Winterberg(79)
Mara kwam het vertrek weer binnenlopen met een pot dampende thee in haar handen. Sophie verstijfde. Ze wilde geen afscheid nemen van het leven, wist niet hoe dat moest. Er werd toch altijd beweerd dat als de dood naderde je je leven in een film aan je voorbij zag trekken? Bullshit. Haar hoofd bleef volkomen leeg. Geen mooie momenten, geen dingen die ze anders of beter had kunnen doen, gewoon niks.
Ze probeerde aan Daan te denken en bedacht zich wat ze hem nog zou willen zeggen, hoewel ze daar nooit de kans voor zou krijgen. Ook woorden lieten haar in de steek. Wat moest je zeggen als je afscheid nam van iemand die je met zekerheid nooit meer zou zien? Dag? Vaarwel? Het was mooi? Ik houd van je? Ze kon in woorden nooit het verdriet en de pijn vervatten die ze voelde, laat staan de liefde. Het feit dat ze had gefaald, hem niet had kunnen redden, brak haar hart.
Mara haalde haar uit haar gedachten toen ze een gedeelte van de thee in een grote mok schonk. ‘Hou haar overeind,’ commandeerde ze Thomas. Haar neef gehoorzaamde meteen en kwam op haar aflopen. In een reflex probeerde ze bij hem weg te komen, maar hij had haar kronkelende lijf meteen te pakken. Lomp greep hij haar bij haar schouders en forceerde haar in een zittende houding. Een messcherpe pijn schoot door haar hele lijf.
‘Je wordt zo uit je lijden verlost.’ Mara kwam met de dampende mok op haar af. Sophie spartelde tegen maar Thomas hield haar stevig vast. Ze kon geen kant op. Mara duwde de mok tegen haar lippen. De hete damp die eruit kwam, brandde op haar gezicht. Ze draaide haar hoofd weg en een golf hete thee klotste over Mara’s hand.
‘Au! Stom wijf!’ En tegen Thomas: ‘Hou haar hoofd stil!’
Thomas’ hand kluwde zich vast in een paar strengen haar. Hij trok zo hard dat de tranen in haar ogen schoten.
‘Drinken!’ commandeerde Mara die de mok weer aan Sophies lippen zette. Sophie hield haar lippen stijf op elkaar.
‘Drinken zei ik!’ Thomas pakte haar wat steviger vast. Nog even en hij trok de helft van haar kapsel aan gort. Ze voelde haar hoofdhuid straktrekken en was bang dat hij zou scheuren, maar Thomas leek niet van zins om zijn greep te laten verslappen. Sterker nog, hij verstevigde hem. Door de pijnscheut opende ze haar mond en Mara maakte meteen gebruik van het moment door thee in haar mond te gieten. Sophie proefde de bittere smaak van de thee op haar tong en raakte in paniek. De thee was veel te heet en in een reflex spuugde ze hem uit. Ze verzamelde speeksel in haar mond en spuugde dat ook uit. Ze durfde niet te slikken, bang dat ze dan toch wat gif zou binnenkrijgen. Wanhopig zocht ze naar een manier om Mara en Thomas uit elkaar te drijven en daarmee uitstel van executie voor zichzelf te regelen. Ze proestte en kuchte. Ineens schoot de brief die ze had gelezen bij de receptie door haar hoofd. Het Bijbelcitaat dat erin stond ging over zoeken en de regels eronder van degene die de brief had geschreven, impliceerden dat er altijd was gezocht maar nooit gevonden. ‘Stop! Thomas, je moeder heeft je wel gezocht! Ik heb brieven van haar gevonden die Mara voor je verborgen heeft gehouden.’ Ze moest nu doorpakken want ze voelde dat Thomas’ greep op haar licht verslapte. Mara merkte zijn aarzeling ook op.
‘Ze liegt Thomas, ik zou nooit iets voor je verborgen houden, dat weet je.’
‘Mara heeft je moeders brieven waarin staat dat ze nooit is gestopt met naar je te zoeken in een laatje onder de receptiebalie liggen,’ overschreeuwde Sophie haar. ‘Ga zelf maar kijken als je me niet gelooft.’
‘Mara?’ hoorde ze hem zeggen met vertwijfeling in zijn stem.
‘Schatje, ze probeert alles uit de kast te trekken om haar leven te redden, dat begrijp je toch wel?’ Mara’s stem klonk mierzoet, alsof ze een kind toesprak dat gekalmeerd moest worden. ‘Jij en ik samen, lieverd. Wij hebben niemand nodig, weet je nog?’
‘Ik klets niet uit mijn nek, Thomas,’ Sophie begon ook zachter te praten. ‘Ze heeft je al die tijd besodemieterd. Ze was alleen maar op het geld van je familie uit. Jij was een makkelijke prooi waarmee ze haar zin kon krijgen. Ze heeft handig ingespeeld op je zwakke plekken. Denk je nou echt dat ze samen met je was vertrokken? Zodra jullie die erfenis in handen hebben, ben je net zo nutteloos voor haar als je ouders en je weet wat er met hen is gebeurd.’
Thomas liet haar los en stond op. Dreigend torende hij boven haar en Mara uit.
‘Zitten, Thomas, we zijn nog niet klaar! Waag het niet me dit klusje alleen op te laten knappen. We zijn hier samen aan begonnen en we maken dit samen af.’ Mara brieste van woede.
‘Ik moet weten of het waar is wat ze zegt.’
‘Natuurlijk is het niet waar. Hou op met die onzin. Hou haar hoofd achterover zodat ik die thee naar binnen kan gieten.’
‘Ik moet het weten,’ mompelde Thomas nogmaals. Hij draaide zich om en holde het vertrek uit.