Wei Zhi(70)
Ze gaan niet meer terug naar de kleedkamers, de voorstelling begint over tien minuten. Niet alleen Merel is druk zo vlak voor de voorstelling, allemaal zijn ze óp van de zenuwen.
‘Ik krijg het heen-en-weer van deze laatste minuten,’ zegt een ouder meisje dat de zus van Lisa speelt.
Merel moet lachen. ‘Nou, ik krijg anders regelmatig het heen-en-weer!’
De nanny, die tijdens de voorstellingen de kinderen begeleidt, leert hun een trucje: ‘Maak maar een vuist van je hand, en dan timmer je daarmee op je armen en schouder en je hele lijf. Ja, goed zo! En dan je andere vuist en je andere arm.’
Ze moeten lachen omdat het er gek uitziet, maar Merels armen en benen voelen wel losser aan nu. Samen met Robijn gaat ze dan nog handje-klap doen, dat helpt ook tegen de spanning. Ze is helemaal niet jaloers meer op Robijn, die nog meer dan Merel vergaat van de zenuwen. Je zal de hoofdrol maar moeten spelen!
Ineens is er het teken dat ze stil moeten zijn. Nu zitten ze allemaal in de zaal, denkt Merel: mama, Lori, April, Bram, Joost, Jeppe en papa. Opa en oma Amsterdam, de oma van April, de oma van Joost en Jeppe, en opa en oma Van de Putte. Die zijn allemaal gekomen en ze kijken allemaal naar mij. Jammer dat ze hen niet kan zien, want vanaf het podium zie je niets van de mensen in de zaal. Nou ja, dat is misschien maar goed ook.
Donna en Lisa nemen hun positie in op het toneel, de andere kinderen staan klaar achter de coulissen. Ze horen hoe de zaal stil wordt. Merel heeft het gevoel dat iedereen het bonzen van haar hart kan horen. Haar microfoon zal dat toch niet versterken? Dan gaan de lichten op het podium aan en schuiven de gordijnen open.
‘Het schijnt heel erg zeer te doen,’ begint Donna.
‘Weet ik heus wel,’ zegt Lisa.
Samen spelen zij de eerste scène waarin besproken wordt dat Lisa een piercing moet laten zetten, opdracht nummer elf (van Donna voor Lisa). De volgende opdracht van Donna voor Lisa wordt: Vraag verkering aan Tonnie Beusink. Hou het minstens één dag aan. Dit moet je doen omdat je mijn beste vriendin bent.
De kinderen uit de klas staan klaar om hun rol te spelen. Merels hart klopt nog steeds in haar keel. Heel even schiet door haar heen: ik zal toch niet struikelen, of verkeerd inzetten, maar zodra zij het podium op moet, zijn de zenuwen verdwenen. Ze stapt vanuit het donker in een wereld van licht en de echte Merel wordt vervangen door de Merel uit de klas van Donna en Lisa, die de sterren van de hemel zingt en danst en haar rol overtuigend speelt.
De pauze brengen ze verplicht door in de kleedkamers.
‘Het gaat lekker, het gaat goed!’ Kostas komt hen aanmoedigen en geeft nog wat aanwijzingen. ‘Denk om jullie posities, en denk erom: mond-goed-o-pen.’
Ook na de pauze heeft Merel geen enkel probleem weer in de huid van die andere Merel te kruipen. Er wordt regelmatig gelachen door de zaal. Merel merkt het amper, zó gaat ze in het spel op. Als het Lisa aldoor niet lukt om het uit te maken met Tonnie, de opdracht uit de hand loopt en de klasgenoten tegenover elkaar komen te staan, wordt de sfeer op het toneel almaar grimmiger. Er wordt een anti-Lisa-club opgericht gevolgd door de anti-anti-Lisa-club. De zaal lijkt opgelucht adem te halen als Lisa aan het eind eindelijk durft op te biechten waar ze mee bezig was, ‘een goeie beukpartij’ een eind maakt aan het pesten, en de verhoudingen binnen de klas worden hersteld. Dat is een leuke scène om te spelen, met iedereen op het toneel en een flinke portie chaos.
Merel wordt weer de gewone Merel tijdens het eindapplaus dat oorverdovend is en heel lang aanhoudt. Ze hebben dit geoefend, maar niet zó vaak: Kostas stuurt hen steeds weer terug om applaus te halen. En dan eindelijk, eindelijk gaat het doek definitief dicht.