Ze betrapte zichzelf erop dat ze hem als een idioot aan stond te staren en zei snel: ‘Hoi. Kom binnen. De jongen is in de keuken en ik laat hem liever niet alleen, dus als je deur dicht wilt doen, want het is koud buiten.’
Simon opende zijn mond om wat te zeggen, maar die verdraaide vrouw was al weg. Ze had hem op de veranda laten staan en was snel weggelopen, voordat hij de kans had gehad om ook maar gedag te zeggen. Natuurlijk had hij die kans wel gehad, maar die had hij niet gegrepen. Hij was geheel in beslag genomen geweest door haar aanblik. Net zoals eerder die dag in zijn kantoor.
Die grote blauwe ogen van haar waren op de een of andere manier… betoverend. Iedere keer als hij erin keek, vergat hij waar hij aan dacht en was hij even van de wereld. Dat was niet iets wat hij wilde toegeven, zelfs niet aan zichzelf, maar het was wel zo. Fronsend bedacht hij dat hij naar haar huis was gekomen om een paar grondregels te bepalen.
Om ervoor te zorgen dat Tula Barrons duidelijk wist hoe deze vreemde situatie verder zou verlopen. In plaats daarvan stond hij bij haar op de veranda, eraan denkend dat een vrouw er wel erg goed kon uitzien in een vale spijkerbroek.
De plotselinge irritatie over zichzelf wegslikkend, liep hij achter haar aan. Tula was tenslotte niet zijn belangrijkste zorg hier. Hij was hier vanwege het kind. Zijn zoon? Hij vond het moeilijk te geloven dat het mogelijk was, maar hij kon dit niet negeren totdat hij het zeker wist.
Want als dit kind van hem was, was het ondenkbaar dat het bij iemand anders zou opgroeien.
Nadat ze zijn kantoor vanmorgen had verlaten, had hij aan weinig anders meer kunnen denken dan aan deze vrouw en het kind waarvan ze zei dat het van hem was. Zijn concentratie was helemaal weg en hij had het maar opgegeven om nog iets gedaan te krijgen en was in plaats daarvan naar zijn advocaat gegaan.
Het was een kort, maar verhelderend bezoek geweest. De uren daarna had hij teruggedacht aan de paar weken die hij met Sherry Taylor was omgegaan. Hij kon zich nog steeds weinig van haar herinneren, maar hij moest toegeven dat er een kansje was dat Nathan van hem was.
Dat was de reden waarom hij hier was. In de woonkamer stapte hij op iets dat protesteerde met een luid gepiep. Naar beneden kijkend zag hij een rubberen rendier liggen, en hoofdschuddend sloot hij de deur. Hij wierp een snelle blik op de inrichting van het kleine huisje en schudde weer zijn hoofd. Als er meer dan twee mensen in deze verschrikkelijke woonkamer waren, konden ze niet tegelijk ademhalen. Het huis was oud, klein en… vrolijk, bedacht hij, ondertussen verbaasd de bijna fluorescerend blauwe muren bekijkend.
De blauwe muren waren tegen het plafond rondom voorzien van donkergeel lijstwerk. Voor de open haard, waarin achter het smeedijzeren haardscherm een klein vuurtje brandde en knapperde, stonden een kleine bank en een stoel. Speelgoed lag over de vloer verspreid alsof er een orkaan langs was geweest. In de verste hoek was een smalle trap die, vermoedde hij, naar een waarschijnlijk nog kleinere bovenverdieping leidde.
Het leek allemaal op een poppenhuis. Hij voelde zich net een reus. Nog steeds fronsend hoorde hij Tula in de keuken; ze praatte op het zangerige toontje dat mensen onveranderlijk geneigd zijn te gebruiken tegen baby’s. Hij zei tegen zichzelf dat hij ernaartoe moest, maar hij kwam niet in beweging. Het was alsof zijn voeten aan de houten vloer waren genageld. Het was niet dat hij bang was voor de baby of iets dergelijks, maar Simon realiseerde zich terdege dat op het moment dat hij het kind zag, zijn wereld, zoals hij die kende, ophield te bestaan.
Als het zijn zoon was, zou niets ooit meer hetzelfde zijn.
Het geschater van een kind klonk uit het andere vertrek. Simon haalde diep adem en hield die in. Inwendig verstrakte er iets, en hij vertelde zichzelf door te lopen. Om deze eerste ontmoeting achter de rug te hebben, zodat er plannen gemaakt konden worden en er een strategie beraamd kon worden.
Maar hij bewoog nog steeds niet. In plaats daarvan viel zijn blik op de ingelijste tekeningen en schilderijen aan de muur, op de meeste stond een konijntje met een hangoor, in verschillende poses. Hij snapte in de verste verte niet waarom ze zulke kinderachtige schilderijen op had gehangen, maar hij kwam er ondertussen wel achter dat Tula Barrons heel anders was dan welke vrouw ook die hij ooit had gekend.
Het kind lachte weer.
Simon knikte tegen zichzelf en ging op het geluid en de verbazingwekkende geuren af die uit de keuken kwamen.
Hij was er zo.
Drie grote stappen leidden hem vanuit de woonkamer de heldergele keuken in, die ongeveer de afmetingen had van zijn inloopkast thuis.
Weer voelde hij zich hier net zo misplaatst als een biertje op een wijnproeverij. Het hele huis leek te zijn gebouwd voor kleine mensen, en een man van zijn afmetingen had al gauw het gevoel dat hij de hele tijd zijn hoofd moest intrekken om te voorkomen dat zijn hoofd tegen het plafond aan zou stoten.