Zonovergoten Romance & Italiaans Geluk(66)
‘Moet je horen. De baby kan net zo goed van Andreas als van mij zijn. Dat hebben die specialisten je uitgelegd. Andreas heeft al een vrouw. Daarom vind ik dat ik mijn verantwoordelijkheid moet nemen. Jij hebt een echtgenoot nodig, de baby heeft een vader nodig en ik heb een vouw nodig.’
‘Maar Vincenzo…’
‘Dus… ik stel je opnieuw de vraag. Weet iemand anders behalve die artsen dat je in verwachting bent?’
‘Ja.’
‘Wie?’
Ze beet op haar lip. ‘Deline…’
Hij wreef over zijn kaak. ‘Waarschijnlijk is zij de enige die we in deze situatie kunnen vertrouwen. Denk je dat ons geheim bij haar veilig zal zijn? Tot in het graf?’
Ons geheim, dacht ze. Ze kon nog niet geloven dat hij serieus overwoog met haar te trouwen. ‘Als ik dat niet geloofde, had ik het haar niet verteld.’
‘En is ze het met je eens dat je het geheim moet houden voor Andreas?’
‘Nee, ze is bang dat de waarheid op een dag toch wel zal uitkomen. Maar ze zal me nooit verraden.’
‘Kun je erop vertrouwen dat die specialisten hem niet zullen inlichten?’
‘Ik heb me aan hun voorgesteld als Irena Spiros. Niemand zal mijn meisjesnaam in verband brengen met de familie Simonides.’
‘Dan is het geregeld. We trouwen zo snel mogelijk. Omdat je niet gelovig bent, hoeven we alleen maar voor de burgerlijke stand te trouwen en niet in de kerk.’
‘Wacht even.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Dit gaat veel te snel.’
‘Voor mij niet. Ik had bij onze eerste ontmoeting al met je willen trouwen.’
Ze slaakte een lange, beverige zucht. ‘Al had ik je zoon nog niet ontmoet?’
‘Ik zou je wel eerst aan hem hebben voorgesteld. We zouden een dagje met zijn drieën hebben doorgebracht en daarna zou ik hem hebben verteld wat ik van plan was.’
Ze wendde haar blik van hem af. ‘Hij zou het vast goed gevonden hebben, want hij is dol op je en hij doet alles om je gelukkig te maken.’
‘Maar ik zou niet met iemand trouwen die hém ongelukkig zou maken.’
‘Je kent me nauwelijks, Vincenzo. We kennen elkaar nauwelijks.’
‘Ik ken je goed genoeg. Ik weet bijvoorbeeld dat je heel lief bent. Dat heb ik gemerkt toen je met Dino praatte. En Dino is het met me eens. Zal ik je zeggen wat hij in mijn oor heeft gefluisterd voordat zijn moeder de trap af kwam? Hij hoopte dat je er de volgende keer weer bij zou zijn.’
Ze knipperde met haar ogen. ‘Het is een schat van een jongen.’
‘Je hebt de tijd genomen om met hem te spelen. Je hebt hem het gevoel gegeven dat hij belangrijk was.’
‘Alle kinderen zijn belangrijk.’
‘Maar ze hebben niet allemaal het gevoel dat ze belangrijk zijn.’
‘Ik ben blij dat hij me aardig vindt.’
‘Ben je blij genoeg om met me te trouwen en me te helpen bij de opvoeding van mijn zoon? En om me de vader te laten worden van je kind?’
Ze zuchtte. ‘Zo eenvoudig is het niet.’
Maar hij glimlachte. ‘Dat het eenvoudig zal zijn, heb je me ook niet horen zeggen. We zullen een van die moderne gezinnen zijn die van losse stukjes een nieuw geheel vormen. Ik hoop dat het gaat lukken, maar er zijn geen garanties.’
‘Maar we verschillen zoveel van elkaar,’ merkte ze met een vreugdeloos lachje op.
Zijn blik werd leeg. ‘Jij en Andreas hadden dezelfde achtergrond, maar jullie hebben het altaar niet gehaald. Ik had niet zoveel geluk als jij, Irena, want ik heb niet op tijd kunnen vluchten. Het leek mijn familie een goed idee dat ik zou trouwen met iemand met wie ik veel gemeen had, en kijk eens wat er gebeurd is. Ik geloof dat het niet erg is dat we zo verschillen, zolang we maar niet te veel van elkaar verwachten.’ Er viel even een stilte voordat hij verderging. ‘Ik viel op je zodra ik je voor het eerst zag. En dat is niet veranderd.’
Haar hart maakte een sprongetje. Ja, de aantrekkingskracht tussen hen was sterk, dat wist ze zelf ook. Maar dat maakte haar niet blind voor de realiteit. ‘Je zegt dat Dino me aardig vindt, maar hij zal erop achteruitgaan als we trouwen. Want hij zal zijn kostbare tijd met jou moeten delen met mij. De arme jongen zal zo teleurgesteld zijn.’
Voordat ze het besefte, had hij haar naar zich toe getrokken. Hij begroef zijn gezicht in haar haar. ‘Ons huwelijk zal voor ons allebei alleen maar goede kanten hebben.’
‘Maar moet je Dino geen stem geven bij je beslissing?’
Hij keek op. ‘Ja. Daarom gaan we het volgende doen. Hier vlakbij is het hotel waar ik Dino altijd mee naartoe neem wanneer ik op bezoek ben in Milaan. Ik zal je er nu naartoe brengen en daarna ga ik Dino ophalen. Ik stel voor om met zijn drietjes te gaan eten. Dan zal ik hem vertellen wat ik van plan ben.’