Reading Online Novel

Dazzle(140)



Zij en Red keken naar de voor anker liggende zeilboten en jachten, maar bemerkten nauwelijks iets van de zonnige decemberdag. De dag ervoor was Mike Kilkullen bijgezet in het familiegraf op de begraafplaats van de katholieke kerk in San Juan Capistrano.

Al zijn kinderen en kleinkinderen waren aanwezig geweest; alle vaquero's met hun vrouwen en kinderen waren er, en bijna de hele bevolking van het stadje was naar de begraafplaats gekomen. Leiders van de Democratische Partij waren vanuit het hele land naar het westen gevlogen en ranchers uit de omgeving, vrienden van Mike, die hij altijd op de jaarlijkse veemarkten sprak, waren afscheid van hem komen nemen. Ook alle medewerkers van Jazz waren gekomen, behalve Phoebe die plotseling griep had gekregen. Na de begrafenis waren de meesten naar de Haciënda Valencia gegaan om hun medeleven aan de familie te betuigen.

Slechts twee mensen die dol op Mike waren geweest, waren niet bij zijn begrafenis aanwezig geweest. De ene was Casey Nelson die nog in het ziekenhuis lag. Hij had een kogel doorzijn long gekregen en hij had veel bloed verloren bij zijn poging Mike te beschermen. De gewapende dieven waren verrast net toen ze probeerden de vierentwintigjaar oude Mercedes te stelen omdat de onderdelen ervan zo kostbaar waren.

Ook Red was niet gekomen. Ze was te veel overstuur om te kunnen aanzien hoe de man van wie ze zoveel hield aan de aarde werd toevertrouwd. Ze wilde zich hem lachend en vrolijk herinneren, zoals hij nog tot een minuut voor zijn dood was geweest, had ze tegen Jazz gezegd. Gezien de uiterst koele opstelling van Valerie en Fernanda tegenover Red, had Jazz volkomen met Reds overwegingen ingestemd.

Sinds de avond van de moord had Jazz bij Red op Lido Island geslapen. Ook zij kon haar verdriet niet alleen onder ogen zien en Red had haar de eerste dagen hard nodig. Ze had een weekendtas gepakt en reed heen en weer tussen San Juan Capistrano en Newport Beach als dat nodig was.

'De oude meneer White - hij is vast wel honderd - is die nu rustig levende bankier, de vader van de gouverneur,' ging Jazz door met haar verhaal. 'Vroeger deed vader al zijn zaken via hem en zijn bank in San Clemente, en om de een of andere reden heeft hij hem het enige exemplaar van zijn testament gegeven. Misschien omdat hij juristen nooit vertrouwde.'

'O, Jazz, je hoeft niet zo voor me te zorgen,' zei Red. 'Ik weet dat je veel liever niet zou willen praten.'

'Nee, Red, jij zorgt voor mij. Ik zou het niet uithouden op de haciënda met zes tieners in huis die vader nauwelijks hebben gekend en die beleefd doen en zich onderhand afvragen waarom dit nu hun kerst moest bederven. Die arme Susie komt pas weer op verhaal als iedereen weg is. Nu moet ze zich steeds beheersen en kan zelfs niet even aan haar verdriet toegeven.'

'Susie wilde me leren koken,' zei Red en het leek haar alsof ze het over iets had dat honderd jaar geleden het plan was geweest.

'Dat is meer dan ze ooit voor mij heeft gedaan. Ze moet heel erg op je gesteld zijn.'

'We waren van plan... feesten... te geven. Ik heb Mike niet eens zijn kerstcadeaus kunnen geven.'

'Red! Geef ze aan mij. Ik breng ze wel terug. Het is niet goed als je die aldoor tegenkomt.'

'Goed,' gaf Red lusteloos toe. 'Ze liggen in de gangkast. Jazz, we hebben dat zilveren servies al uitgepakt. Ik wist wat die doos van Jensen zou bevatten toen hij vorige week arriveerde, en ik wilde niet tot Kerstmis wachten om het aan Mike te laten zien. Hij was zo... zo... trots op je...' Ze barstte in snikken uit en sloeg met haar vuisten op haar knieën in een poging zich te beheersen.

Jazz sloeg haar armen stijf om Red heen. Ze kon niets zeggen wat Red bij deze uitbarstingen kon helpen, maar ze hoopte dat haar voelbare aanwezigheid iets deed.

'Ik breng het wel terug, lieverd. Alles,' herhaalde ze steeds weer, op een toon alsof ze tegen een baby sprak en eindelijk ging Red weer rechtop zitten en droogde haar ogen.

'God, wat ben ik egoïstisch. En jij bent zo dapper,' verweet Red zichzelf toen ze weer kon spreken.

'Ik bof dat ik dingen moet doen en niet, zoals jij, alleen maar kan denken. Ik moet nu naar San Clemente, want ik kan niet te laat bij meneer White aankomen.'

'Ik wist niet dat testamenten nog werden voorgelezen,' zei Red in een poging interesse in de zaken van Jazz te tonen.

'ik ook niet. Ik dacht dat je gewoon een brief kreeg van een notaris, of zo. Maar meneer White is nog ouderwets. Na afloop kom ik gauw terug, maar ik ga eerst nog even langs bij Casey. Vanavond moet je eens echt eten. Kom, ga mee terug naar huis.'

Langzaam wandelden ze terug. Jazz begreep nauwelijks hoe ze erin slaagde de ene voet voor de andere te zetten; het liefst had ze zelf ook willen sterven.





Ondanks zijn leeftijd had meneer White nog steeds een kantoor in San Clemente, vlak bij zijn bank. Daar las hij elke ochtend vijf kranten, verzorgde 's middags zijn investeringen en handhaafde telefonisch het contact met alle politieke vrienden. Deze gang van zaken bezorgde hem een prettige oude dag die nog werd bekroond door het feit dat zijn zoon opnieuw tot gouverneur van Californië was gekozen.