Wei Zhi(64)
‘Let goed op, hoor,’ waarschuwt Bram als hij het juiste computerprogramma opstart. ‘De volgende keer doe je het zelf.’
Daarna werkt Merel verder aan de tekening met muziek in haar oren. Als hij af is, wil ze hem naar Tjarda brengen. Maar die ligt al de hele dag op bed, dus moet ze aan haar vader vragen of ze naar haar toe mag.
‘Dat is goed,’ zegt haar vader, ‘en ga daarna je spullen pakken. Jullie gaan wat eerder naar mama. Ik heb al gebeld om te zeggen dat jullie eraan komen.’
‘Wordt de baby geboren?’ vraagt Merel onmiddellijk.
Haar vader lacht. ‘Ik breng Joost en Jeppe straks naar hun vriendje Tom waar ze ook mogen logeren.’
‘Ja dus! Dan ga jij Tjarda helpen! Wat spannend!’
Merel gaat naar de slaapkamer. Tjarda ligt half overeind tegen kussens aan en heeft haar handen alweer op haar buik gevouwen, al zit het dekbed ertussen. ‘Heb je buikpijn?’ vraagt Merel.
‘Ja, maar nog niet zo heel erg.’
‘Maar de baby wordt nu wel geboren, hè?’
‘Dat denk ik wel! Wat heb je gemaakt?’ Liggend bekijkt Tjarda de tekening. ‘Prachtig! Heel mooi vind ik hem. Ik vraag Freek straks om hem op te hangen. Jij gaat nu naar Karina? Veel plezier vanavond met sinterklaas!’
Terwijl Merel zich voorover wil buigen om Tjarda een kus te geven, schiet er een gedachte door haar heen: als Tjarda nou een dochter krijgt, zou zij, Merel, dan nog wel belangrijk voor Tjarda zijn?
Opnieuw wordt ze overvallen door een plotselinge boosheid, net als gisteren met die tekening. En papa… die wordt de vader van dat kleintje. Haar vader heeft háár verlaten om de vader van deze baby te worden. Dat kind mag straks wel altijd bij zijn vader wonen! Zelfs Joost en Jeppe mogen altijd bij háár vader wonen, want die hebben geen eigen vader meer.
Merel schrikt van zichzelf. Waar komt die gedachte vandaan? Haar vader heeft haar toch niet echt verlaten? En dat Joost en Jeppe geen eigen vader meer hebben, is pas écht erg. Toch blijft de kus die Tjarda’s wang nog niet bereikt had, in de lucht hangen.
‘Doei!’ is het enige wat ze kan uitbrengen. En haar vader krijgt voor straf ook geen kus als ze even later naar haar moeder gaat.
In haar moeders huis heerst volop geheimzinnigheid, maar Merel is al klaar voor sinterklaas. De rest van de middag verveelt ze zich een ongeluk, ze heeft er niet bij stil gestaan dat ze nog een hele zondagmiddag aan Aprils surprise had kunnen werken. Ze fietst nog een keer terug naar haar vader omdat ze haar topo vergeten was. Niet dat ze het voor morgen hoeft te leren, vanwege sinterklaas hoeven ze het dinsdag pas te kennen, maar dan heeft ze even iets te doen. Haar vaders huis is vreemd leeg zonder de tweeling. Als Merel de trap oploopt naar haar kamer, komt haar vader uit de slaapkamer te voorschijn.
‘Iets vergeten?’ vraagt hij.
‘Topo. Maar ik ga weer, hoor!’ Merel wil geen knuffel. ‘Blijf maar daar, je hoeft me niet uit te zwaaien.’
Het duurt eindeloos voor ze gaan gourmetten. Pas daarna worden de pakjes uitgepakt, in een veel rustiger tempo dan gisteren. Hier is Merel het meest ongeduldig. Maar ze moet luisteren naar de gedichten, en aandacht hebben voor alle surprises, dat eist vooral Lori. April vindt haar lippenstift gelukkig mooi.
Merel krijgt een muts en een sjaal (van Lori), make-up (van April), en een computerspelletje (zo’n cadeautje kan natuurlijk alleen maar van Bram komen). Maar het mooiste cadeau is dat van haar moeder: een lamp in de vorm van een ster. In het gedicht staat ook dat Merel een ster is: een ster in praten, een ster in vergeetachtigheid, een ster in bewegen, een ster in zingen en een musicalster. Merel vindt hem prachtig.