Reading Online Novel

Dazzle(139)



Red bepeinsde dat ze niet goed had gegokt: de wodka en kaviaar hadden geen verzachtende uitwerking op Jazz en Casey gehad. Integendeel. Nou ja, Mike en zij hadden hun best gedaan.

Mike Kilkullen keek de tafel eens langs en bedacht zich dat hij het wel grappig vond een andere generatie een variatie van een van de klassieke drama's te zien opvoeren. Waarom zou voor hen alles zo gemakkelijk moeten gaan ? Zijn brutale dochter was op haar mooist als ze zo'n opstandige bui had en voor Casey was het wel goed om zo duidelijk te worden afgewezen nu hij zo opvallend weg van haar was. Ze moesten het zelf maar uitzoeken; hij vond alles goed, als Red maar bij hem was! Zijn eigen Red, zijn lieveling die altijd een lieve, volwassen vrouw zou zijn, hoe de jonge mensen zich ook aanstelden en deden of zij de eersten waren die verliefd waren.

Mike had schik om zijn wijsgerige houding. Het was zo'n heerlijk, warm gevoel met Red, alsof hij zich in een gouden licht bevond, net zoals hij op de bovenste weiden zag wanneer hij daar 's middags om twaalf uur rondreed en over zij n bezit beneden rondkeek: kilometers ver in alle richtingen; van de blauwe zee tot aan de top van de Portola Peak, en het was heerlijk te weten dat het bezit van de Kilkullens zich nog veel verder uitstrekte. Hij had dat vaak gedaan en nu had hij al maandenlang dit verrukkelijke gevoel. Het had jaren geduurd voor hij zover was gekomen, maar nu hij dit stadium had bereikt, was het allemaal de moeite waard gebleken.

De rest van de maaltijd ging rustig voorbij: Casey en Jazz hadden blijkbaar een soort wapenstilstand gesloten en deden niet zo afwijzend meer.

'Waar gaan we nu heen?' vroeg Red aan Mike toen ze het restaurant gingen verlaten.

'Naar huis, schat. In de stad is het vanavond veel te druk,' antwoordde Mike.

Toen ze in de buurt van het parkeerterrein kwamen, zei Mike dat hij en Casey zijn lievelingswagen zouden ophalen, een oude witte Mercedes SE uit 1966, met open dak, die Sylvie hem had gegeven. Jazz en Red wachtten op het trottoir bij de ingang. Het was er druk met winkelende mensen met stapels pakjes die probeerden alles in hun achterbak te laden, en het zou te moeilijk voor hen zijn om zich tussen deze mensenmenigte heen naar de auto te wringen die helemaal achteraan op het terrein stond.

Red en Jazz wachtten arm in arm, hun warme mantel dicht om zich heen getrokken. Ze zeiden niet veel, maar dat hoefde ook niet.

Er vertrokken nogal wat auto's en het duurde lang, vond Jazz ongeduldig. Opeens hoorde ze in de verte haar vaders stem iets roepen, duidelijk woedend. Er klonk een schreeuw van Casey en boven dat alles uit het geluid van schoten.

Ze holden naar de rij waar de auto stond geparkeerd. Red en Jazz drongen zich slaand en duwend door de mensen heen en beiden werden steeds nerveuzer en angstiger. Binnen in de kring hielden mannen de nieuwsgierigen op een afstand, alsof ze hen wilden beletten de plek rondom Mike's wagen te bereiken, wilden voorkomen dat ze de lichamen op de grond zouden zien liggen. Jazz en Red gilden iets tegen hen; wat wisten ze zelf niet, en de mannen lieten hen onmiddellijk door.

Casey lag over Mike's lichaam heen, zijn armen wijd uitgespreid alsof hij Mike's hoofd wilde beschermen; zijn eigen gezicht lag tegen de grond gedrukt en uit zijn zijde stroomde bloed.

Mike Kilkullen lag op zijn rug, zijn korte, witte haar was nat van het bloed en zijn ogen stonden wijd open.

Jazz zag hoe afschuwelijk leeg ze waren; lang voordat het tot Red doordrong wist ze wat er was gebeurd. Ze legde haar vingers tegen zijn hals, onder zijn boord, waar ze altijd tegen zijn ader had gedrukt toen ze als kind door hem werd opgetild. Hij was nog warm, maar de ader klopte niet meer. Ze hoorde Red de mensen smeken een ambulance te bellen en ze hoorde mensen om de politie roepen, maar zij wist al dat haar vader dood was.

Ze keek naar Casey. Hij leefde nog, ademde, maar was bewusteloos. Hij mocht niet van haar vaders lichaam worden afgehaald voordat de ziekenbroeders van de ambulance met brancards kwamen; ze had geen idee hoe erg zijn wond was. Het enige dat ze kon doen, was zijn slappe hand vasthouden en wachten op de hulp die wel zou komen. Zelfs op de zaterdagavond voor Kerstmis.





16


'Meneer White leest ons vanmiddag in San Clemente het testament voor,' zei Jazz tegen Red terwijl ze samen op een bank op een lege kinderspeelplaats aan het water van Lido Island zaten. 'Valerie en Fernanda willen geen minuut langer hier blijven dan nodig is. Toen de pastoor hun vertelde dat hij de begrafenis niet op Kerstmis wilde doen, konden ze fatsoenshalve niets zeggen, maar je zag dat ze het maar lastig vonden. Ze wilden ook dat meneer White het testament eerder zou voorlezen, maar dat lukte hun niet. Nu gaan ze met z'n allen morgenochtend per eerste gelegenheid naar New York terug en dat is het eerste goede nieuws dat ik in dagen heb gehoord.'

Jazz hoorde zichzelf doorratelen en begreep niet dat ze zo prozaïsch kon zijn terwijl ze alleen maar eindeloos zou willen huilen. Ze moest nu troost verstrekken en dat nadat ze de belangrijkste mens in haar leven had verloren, de vader in wiens liefde ze zich altijd zo veilig had gevoeld. Maar Red was bijna niet opgewassen tegen haar gevoelens. Haar hulpeloosheid weerhield Jazz ervan in een bodemloze put van rouw en verdriet te vallen om de onbegrijpelijke wreedheid van zijn dood.