Hoofdstuk 1
Simon Bradley hield niet van verrassingen.
Het was zijn ervaring dat telkens als een man zich liet verrassen, er iets rampzaligs gebeurde.
Orde. Regels. Hij was een man die van discipline hield. Daarom was één blik op de vrouw in zijn kantoor genoeg om te weten dat zij niet zijn type was.
Wel knap om te zien, zei hij tegen zichzelf, terwijl hij haar snel maar nauwkeurig van top tot teen opnam.
Ze was ongeveer een meter tweeënzestig, maar ze leek kleiner omdat ze zo tenger was. Kort blond haar, in laagjes geknipt, omlijstte haar gezicht. Grote zilveren ringen bungelden in haar oren, en haar blauwe ogen staarden hem bedachtzaam aan. Haar mond plooide zich in het begin van een glimlachje, en in haar rechterwang was een kuiltje zichtbaar. Ze droeg zwarte laarzen en een zwarte spijkerbroek met daarop een felrode trui die zich naar haar frêle, maar weelderig gevormde lichaam vormde.
Hij negeerde de plotseling opkomende mannelijke interesse toen hun blikken elkaar kruisten en stond op van achter zijn bureau. ‘Ms.
Barrons, toch? Mijn assistent vertelde me dat u erop stond om iets dringends met mij te bespreken?’
‘Ja, hoi. En noem me alstublieft Tula,’ antwoordde ze. Met uitgestrekte rechterhand liep ze naar hem toe.
Zijn vingers vouwden zich over de hare, en plotseling voelde hij een intense hitte door zich heen gaan. Voordat hij zich kon afvragen wat er gebeurde, schudde zij kordaat zijn hand en deed een stapje achteruit.
Ze keek langs hem heen naar het grote raam achter hem, en zei: ‘Wow, wat een uitzicht! Je kunt heel San Francisco vanuit hier zien.’
Hij keerde zich niet om naar het panorama. In plaats daarvan bekeek hij haar. Zijn vingers tintelden nog steeds, en hij wreef ze over elkaar heen om het gevoel te verdrijven. Nee, ze was absoluut zijn type niet, maar verdorie, hij genoot er wel van om naar haar te kijken. ‘Niet helemaal, maar wel een groot gedeelte ervan.’
‘Waarom staat uw bureau niet naar het raam toe?’
‘Als dat zo was, zou ik met mijn rug naar de deur zitten, nietwaar?’
‘Precies.’ Ze knikte en haalde toen haar schouders op. ‘Maar dat zou het wel waard zijn, denk ik.’
Mooi maar chaotisch, bedacht hij. Hij keek op zijn polshorloge. ‘Ms.
Barrons –’
‘Tula.’
‘Ms. Barrons,’ zei hij opzettelijk, ‘Als u hier bent gekomen om over het uitzicht te praten, spijt het me, maar daar heb ik echt geen tijd voor. Ik heb over vijftien minuten een bestuursvergadering en –’
‘Juist. U bent een drukbezet man. Ik begrijp het. En nee, ik ben hier niet gekomen om over het uitzicht te praten. Ik werd een beetje afgeleid, dat is alles.’
Afgeleid, dacht hij spottend, is vast hoe ze haar leven leidt. Haar blik gleed alweer zijn kantoor rond, en nog had ze hem de reden van haar bezoek niet verteld. Hij keek hoe ze het strakke kantoormeubilair opnam, de ingelijste oorkondes en de professioneel gemaakte foto’s van de andere Bradley-warenhuizen in het land.
Zijn borst zwol van trots toen ook hij even de tijd nam om die foto’s te bewonderen. De afgelopen tien jaar had Simon hard gewerkt om de familiedynastie, die door toedoen van zijn vader aan de rand van de afgrond was gebracht, weer op te bouwen. In die tijd had hij niet alleen teruggewonnen wat er verloren was gegaan, maar de keten, een van de beste van het land, ook uitgebreid.
En dat had hij niet allemaal voor elkaar gekregen door zich af te laten leiden. Zelfs niet door een aantrekkelijke vrouw.
‘Als u het niet erg vindt,’ zei hij, terwijl hij achter zijn bureau vandaan kwam om haar naar de deur te begeleiden. ‘Ik heb het nogal druk vandaag…’
Ze glimlachte breeduit naar hem, en Simon voelde een vreemde, harde steek in zijn borst. Haar ogen lichtten op en het kuiltje in haar wang werd dieper, en opeens was zij het mooiste wat hij ooit had gezien.
Onthutst zette hij die gedachte opzij en zei tegen zichzelf dat hij normaal moest doen.
‘Sorry, sorry,’ zei Tula, beide handen door de lucht zwaaiend alsof ze zo haar neiging om afgeleid te worden wilde uitwissen. ‘Ik ben hier echt om over iets heel belangrijks te praten.’
‘Vooruit dan, wat is er zo dringend dat u beloofde een week in mijn wachtruimte te blijven als u mij niet onmiddellijk te spreken zou krijgen?’
Ze opende haar mond, sloot hem weer, en stelde toen voor: ‘Misschien kunt u beter gaan zitten.’
‘Ms. Barrons…’
‘Prima,’ zei ze met een hoofdknik. ‘Wat u wilt. Maar zeg niet dat ik u niet heb gewaarschuwd.’
Nadrukkelijk keek hij op zijn horloge.
‘Ik begrijp het,’ vertelde ze hem. ‘Een drukbezet man. Oké dan, hier komt het. Gefeliciteerd, Simon Bradley. U bent vader.’