Reading Online Novel

Verslaafd aan jou(127)



    Cary’s mond stond verbeten. Hij tikte zijn glas tegen dat van mij dat nog op het aanrecht stond. ‘Proost, op ons, de ernstig verknipte lui. Gelukkig hebben we elkaar nog.’

    Hij liep op hoge poten de keuken uit en ik liep leeg als een luchtballon. Ik had het wel verwacht, het was te mooi om waar te zijn. Blijheid en geluk waren me maar heel af en toe gegund, en zelfs dan waren ze maar een illusie.

    Er lag altijd iets op de loer. En voor je het wist viel het aan en maakte het alles kapot.





20


Gideon belde aan vlak voordat ik het eten uit de oven haalde. Hij had een kledinghoes in zijn ene en een laptopkoffertje in zijn andere hand. Ik had me zorgen gemaakt dat hij liever alleen wilde zijn na zijn afspraak met Dr. Petersen en mijn opluchting was groot toen hij belde dat hij onderweg was. Toch voelde ik me niet helemaal op mijn gemak toen ik de deur openmaakte en hem zag staan.

    ‘Hoi,’ zei hij zachtjes en hij liep met me mee naar de keuken. ‘Het eten ruikt heerlijk.’

    ‘Hopelijk heb je honger als een paard. Ik heb heel veel gekookt en het ziet er niet naar uit dat Cary mee-eet.’

    Gideon legde zijn spullen op de bar en kwam voorzichtig naar me toe, ondertussen mijn gezicht nauwlettend in de gaten houdend. ‘Ik heb een paar dingen meegenomen voor als ik blijf slapen, maar als je dat liever niet hebt, is dat ook geen punt. Het is aan jou, zeg het maar.’

    Ik zuchtte diep, de angst zou mij niet leiden. ‘Ik wil dat je blijft.’

    ‘Ik doe niets liever.’ Hij kwam naast me staan. ‘Mag ik je in mijn armen nemen?’

    Ik ging tegen hem aan staan en omhelsde hem. ‘Graag.’

    Hij legde zijn wang tegen die van mij en knuffelde me stevig. De omhelzing was lang niet zo vanzelfsprekend en ongedwongen als vroeger. We waren toch wat schichtig geworden.

    ‘Hoe gaat het?’ mompelde hij.

    ‘Ik ben blij dat jij er bent.’

    ‘Maar je bent nog wel zenuwachtig.’ Hij kuste me op mijn voorhoofd. ‘Dat ben ik ook. Ik weet niet hoe het ons gaat lukken om ooit weer in slaap te vallen.’

    Ik ging iets naar achteren en keek hem aan. Daar was ik ook bang voor en het gesprek dat ik met Cary had gehad, hielp ook niet echt. Het gaat een keer mis...

    ‘We komen er wel uit,’ zei ik.

    Hij was even stil. ‘Heb je ooit nog wat van Nathan gehoord?’

    ‘Nee.’ Maar ik was altijd bang dat ik hem weer zou zien, per ongeluk of moedwillig. Hij liep op dezelfde aardbol rond als ik... ‘Hoezo?’

    ‘Nee niks, ik moest er opeens aan denken.’

    Ik bekeek hem aandachtig en kreeg een brok in mijn keel van zijn gekwelde blik. ‘Zomaar opeens?’

    ‘Wij hebben met ons tweeën een heel arsenaal aan littekens.’

    ‘Denk je dat het ons niet gaat lukken?’

    Gideon schudde zijn hoofd. ‘Dat weet ik niet.’

    Ik wist het ook niet meer. Hoe kon ik hem overtuigen als ik er zelf aan twijfelde of mijn liefde en zijn verlangen genoeg waren om onze relatie stand te laten houden?

    ‘Waar denk je aan?’ vroeg hij.

    ‘Aan eten. Ik val om van de honger. Ga jij even vragen of Cary ook komt? Dan kunnen we aan tafel.’



Cary lag te slapen, dus Gideon en ik staken kaarsen aan en aten met z’n tweetjes keurig aan de eettafel, gekleed in een oud T-shirt en een pyjamabroek die we hadden aangetrokken nadat we hadden gedoucht. Ik vond het vervelend van Cary, maar het was wel erg prettig om nu alleen te zijn met Gideon.

    ‘Ik heb gisteren met Magdalene op kantoor geluncht,’ zei hij nadat we een paar happen hadden genomen.

    ‘O?’ Terwijl ik op zoek was naar een ring had Magdalene gezellig met mijn vent gegeten?

    ‘Dat toontje is nergens voor nodig,’ wees hij me terecht. ‘Ze zat te eten in mijn kantoor dat vol stond met jouw bloemen terwijl je me een kushandje toewierp vanaf mijn bureau. Jij was net zo aanwezig als zij.’

    ‘Sorry, automatische reactie.’

    Hij pakte mijn hand en drukte er een kusje op. ‘Ik ben blij dat je nog steeds jaloers kunt worden.’

    Ik zuchtte. Mijn emoties gingen de hele dag al alle kanten op. Ik had geen idee wat ik allemaal voelde. ‘Heb je haar nog over Christopher verteld?’