleen in uitverkopen iets behoorlijks kon aanschaffen.
Na een tijdje vond ze het juiste Bill Blass-pakje. Een donkerblauwe rok en blouse met een rood jasje, getailleerd zoals maar enkele ontwerpers konden - een pakje dat deed denken aan rijke vrouwen die hun lente-inkopen op Fifth Avenue deden. Het was zó klassiek, dat alleen zij wist dat die lente slechts twee jaar vóór 1991 lag.
Rosemont had haar gevraagd hem in het Stanhope Hotel te ontmoeten, aan Fifth Avenue. Liddy keurde die keus goed. Het restaurant van dit uitstekend geleide hotel was duur en elegant, maar door zijn ligging - tegenover het Metropolitan Museum - was het veel te ver uit het centrum om de roddelende groepen aan te trekken die zo'n twintig blokken zuidwaarts lunchten. Het was de meest discrete plek in een indiscrete stad.
Ze kwam met opzet een kwartier te laat, al wist ze dat hij precies op tijd zou zijn. Dat soort pretjes voor haar ego kon ze zich niet vaak veroorloven, maar vandaag kon ze alles doen, wist Liddy. Het telefoontje gisteren van Valerie en Fernanda had al haar falen, elke tekortkoming, alle spijt uit haar leven weggevaagd. Ze wist dat deze zege haar wel twintig jaar jonger maakte en ze verontschuldigde zich dan ook niet voor haar late komst tegenover Jimmy Rosemont. Ze was nu geen bedelares meer.
Nadat hij haar had bewonderd en had besteld, wachtte Liddy glimlachend totdat hij met zijn vragen zou beginnen; ze verwachtte nog een tijdje over koetjes en kalfjes te zullen praten. De mensen begonnen meestal pas na de hoofdschotel over hun werkelijk doel.
'Georgina en ik vonden het jammer te lezen dat je dochters hun vader hebben verloren,' zei hij.
'Dat is lief van jullie,' antwoordde Liddy. Ze had het zelf niet beter onder woorden kunnen brengen, dacht ze. Geen woord te veel, geen woord te weinig.
'Zullen we dan maar over zaken gaan praten?'
'Zaken?'
'Liddy, we kennen elkaar nog niet zó goed. En dat is iets waar we nog eens iets aan moeten doen. Maar intussen is tijd nu wel de belangrijkste factor.'
'O ja?' vroeg Liddy zo nonchalant mogelijk. Ze had die man onderschat.
'We weten beiden dat de Kilkullen-ranch zal worden verkocht. De enige vraag is aan wie. Ik vertegenwoordig een groep die bereid is de hoogste prijs te betalen die Valerie en Fernanda kunnen krijgen, waar dan ook. Er zullen méér groepen belangstelling hebben. Hoe meer mensen gaan bieden, hoe langer de verkoop zal duren. Het hele proces kan dan veel tijd gaan kosten. Ik wil nu al een nog open bod doen om er zeker van te zijn dat mijn groep de ranch krijgt.'
'Je verspilt er geen woorden aan,' zei ze droogjes.
'Met iemand die zo intelligent is als jij, hoeft dat ook niet.'
'Ik heb de ranch niet geërfd, Jimmy, maar mijn dochters. Om het precies te zeggen, twee derde ervan.'
'Dat weet ik, Liddy. Fernanda heeft gisteren Georgina opgebeld.'
'Juist,' zei ze en fronste haar wenkbrauwen.
'Ik weet ook hoeveel invloed jij op je dochters hebt. Ze weten dat, als jij er niet was geweest, ze nu misschien niets zouden hebben geërfd.'
'Dat is waar,' zei Liddy, wat milder gestemd.
'Mag ik ronduit zijn?'
'Is het niet wat laat om dat te vragen?' vroeg Liddy glimlachend. Ze had die man érnstig onderschat.
'Heel erg ronduit?'
'Graag.'
'Als jij je invloed gebruikt bij je dochters om ervoor te zorgen dat mijn partners de ranch krijgen, dan zullen ze erop staan je hun dankbaarheid te tonen.'
'Kun je niet wat meer ronduit zijn?' Ze lachte en hij lachte mee.
'Er zou een beloning kunnen worden uitbetaald zodra de koop is gesloten.'
'Hoe hoog is die beloning?'
'De helft van één procent van de verkoopprijs.'
'En dat betekent ruwweg?' vroeg Liddy.
'Ruwweg ergens in de buurt van vijftien miljoen dollar. Misschien nog wat meer.'
'Hm. Interessant. Luister, Jimmy, wat weet je van Orange County af?'